Wereldwijd bedienen miljoenen mensen met een gehoorbeperking zich van gebarentalen. Toch zijn die talen nog maar weinig onderzocht. Een methode uit de genetica brengt daar verandering in.
Beeld: De dove Martine Wattel beeldt met gebarentaal het woord ONDERZOEK uit.
Gebarentalen kennen eenzelfde rijke complexiteit en ontstaansgeschiedenis als gesproken talen. Daarom is het vreemd dat ze haast geen aandacht krijgen van taalkundigen. Al zijn daar wel enkele redenen voor te bedenken, aldus professor Natasha Abner, taalwetenschapper aan de universiteit van Michigan. 'Er gebeurt sowieso minder onderzoek naar talen van minderheidsgroepen, en dat speelt evengoed voor gebarentalen. Daarnaast is er door de aard van gebarentalen veel minder historisch materiaal voorhanden om onderzoek op te baseren. Pas sinds het ontstaan van beeldopnames is het mogelijk om dergelijke talen systematisch te documenteren.'
Om dat gebrek aan historisch materiaal te compenseren, nam Abner haar toevlucht tot een methode uit het genetisch onderzoek, met name de computationele fylogenetica. Die methode steunt op een analyse van gelijkenissen en verschillen in genen om zo via een computermodel tot een stamboom van individuen of soorten te komen. 'In de genetica dient die methode om via genen verwantschappen en evolutie in kaart te brengen. Deze werkwijze vond al ingang in het onderzoek naar gesproken talen, wij hebben ze voor het eerst toegepast op gebarentalen. De methode kan het gebrek aan historische data dat gebarentalen en andere minderheidstalen kenmerkt verhelpen.'
Franse invloed
Op basis van haar analyse kwam Abner tot twee stambomen, een voor de Europese gebarentalen en een andere voor de Aziatische taalfamilie. De verwantschapsrelaties tussen de gebarentalen geven een aantal historische en geopolitieke factoren weer die de talen mee vorm gaven. 'Een duidelijke factor is kolonialisme. De Britse gebarentaal staat dicht bij die van Nieuw-Zeeland en Australië. Elders in Europa verhouden gebarentalen zich eerder in geografische clusters, gevormd door historische banden. Zo zijn een aantal verwantschappen terug te voeren op een gedeelde geschiedenis onder Oostenrijks-Hongaarse monarchie, of uit het Sovjet-tijdperk, zoals de band tussen de Russische en Oekraïense gebarentalen.'
Frankrijk stond aan de wieg van het modern dovenonderwijs
Opvallend is de sterke invloed van de Franse traditie op de Amerikaanse gebarentaal, iets wat niet te verklaren valt door geopolitiek of geografische nabijheid. 'Dit verband weerspiegelt de geschiedenis van de dovengemeenschap zelf. Frankrijk stond aan de wieg van het modern dovenonderwijs en Amerikaanse onderwijzers haalden daar hun kennis. Thomas Gallaudet was bijvoorbeeld een Amerikaanse pionier op vlak van dovenonderwijs. Omdat Britse scholen hun systeem niet wilden delen, haalde hij zijn inspiratie in Frankrijk waar hij zich de Franse methode eigen maakte.'
Ook in de Aziatische talenstamboom zijn geopolitieke eigenheden terug te vinden, aldus Abner. 'Neem bijvoorbeeld de Chinese en de Taiwanese gebarentaal. Je zou verwachten dat deze twee dicht bij elkaar aansluiten, omdat de gesproken talen van beide landen niet veel van elkaar verschillen. Maar toch houdt Taiwan er een andere gebarentaal op na, die veel invloeden van de Japanse doventaal vertoont, een erfenis van de periode waarin het eiland onder Japans bestuur viel (van 1895 tot 1945, red.).'
Niet alleen brengt deze studie de verwantschappen tussen gebarentalen aan het licht, ze laat ook zien dat de methode van computationele fylogenetica zich leent om onderzoek uit te voeren op talen die maar weinig gedocumenteerd werden, besluit Abner. 'Het biedt inzicht in de relaties tussen gesproken talen met maar weinig of geen geschreven bronnen. Dat opent mogelijkheden voor bijvoorbeeld de studie van inheemse talen die geen geschreven traditie hebben.'