Mens is geboren honkbalspeler

27 juni 2013 door Eos-redactie

Een unieke combinatie van anatomische eigenschappen maakte van de mens twee miljoen jaar geleden een speerwerper. En vandaag een honkbalspeler.

De mens is het enige wezen op aarde dat hard en precies objecten kan gooien. Uit een nieuwe studie blijkt nu hoe dat komt. Een unieke combinatie van anatomische eigenschappen maakte van de mens 2 miljoen jaar geleden een speerwerper. En dat talent zou cruciaal worden in de verdere evolutie van de mens.

De snelste beweging die het menselijk lichaam kan maken, is de rotatie van de schouder bij honkballen of speerwerpen. Een honkbalspeler van 12 gooit al met een snelheid van 100 kilometer per uur, een chimpansee – die nochtans veel sterker is dan de mens – werpt drie keer minder hard en kan amper mikken. Dat werptalent hebben we te danken aan een unieke combinatie van spieren, pezen en ligamenten die ongeveer twee miljoen jaar geleden, bij Homo erectus, tot stand kwam. Toen de mens rechtop ging lopen, was het mogelijk zijn handen voor iets nieuws te gebruiken. Volgens onderzoek beschreven in Nature deze week gaf de nieuwgewonnen vrijheid de mens de mogelijkheid met objecten te gooien. En dat gooien, zo denken de onderzoekers, maakte van de mens een betere jager, wat dan weer tot meer calorierijk voedsel leidde, en tot een groter lichaam en dito hersenen.

Niet de spieren zijn verantwoordelijk voor de perfect pitch, maar de hoeveelheid opgeslagen elastische energie in de schouder. Dat stelden de onderzoekers van George Washington University en van Harvard vast door twintig baseballspelers te filmen met een 3D-camera terwijl ze werpen, en door hun bewegingen met een brace stelselmatig te blokkeren. Drie morfologische veranderingen blijken cruciaal: een langere romp, lagere schouders, en een horizontaler georiënteerd schoudergewricht. De langere romp heeft de mens meer rotatievrijheid gegeven (de torso kon onafhankelijk van de heupen draaien), de lagere schouders verlichtten de inspanning tijdens het gooien, en door het anders georiënteerde schoudergewricht kon de mens zijn arm veel verder naar achteren brengen. Door die drie veranderingen kon de mens meer energie opstapelen voor zijn worp.

Wanneer de mens precies is beginnen speerwerpen, kunnen we niet afleiden uit gevonden speerpunten: de oudste dateren van 500.000 jaar geleden. Maar mensen doodden al minstens 2 miljoen jaar geleden dieren. ‘Anderhalf miljoen jaar lang gebruikte de mens scherpe houten stokken’, suggereert prof. Daniel Lieberman van Harvard. ‘Daar moet je al hard en precies mee gooien om te kunnen doden.’ (il)