Dino en vogel broeden op gelijkaardige manier
22 april 2013 door Eos-redactieRestanten van Troodoneieren werpen nieuw licht op de broedtechniek van de dinosaurus.
Restanten van Troodoneieren werpen nieuw licht op de broedtechniek van de dinosaurus.
De Troodon was een kleine dinosaurus, die met een hoogte van minder dan een meter en een lengte van ongeveer twee meter nog het meest doet denken aan een Velociraptor. De omnivoor leefde tijdens het krijt, ongeveer 70 tot 80 miljoen jaar geleden. Eierfossielen van een Troodon, gevonden in de Amerikaanse staten Alberta en Montana, helpen onderzoekers nu te begrijpen hoe het dier broedde.
Tot voor de studie, die werd gepubliceerd in Paleobiology, was er maar weinig geweten over hoe dinosaurussen hun jongen uitbroedden. Begroeven ze de eieren, net als een krokodil, met grond en nestmateriaal, of lagen de eieren bovengronds, zoals bij hedendaagse vogels? Beide, concluderen de paleontologen van de universiteiten van Calgary en Montana nu na grondig onderzoek van de fossielen, voor de Troodon althans.
De Troodonmoeder begroef de onderkant van haar eieren, die qua vorm erg doen denken aan hedendaagse vogeleieren. De rest van het ei bleef daardoor aan de lucht blootgesteld, wat impliceert dat de dino, net zoals vogels, rechtstreeks contact maakte met de eieren tijdens het uitbroedden. Een studie van de samenstelling van de eierschaal bevestigt dat. Eieren die niet in contact komen met de lucht hebben een poreuzere schaal dan pakweg een standaard kippenei. Uit de bestudeerde fossielen blijkt dat Troodoneieren weinig waterdamp doorlaten, en ze inderdaad helemaal niet zo poreus zijn.
De dinosaurus gaat op dezelfde manier te werk als de krokodilwachter. Die vogel, zo genoemd om van zijn symbiotische relatie met de nijlkrokodil, begraaft de onderkant van zijn eieren eveneens rechtopstaand in het warme zand, waarna één van de ouders er met de buik op gaat liggen.
De fysieke gelijkenissen van het Troodonei en de gelijkaardige manier van broeden bevestigen de nauwe evolutionaire band tussen dinosaurussen en vogels. De auteur van de studie, David Varrachio, hoopt dat de onderzoekstechniek in de toekomst ook toepasbaar zal zijn op eierfossielen van andere dino's. (ma)