Archeologie is hard labeur. De multidisciplinaire wetenschap wordt tegenwoordig ook bijgestaan door de nieuwste technologie. Je leest er alles over in de nieuwe Eos.
Archeologie is voor doorzetters. Soms geeft een artefact langzaam zijn geheim prijs. Het mechanisme van Antikythera werd in 1901 als een onopvallende klomp metaal bovengehaald uit een tweeduizend jaar oud scheepswrak. Toen die openbrak bleek hij een fijn raderwerk van bronzen tandwielen te bevatten, een klein astronomisch mysterie. De complexe mechaniek leek moeilijk te verzoenen met de technische kennis van de oude Grieken en bleef decennia lang tal van experts intrigeren.
Meer dan 120 jaar na de vondst presenteert een Engels multidisciplinair team van wiskundigen, materiaalwetenschappers en beeldvormingsexperts een nieuwe analyse. Op basis van uitgebreid röntgenonderzoek slaagden ze erin de voorkant te ontcijferen en te reconstrueren. Een belangrijke stap vooruit. Maar het verhaal van deze bijzondere ‘antieke computer’ is nog niet af.
Archeologie is hard labeur. Volgens het cliché zijn archeologen, studenten en vrijwilligers urenlang in de weer met truwelen en borsteltjes. Als het erop aankomt moeten voorwerpen en skeletten nu eenmaal met precisie blootgelegd worden. Dat gebeurt ook op de site van de Sint-Michielsabdij aan de Antwerpse kaaien, die Eos bezocht voor een dossier over archeologie.
Archeologen vonden er stenen overblijfselen die getuigen van de verschillende bouwfases sinds de 14de eeuw. Daarnaast stootten ze op tientallen graven, die niet enkel de resten van monniken bleken te bevatten. De skeletten gaan na antropobiologisch onderzoek ter plaatse naar een stadsdepot. Daarna wordt er beslist over de volgende stappen, bijvoorbeeld DNAof isotopenonderzoek.
‘De archeologie is complexloos de 21ste eeuw binnengestapt’
DNA-analyse staat centraal in een ander belangwekkend archeologisch project. In Koksijde werden vijf jaar geleden per toeval sporen van een laat-Merovingische nederzetting ontdekt, inclusief een grafveld met 53 skeletten. Over deze periode (7de-8ste eeuw) is hier relatief weinig bekend. De skeletten vormden een ideale aanleiding voor verdere genetische analyses.
Onderzoek van zogenaamd oud-DNA is zeer specifiek en innovatief. Het omvangrijke Merovingisch project is voor Vlaanderen en ook internationaal een echte referentie. Geneticus Maarten Larmuseau presenteert in de nieuwe Eos de resultaten van zijn onderzoek. Opvallend is alvast de geringe onderlinge verwantschap van de Merovingers van Koksijde, wat archeologen en historici tot nieuwe interpretaties noopt.
Archeologie is een multidisciplinaire wetenschap die zich van de nieuwste technologie bedient. Artefacten of biologische resten blootleggen staat helaas vaak gelijk aan ze vernietigen, terwijl grotere structuren meestal weer ondergronds verdwijnen. Met drones en de modernste 3D-scanners kunnen archeologen niet alleen veel meer studiemateriaal produceren, ze kunnen er ook virtuele reconstructies mee maken.
Die zijn dikwijls ook voor het grote publiek toegankelijk. Een mooi voorbeeld is de 3D-reconstructie van een prachtig beschilderde 14de-eeuwse grafkamer die op het Onze-Lieve-Vrouwekerkhof in Brugge werd opgegraven. Na een bergingsoperatie wordt ze in de kerk verder gerestaureerd. De 3D-visualisatie kan iedereen online bewonderen.
‘De archeologie is complexloos de 21ste eeuw binnengestapt’, schrijft Johan Hoorne van het Forum Vlaamse Archeologie in het nieuwe nummer. Gelijk heeft hij.
Beeld boven: Senne Starckx