In de vroege negentiende eeuw vonden vrouwelijke auteurs in voetnoten een subtiele maar krachtige manier om deel te nemen aan een door mannen gedomineerde wereld. Ik onderzoek hoe schrijfsters de marges in historische romances gebruikten om hun kennis over geschiedenis, natuurkunde en politiek te delen.
Foto's: Zoë Van Cauwenberg
De geur van versgebakken brood hangt in de lucht. Het vleugje kaneel op je tong roept de genegenheid op van winteravonden rond de haard. En wanneer je de rozijnen proeft, krijg je een hint Earl Grey, de enige aanwijzing dat het gedroogde fruit er een nacht in geweekt heeft. Net zoals de rozijnen in de barmbrack—Iers rozijnenbrood—een aanwijzing geven over hun afkomst, zo ook bieden kleine cijfers in historische romances inzicht in de intellectuele ambities van vrouwen uit de vroege 19e eeuw.
Het gebeurt wel vaker dat ik in mijn lectuur cijfers in superscript tegenkom en dan doorblader (of scroll) om de verwijzing terug te vinden. Op 1 februari 2021 las ik noot 23, een duiding bij het feest van St. Brigid— 'observed the first day of February.' Daarmee ontdekte ik niet alleen de feestdag van deze Ierse patroonheilige, maar ook dat vrouwen getooid in middeleeuwse kledij dan barmbrack uitdelen.
Ierland viert een andere patroonheilige, St. Patrick, jaarlijks op 17 maart. Terwijl ter ere van die heilige parades door de straten trekken en mensen hullen zich in groene kledij, klavers en Ierse vlaggen, gaat het feest van St. Brigid zonder feestgedruis voorbij. Of dat was toch zo tot vorig jaar. Op maandag 6 februari 2023 werd de eerste Féile Bride of (St.) Brigids Dag gevierd. Tal van lichtspektakels eerden deze Keltische godin van het licht en haar Christelijke evenknie.
Zonder cookies geen barmbrack
Recent komen er meer vrouwelijke figuren uit de schaduw van de geschiedenis. Deze tendens is ook in onze contreien merkbaar. Denk bijvoorbeeld aan de hernieuwde aandacht voor Judith, de stammoeder van Vlaanderen, na haar passage in Het Verhaal van Vlaanderen. Of het schrijverscollectief Fix Dit dat letterlijk het gebrek aan diversiteit in de canon wil fiksen door vrouwelijke auteurs uit de Nederlandstalige literatuur te belichten. Net als Fix Dit probeer ik schrijfsters terug op de kaart te zetten.
Mijn literaire landschap bevindt zich aan de andere kant van het kanaal, op de Britse eilanden. Ik waad doorheen romances geschreven door Schotse en Ierse vrouwen uit de vroege negentiende eeuw. De verhaallijnen nemen de lezer mee naar middeleeuwse kastelen, dramatische onthullingen en romantische intriges. Maar in plaats van de voetsporen van de heldin te volgen, begeef ik me naar de marges van de tekst. Ik volg de superscripten en laat deze mij meenemen naar de negentiende-eeuwse werkelijkheid buiten het verhaal.
Superscript negeren is een beetje als cookies weigeren. Je kan gewoon verder surfen zonder, maar dan zal je geen afbeeldingen of ingesloten tweets kunnen zien. Als je een voetnoot overslaat zal je nog steeds mee zijn in het verhaal, maar het kan zijn dat je informatie mist. Had ik bijvoorbeeld noot 23 niet gelezen, had ik vorig jaar geen barmbrack gebakken voor mijn collega’s op 1 februari.
Was een barmbrack-loze eerste februari minder goed? Misschien niet, maar deze kleine nota over een Ierse traditie nodigde me uit in een gebruik van een vervlogen tijd. Soms geeft een voetnoot ook duiding over een ruïne in het Ierse landschap of over het pleegsysteem van de Schotse clans. Maar bovenal toont deze informatie dat schrijfsters wel degelijk kennis hadden over geschiedenis, politiek, en natuurkunde.
It’s a (wo)man’s world
Door voorbij de hoofdtekst te kijken, krijg ik dus zicht op de wetenschappelijke ambities van vrouwen. Kan jij een vrouwelijke wetenschapper of geschiedkundige van voor de twintigste eeuw noemen? Ik kan ze op één hand tellen. Vrouwen hadden beperkte toegang tot formele onderwijs-en publicatieplatformen, en als ze er dan in slaagden om traktaten te publiceren, werden die vaak door (mannelijke) tijdgenoten gebagatelliseerd. En terwijl enkele vrouwen zoals Catherine Macaulay (1731-91) erin slaagden om non-fictie te publiceren, moesten veel tijdgenoten deze informatie in de voetnoten zetten. De kleine letters gaven vrouwen dus de kans om zich te mengen in een wereld gedomineerd door mannen.
Politiek, een mannenbastion bij uitstek, werd zo ook opgepikt door vrouwen via de voetnoten. De national tales van Lady Morgan, Sydney Owenson (1781-1859) geven een inzage in hoe vrouwen politiek en fictie vermengen. Deze Ierse schrijfster voert Ierse en Engelse personages uit de 18e eeuw op en gebruikt de voetnoten om onder andere wetgevingen te becommentariëren. In een voorwoord geeft ze zelfs te kennen dat ze anticipeert op beschuldigingen van 'unfeminine presumption' —onvrouwelijke veronderstelling door zich te bemoeien met de politiek— 'meddling in politics.' Hoe uitgesproken Lady Morgan ook was, haar tijdgenoten opteerden vaker voor de verdoken marge om zich uit te laten over politieke aangelegenheden.
Verhalen uit de volksmond
Door een licht te werpen op deze onbezongen helden vind ik ook de stem van de schrijfsters terug. In deze noten spreken ze vanuit hun eigen ervaring op de Ierse of Schotse bodem. Ze grijpen vaak terug naar mondelinge overlevering van legendes en presenteren zich als minnezangers en barden van weleer die deze verhalen doorgeven aan een nieuwe generatie.
In de marges plaatsen de schrijfsters deze legendes vaak in de volksmond. Zij hebben de tradities vaak als kind meegekregen van hun kindermeid of kregen deze te horen van de plattelandsbewoners. Hierdoor krijgen deze legendes een zekere authenticiteit en geloofwaardigheid omdat dit deel van de bevolking zogezegd dichter bij een vervlogen, premoderne traditie stond. Zo beschrijf Mary een ontmoeting met een boer waarin hij duiding geeft bij de plaatsnaam:
'Being in Queen's County this Summer, the following story of the swiftness and sagacity of a horse was related to me by a person who lives on the spot where tradition records it to have occurred; I will give it in his own words: — … "I told you, Madam, they were upon the very brink, and the English so near, that the horse to avoid them, made three leaps into the valley below ! and carried Antony safely home; — and from that hour to this, a townland in the lordship of Timahoe, has been called Augh-Antonah, from Augh, an horse, pronounced Aw, and Antonah, Antony.”
'Ik was deze zomer in Queen's County en het volgende verhaal over de snelheid en schranderheid van een paard werd mij verteld door iemand die woont op de plek waar het volgens de overlevering heeft plaatsgevonden; ik zal het in zijn eigen woorden vertellen: - ... "Ik heb u verteld, mevrouw, dat ze op de rand stonden en de Engelsen zo dichtbij waren, dat het paard om hen te ontwijken, drie sprongen maakte in de vallei eronder! en Antony veilig naar huis droeg; - en vanaf dat uur tot op heden, is een townland in het lordship van Timahoe, Augh-Antonah genoemd, van Augh, een paard, uitgesproken Aw, en Antonah, Antony”
Net als de nasmaak van zwarte thee bij een snede barmbrack, biedt de informatie in de kleine letters inzicht in de intellectuele ambities van vrouwelijke auteurs uit de vroege negentiende eeuw. Ze tonen ons dat deze schrijfsters niet alleen verhalen vertelden, maar deze ook doordrenkten van hun kennis.