Nergens in laatmiddeleeuws Europa werden lesbische vrouwen zo vaak bestraft als in Vlaanderen. Dat komt paradoxaal genoeg omdat Vlaamse vrouwen meer vrijheid genoten dan gebruikelijk in de middeleeuwen.
Zaterdag 19 november 1482. Een hooiwagen waarop zes vrouwen vastgebonden zijn, bereikt de Brugse Kruispoort. Bij de stadspoort staat een mensenmassa hen samen met de beul al op te wachten. Esther, Liesbeth, Katelijne, Katrien, Pleunie en een anonieme vrouw worden elk aan een houten paal vastgeketend terwijl de beulsknechten strobalen laten aanrukken. Onder het goedkeurend oog van het toegestroomde publiek steekt de beul de brandstapel aan en in een mum van tijd staat het schavot in lichterlaaie. Terwijl de zes vrouwen gillend van de pijn in vlammen opgaan, wacht een zevende vrouw bang haar lot af in een cel van het Brugse gekkenhuis. Margriet was erin geslaagd om tijd te winnen door de Brugse schepenen ervan te overtuigen dat ze zwanger was. Voorlopig wordt ze gespaard. Op 18 augustus, niet toevallig negen maanden later, ondergaat Margriet echter hetzelfde lot als haar compagnons. Ook zij wordt levend verbrand voor “zaken die beter ghezwegen zijn dan ghenoemdt.”
Open en bloot
De zeven vrouwen werden ter dood veroordeeld omdat ze seks met elkaar hadden gehad. En ze waren lang niet de enige. De Zuidelijke Nederlanden, zoals onze regio toen genoemd werd, was de Europese koploper in het vervolgen van vrouwelijke sodomie. Tussen ca. 1400 en 1550 werden niet minder dan 25 vrouwen veroordeeld voor ‘de onnatuurlijke zonde’. Dat komt erop neer dat bijna één op de tien beschuldigde sodomieten in onze contreien vrouwen waren. Gelijkaardige vervolgingscijfers zijn nergens in Europa te vinden. In andere regio’s kennen we slechts een handvol geïsoleerde gevallen. Bovendien werden lesbische vrouwen in de Zuidelijke Nederlanden niet alleen vaker, maar ook strenger bestraft. 15 van de 25 betrokken vrouwen eindigden op de brandstapel. Ook de rest onderging gruwelijke straffen: hun hoofdhaar werd afgebrand, ze werden tot bloedens toe gegeseld of levenslang verbannen.
Afbeelding boven: Expliciete afbeeldingen zoals deze waren uiterst zeldzaam in laatmiddeleeuws Europa. De meeste tijdgenoten konden zich namelijk niks voorstellen bij lesbische verlangens.
Dit strenge vervolgingsbeleid is vrij uniek in Europa. Elders werd vrouwelijke sodomie vaak milder bestraft dan de mannelijke variant. In het buitenland vonden vrouwelijke sodomieprocessen bovendien vaak in het geheim plaats. Men vreesde dat een te grote openheid andere vrouwen zou aanzetten om zelf te experimenteren. Het publieke karakter van de straffen die vrouwen zoals Katelijne, Katrien en co in 1482 ondergingen, toont aan dat van deze vaagheid weinig te merken was in de Zuidelijke Nederlanden. De vonnissen laten aan duidelijkheid weinig te wensen over: de vrouwen werden veroordeeld voor “de onnatuerlike zonde van zodomye.”
Echte seks
Het begrip sodomie was tijdens de middeleeuwen een containerterm om allerlei vormen van seksualiteit aan te duiden die niet op voortplanting gericht waren: masturbatie, bestialiteit, heteroseksuele anale seks, kindermisbruik, maar vooral: homoseksualiteit. Volgens toenmalige opvattingen waren deze uiteenlopende seksuele handelingen één pot nat: ze waren tegennatuurlijk en moesten streng worden bestraft.
Toch slaagden vrouwelijke sodomieten er in veel gevallen in om de dans te ontspringen. Voor de meeste tijdgenoten was lesbische seks namelijk geen échte seks. Van seks kon namelijk enkel sprake zijn indien er penetrerende penis in het spel was. Dat vrouwen er ook onderling een bevredigend seksleven op na konden houden, ging er bij de meeste middeleeuwers niet in. Als gevolg van deze attitudes hadden heel wat middeleeuwse theologen en juristen die over sodomie schreven veel minder aandacht voor vrouwen dan voor mannen. Door de merkwaardige nonchalance rond vrouwelijke sodomie in de wetgeving kwamen vrouwen die op vrouwen vielen amper voor de rechter.
Actieve vrouwenzaken
Hoe komt het dat de Zuidelijke Nederlanders kampioen waren in deze macabere discipline? Paradoxaal genoeg ligt de verklaring voor deze uitzonderlijke vervolging in de bevoorrechte positie die vrouwen bekleedden in onze contreien. Middeleeuwse vrouwen konden er actief deelnemen aan het openbare leven en waren beter geïntegreerd in de samenleving dan in andere Europese regio’s. Ze waren veel beter geschoold en hun juridische positie zag er een stuk rooskleuriger uit dan voor vrouwen in het buitenland. Heel wat vrouwen waren daardoor economisch onafhankelijk, verwierven een belangrijke rol in de handel en konden ‘mannelijke’ beroepen uitoefenen. Meisjes trouwden er op latere leeftijd dan bijvoorbeeld Italiaanse meisjes en beleefden hierdoor een fase waarin ze een min of meer zelfstandig bestaan konden opbouwen. Een situatie die bij heel wat buitenlandse bezoekers de wenkbrauwen deed fronsen.
Dat seksuele verbintenissen tussen vrouwen net in de Zuidelijke Nederlanden intensiever vervolgd werden, is dus wellicht het gevolg van hun grotere bewegingsvrijheid. In regio’s waar vrouwen meer teruggedrongen werden tot de private sfeer, was de kans kleiner dat seksuele relaties tussen vrouwen aan het licht kwamen. Hoe zichtbaarder vrouwen waren in de publieke ruimte, des te groter de kans dat vrouwen die op vrouwen vielen betrapt werden. Wie integraal deel uitmaakte van het stedelijk weefsel, was bovendien mee verantwoordelijk voor het hoog houden van de eer en reputatie van die stedelijke gemeenschap. Net omdat de bijdrage van vrouwen aan de samenleving in hoger aanzien stond dan elders, hadden hun misstappen ook een grotere impact op de samenleving. Al is deze verklaring wellicht een magere troost voor de Brugse dames die in 1482 het leven lieten.
Jonas Roelens is met zijn onderzoek naar homoseksualiteit in de late middeleeuwen genomineerd voor de Vlaamse PhD Cup.