Boekrecensie

Een caleidoscopisch beeld van Congo

06 juli 2020 door RS

De auteurs van Koloniaal Congo, een geschiedenis in vragen willen een ‘verificatieproces’ in gang zetten en de daden en de beleving van zowel kolonisatoren als gekoloniseerden zo nauwkeurig mogelijk in kaart brengen.

De zestigste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid was de aanleiding, maar de aanhoudende protesten van de Black Lives Matter-beweging, de discussie over de beelden van Leopold II en de onverwachte spijtbetuiging van de Belgische koning maken deze turf over koloniale geschiedenis nog meer welgekomen. Historische inzichten kunnen helpen om de hedendaagse gevoeligheden beter te kaderen. Van bij de start van de Onafhankelijke Congostaat (Congo Vrijstaat) in 1885 werd een propaganda-oorlog gevoerd, die eigenlijk nooit is gestopt. Leopold beriep zich op wetenschap. De exploratie van het Afrikaanse binnenland zou tegelijkertijd ook een werk van beschaving zijn. Tegenstanders van Leopolds plannen waren er ook vrij snel. De aanklachten, vooral vanuit Angelsaksische antikoloniale kringen, leidden uiteindelijk tot de overdracht van Congo naar de Belgische staat in 1908. Leopold verweerde zich met alle toenmalige communicatiemiddelen en -trucs tegen de aanteigingen. What’s new?

Een publiek debat heeft alleen zin als het publiek goed geïnformeerd is

‘Er is redelijk veel onderzoek gevoerd naar het Belgische koloniale verleden, recent kwamen daar invalshoeken bij als dwangarbeid, het milieu, het rechtsapparaat of genderverschillen,’ vertelde historicus en mede-auteur Benoît Henriet eerder aan Eos Wetenschap.

Dit nieuw historisch onderzoek vind je in Koloniaal Congo terug. De auteurs kozen voor een thematische aanpak, met kleine hoofdstukken die vertrekken van een vraag en apart kunnen worden gelezen. Het is een beproefde aanpak, waardoor de lezer een caleidoscopisch overzicht krijgt. Er is veel te zeggen voor deze korte keten tussen professionele historici en het grote publiek, maar de ene vraag (Vond er in de Onafhankelijke Congostaat een genocide plaats?) nodigt al meer uit tot lezen dan de andere (Infrastructuur, stedelijke landschappen en architectuur: sporen van ‘ontwikkeling’ of instrumenten van ‘exploratie’?). 

Met dit boek willen de auteurs een ‘verificatieproces’ in gang zetten: de daden en de beleving van zowel kolonisatoren als gekoloniseerden zo nauwkeurig mogelijk in kaart brengen. Daar is behoefte aan. Een publiek debat heeft maar zin als het publiek goed geïnformeerd is.