De overgang naar landbouw heeft een diepgaande invloed gehad op de ontwikkeling van ons immuunsysteem. Maar dat zit anders dan verwacht.
Beeld: Een dendritische cel presenteert een antigeen, onderdeel van een ziekteverwekker, aan een T-cel. Dankzij dit proces kan ons immuunsysteem ziekteverwekkers herkennen.
Zo'n achtduizend jaar geleden migreerden de eerste landbouwers uit het Midden-Oosten naar Europa. Daar vermengden ze zich met de al aanwezige jagers-verzamelaars. De gemengde bevolking droeg meer genetisch materiaal gelinkt aan het immuunsysteem afkomstig van jagers-verzamelaars mee dan verwacht. Dat laat fossiel DNA uit die periode zijn.
De komst van landbouwers is een scharniermoment in de genetische geschiedenis van Europa. De overgang naar landbouw heeft een diepgaande invloed gehad op de opmaak van het immuunsysteem, omdat landbouwers in grotere groepen samenleefden en veel dichter in contact stonden met gedomesticeerde dieren. De verwachting was dan ook dat in de gemengde bevolking die ontstond na de komst van landbouwers naar Europa er meer genen uit de oorspronkelijke groep landbouwers terug te vinden zijn.
Dat klopt voor het genoom in zijn geheel, verduidelijkt Tom Davy, PhD-onderzoeker gespecialiseerd in fossiel DNA en verbonden aan het Francis Crick Institute. 'Het genetisch materiaal van de gemengde bevolking vertoont een verhouding van ruwweg dertig procent jagers-verzamelaarsgenen en zeventig procent genen afkomstig van landbouwers. Zonder specifieke genetische druk gingen we er vanuit dat die verhouding over het hele genoom terug te vinden zou zijn.'
Nieuwe plek, nieuwe pathogenen
Davy en zijn team analyseerden fossiel DNA van 677 individuen uit het meso- en neolithicum, een periode van 11 00 tot 3000 jaar geleden. Hun focus lag op een specifiek deel van ons genoom, de cluster van genen verantwoordelijk voor de aanmaak van eiwitten die een rol spelen in het vermogen van ons immuunsysteem om ziekteverwekkers te herkennen: het major histocompatibility complex. 'De verhouding in die regio van het genoom tussen materiaal van jagers-verzamelaars en landbouwers bleek echter ongeveer gelijk, wat afwijkt van de 30/70 verdeling in de rest van het genoom.'
Omdat landbouw het menselijk immuunsysteem zo drastisch omgooide, leek het aannemelijk dat vroege landbouwers na contact met jagers-verzamelaars bij hun aankomst in Europa niet bijzonder veel genetisch materiaal van deze groep zouden overnemen. Uit de analyse van fossiel DNA blijkt dus het tegendeel. Dat kan verschillende verklaringen hebben, verklaart Davy 'Het overnemen van immuniteitsgenen hielp landbouwers om voor hen nieuwe ziekteverwekkers in Europa de baas te kunnen. Een andere mogelijkheid is dat individuen met meer diverse genen die coderen voor immuniteit een evolutionair voordeel hebben.'