Waar komt de 1 apriltraditie eigenlijk vandaan, en is er nog plaats voor in tijden van fake news? En hoe zit het met wetenschappelijke aprilgrappen? ‘Echt onderzoek is grappiger, juist omdat het echt is.’
1. Waar komt de traditie vandaan?
Uit Nederland! Of tenminste toch wanneer je de Nederlanders zelf mag geloven. De sleutel is de intussen zo goed als vergeten geraakte uitdrukking ‘Op 1 april verloor Alva zijn bril’. De troepen van de ook bij ons roemruchte bloedhertog verloren op die dag in 1572 het Nederlandse stadje – hebt u ’m? – Den Briel aan de Watergeuzen. Gefopt, señor Alva, lol! Het zou een prima excuus kunnen zijn om vandaag de 450ste verjaardag van de 1 aprilgrap te vieren, maar helaas. De eerste hint in een Nederlandstalige bron dateert namelijk al van 1539: een gedicht van de Brugse rederijker Eduard de Dene waarin een knecht door zijn baas om een nutteloze boodschap wordt gestuurd.
De internationaal meest vooropgestelde verklaring hangt echter samen met de invoering van de Gregoriaanse kalender in 1582. Kort samengevat: nieuwjaarsdag viel voortaan op 1 januari en wie zo dom was om die nog op de vorige datum te vieren werd openlijk gepest en uitgelachen. Precies, op 1 april. Maar ook in deze theorie zitten gaten van het formaat van de bressen in de wallen van Den Briel. De eerste verwijzing naar de 1 aprilgrap in Frankrijk stamt bijvoorbeeld al uit 1508, en in Engeland is er zelfs al sprake van in de laat 14de-eeuwse Canterbury Tales van Geoffrey Chaucer.
2. Wat is de oudste verklaring?
Sommige historici gaan terug tot de Oudheid en wijzen op het Romeinse Hilaria: een meerdaags lentefestival dat liep van omgerekend 21 maart tot en met 1 april. Op die slotdag mochten de burgers van Rome zich helemaal laten gaan met verkleedpartijen en ongestraft de draak steken met de politiek. Maar lijkt dat niet veeleer een vroege versie van carnaval? Hoe dan ook, Hilaria had zelf wellicht nog oudere wortels, want het festival zou geïnspireerd zijn op een oud-Egyptische mythe.
In dezelfde lijn ligt de behoorlijk wazige theorie dat een en ander samenhangt met de lente-equinox in het noordelijk halfrond. Het begin van de lente, met andere woorden, en de dag waarop Moeder Natuur begon aan een rondje de mens in de luren leggen met veranderend en onvoorspelbaar weer. Het is overigens nog maar de vraag of het überhaupt wel een middeleeuws-Europese en bij uitbreiding westerse traditie is. Weer andere cultuurhistorici zien namelijk een link met het Indische Holi-festival waarvan de eerste sporen op schrift dateren van de vierde eeuw.
3. En de grappigste wetenschappelijke uitleg?
In 1983 pakte historicus Joseph Boskin (Boston University) uit met een nieuwe hypothese. Volgens hem begon het allemaal met de Romeinse keizer Constantijn de Grote (ca. 273 of 280 – 337) die inging op de vraag van zijn hofnarren om een van hen voor één dag tot heerser te kronen. De keizer beleefde daar zoveel lol aan dat hij 1 april uitriep tot Dag van de Absurde Humor. Nadat een van de grote persagentschappen het nieuws had verspreid, liet Boskin weten dat zijn verklaring voor 1 april zélf een aprilgrap was.
4. Zijn aprilgrappen hun onschuld kwijt in tijden van fake news?
Absoluut. In 1954 pakte de VRT nog uit met een heuse in scène gezette raketlancering en een stuk of vijftig aprilgrappen later klonk het in 2009 dat in de supermarkt voortaan voorrang van rechts gold voor winkelkarretjes. Aan de Reyerslaan werd de aprilgrap in 1971 zelfs zo ernstig genomen dat hij vermeld werd in het officiële Jaarverslag: ‘Een unicum (…) was ongetwijfeld de uitzending van de onbetaalbare 1-aprilgrap.’ Drie jaar geleden kwam een einde aan de traditie in de journaals, onder druk van de sociale media en het bijhorende fake news, aldus toenmalig hoofdredacteur Inge Vrancken: ‘De aprilvis is zijn onschuld verloren. Altijd zal er wel iemand zijn die de humor er niet van inziet, zich beledigd voelt of het nepnieuwtje misbruikt.’ Voltooid verleden tijd dus, de kostelijke nep-actuafilmpjes zoals deze uit het VRT-archief.
De 1 aprilgrap was op dat moment al heel lang veel meer een mediafenomeen dan een volksvermaak. In 1846 al riep de Londense krant Islington Evening Star zijn lezers op om op 1 april massaal te komen kijken naar een grote ezeltentoonstelling. In de lege zaal moesten ze vaststellen dat zij zelf de grote ezels waren. ‘De aandacht die mediagrappen trekken en het commentaar dat ze uitlokken, dragen er in belangrijke mate toe bij dat de traditie in stand blijft’, aldus het Meertens Instituut in nog onverdachte tijden. Het onderzoeksinstituut voor Nederlandse taal en cultuur voegde er nog aan toe dat de ophef die lange tijd ontstond rond zo’n grap net ‘op een ludieke manier op het belang van betrouwbare nieuwsvoorziening’ wees.
5. Zijn er voorbeelden van geslaagde wetenschappelijke aprilgrappen?
In 1969 moesten Nederlanders nog, net zoals wij, kijk- en luistergeld betalen: een belasting op het in huis hebben van een radio- en/of tv-toestel. Op 31 maart meldde het NOS-journaal dat wie dat niet deed voortaan betrapt zou worden door de postbode, die hiervoor tijdens zijn ronde een scanner meedroeg. Daaraan ontsnappen kon echter door je toestel in te pakken in aluminiumfolie. Een dag later, op 1 april dus, liep het storm in de winkels en in een mum van tijd was alle folie uitverkocht.
Een paar jaar later liet Gazet van Antwerpen haar lezers weten dat de Zoo kampte met plaatsgebrek en opvang zocht voor een aantal dieren. Af te halen vanaf 1 april, en zo’n tweehonderd lezers meldden zich enthousiast bij de ingang. In 1993 kondigde het Leidense Rijksmuseum van Oudheden dan weer aan dat het wetenschappers gelukt was het hart van een mummie opnieuw te doen kloppen. Komt dat zien en horen vanaf 1 april! En dat deed een rijendikke menigte ook. Al evenveel enthousiasme was er in 1957 na een reportage in het BBC-actuamagazine Panorama over de spaghetti-oogst in Zwitserland. Honderden kijkers die daarin gezien hadden hoe men daar slierten pasta plukte, belden de BBC met de vraag waar zij zo’n bomen konden kopen om zelf spaghetti te kweken.
6. Is er nog behoefte aan wetenschappelijke aprilgrappen?
Alvast niet volgens Marc Abrahams, bedenker van de bekende Ig Nobelprijzen voor correct maar nutteloos onderzoek. Hij stelt dat de traditie ingehaald is door waargebeurde absurditeiten: ‘Echt onderzoek is grappiger, juist omdat het echt is. In die zin is een waargebeurd grappig verhaal vaak leuker dan een 1 aprilgrap, omdat je het kunt vertellen terwijl mensen denken dat je het hebt verzonnen.’
Lees ook: Ig Nobelprijs voor vliegende neushoorns, dempende baarden en orgasme als alternatief voor neussprays
Elk jaar worden de alternatieve Nobelprijzen uitgereikt voor onderzoek dat je eerst doet lachen, maar dan doet nadenken.
Want wist je bijvoorbeeld dat seks helpt tegen een verstopte neus? Dat een baard meppen dempt? En dat een neushoorn ondersteboven aan een helikopter transporteren even veilig is als per vrachtwagen.