Maya-cultuur heeft diepere wortels

De Maya-cultuur is ontstaan uit een oudere culturele beweging rond 1000 voor Christus. Dat is de conclusie van een Amerikaans onderzoek. In tegenstelling tot wat historici lang dachten, kwam de Maya-cultuur niet onafhankelijk tot ontwikkeling, noch is ze een uitvloeisel van de Olmeken-cultuur.

De cultuur van de Maya’s spreken vandaag tot de verbeelding, met hun vaardige tempelbouwers, schrijvers en astronomen. De oorsprong van hun beschaving blijft wel een mysterie. Sommige archeologen geloven dat de beschaving volledig op zichzelf, zonder noemenswaardige inbreng van buitenaf, is ontstaan in de oerwouden van het huidige Guatemala en Zuid-Mexico. Het andere kamp denkt dat de Mayabeschaving zich ontwikkelde uit de oudere cultuur van de Olmeken in La Venta, in de huidige Mexicaanse staat Tabasco.

Archeologen van University of Arizona publiceren nu een studie in Science waaruit blijkt dat het plaatje complexer is. Opgravingen en koolstof-14-metingen in Ceibal, een Maya-site in het huidige Guatemala, tonen aan dat die stad al een belangrijk centrum was rond 1000 voor Christus, 200 jaar voor de bloei van La Venta. De archeologen vonden aan de voet van de stenen piramides een kleiner platform uit aarde, wellicht een ritueel gebouw.

De vondst veegt de hypothese dat de Olmeken in La Venta de belangrijkste invloed hebben uitgeoefend bij de ontwikkeling van de vroege Maya-cultuur, van tafel. Maar, benadrukken de onderzoekers, dit wil niet zeggen dat de Mayacultuur er volledig zelfstandig is gekomen. Hiervoor zijn de architecturale gelijkenissen tussen Ceibal en La Venta te groot.

Het onderzoeksteam concludeert dat beide steden waarschijnlijk deel uitmaakten van een bredere culturele beweging tussen 1150 en 800 voor Christus, waarbij jager-verzamelaars in steden begonnen samen te hokken, en samenkwamen op ‘plaza’s’ voor religieuze rituelen. (tm)