Hoe een Aziatische taal in Madagaskar terechtkwam

Wat is er zo bijzonder aan de taal van de inwoners van Madagaskar? Of is die eigenlijk helemaal niet zo apart? En wat heeft een en ander te maken met een significante wijziging in het landschap en het uitsterven van diersoorten? Een recent onderzoek geeft antwoorden.

Beeld: Maroantsetra is een stad in het noorden van Madagaskar.

Hoeveel sequels en spin-offs Disney ook nog maakt van zijn gelijknamige succesfilm, Madagaskar blijft uiteraard een schatkamer vol wetenschapsmysteries. Neem nu de origine van de circa 25 miljoen Malagassiërs die vandaag het eiland voor de Oost-Afrikaanse kust bewonen. De inheemse officiële taal, naast het Frans, is daarvoor uiteraard een belangrijke indicatie. Het punt daarbij is echter dat het Malagassisch in de verste verte niet lijkt op een Afrikaanse taal. Daaruit concluderen we wel eens spontaan, met bijvoorbeeld de voor ons tongbrekende naam van hoofdstad Antananarivo in het achterhoofd, dat het wellicht een ‘alleenstaande’ taal moet zijn. Het tegendeel is waar. Sterker nog, het Malagassisch behoort tot een familie die qua aantal talen de op één na grootste ter wereld is. Alleen, de dichtstbijzijnde verwante gemeenschappen wonen minimaal meer dan 6500 kilometer verderop richting een heel ander continent.

Het Malagassisch behoort tot de zogenoemde Austronesische talen en die horen initieel bij de eilanden van Zuidoost-Azië en de Grote Oceaan. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de gelijkenissen tussen Antananarivo en Nuku’alofa, de naam van de hoofdstad van het 13.500 km (!) verderop gelegen Tonga. In beide namen zie je een paar van de typische kenmerken terug van de Austronesische talen: herhaling van klanken, geen twee of meer opeenvolgende medeklinkers in een woord zonder klinker tussen en niet meer dan een vijftal enkelvoudige klinkers. Maar de vraag blijft natuurlijk: waarom is een Aziatische taal zo uitgesproken dominant op een eiland voor de kust van Afrika?

Puzzel

Sinds 2007 loopt op Madagaskar een internationaal multidisciplinair project. Onderzoekers peilen daarbij op het bijna 600.000 km2 grote eiland naar de genetische en culturele diversiteit in meer dan 250 dorpen. Een deelproject onder leiding van prof. Denis Pierron (Centre National de la Recherche Scientifique, Toulouse) legde nieuw verzamelde DNA-sequenties naast overgeleverde voorouderlijke informatie en computersimulaties.

De resultaten bevestigen de hypothese dat de oorspronkelijke Malagassiërs inderdaad uitgeweken Zuidoost-Aziaten waren. In de eerste, tweede of derde eeuw, dat blijft voorlopig onduidelijk. Nieuw is het inzicht dat ze heel lang met slechts een paar honderd in totaal bleven en de enige bewoners. Zo’n tien eeuwen geleden pas kregen ze het gezelschap van Afrikanen die de oversteek waagden. Toen pas kwam het tot een significante bevolkingstoename én een snelle verspreiding ervan. Die ‘menselijke invasie’ ging gepaard met jacht en ontbossing en had veel impact op het landschap. Wellicht leidde die ook tot het uitsterven van alle grote gewervelde dieren.

Volgens Pierron en zijn team kan hun methodiek ook toegepast worden op andere populaties. Met name in het weer úít elkaar puzzelen van de demografische geschiedenis van gemengde oude inheemse bevolkingsgroepen, en zo de waarschijnlijkheid van een aantal hypotheses over oorzaken en gevolgen testen.