Nieuw onderzoek naar 5000 jaar oude Spaanse skeletresten suggereert dat veel van de gevonden individuen mogelijk slachtoffer waren van een relatief grootschalig gewapend conflict. Daarmee lijkt oorlog in Europa zo'n duizend jaar ouder dan voorheen werd aangenomen.
Beeld: Didier Descouens (CC BY-SA 4.0)
In 1985 stootte een bulldozer bij wegenwerken op menselijke resten in San Juan ante Portam Latinam. De site in het noorden van Spanje bleek uit de Late Steentijd te dateren, en archeologen vonden er uiteindelijk de overblijfselen van minimum 338 individuen. Toen al werd duidelijk dat het om slachtoffers van geweld ging, want vele skeletten vertoonden sporen van verwondingen.
Teresa Fernádez-Crespo, als archeoloog verbonden aan de Universidad de Valladolid, en haar team besloten om de vondsten opnieuw tegen het licht te houden. 'Eerder werd aangenomen dat ging het om slachtoffers van een rooftocht of een kort conflict van slechts enkele dagen. Men ging ervan uit dat langdurige strijd in die periode nog niet voorkwam omdat de manier van leven dat niet kon dragen.'
De nieuwe analyse laat een ander beeld zien. Een vierde van de geïdentificeerde individuen lijkt een gewelddadige dood gestorven te zijn. Dat is significant meer dan in andere graven uit dezelfde periode. Daarnaast vertonen 49 individuen sporen van eerder geweld die al genezen waren op het moment dat ze omkwamen. De beenderen van mannen zijn oververtegenwoordigd. Ook vertonen veel schedels een frontale impact van pijlpunten, wat wijst op strijd op een slagveld. De overblijfselen van vrouwen en kinderen vertonen evengoed tekenen van geweld. Verder lijkt het erop dat de mensen begraven in San Juan ante Portam Latinam onder een tekort aan voedsel gebukt gingen.
Geen overval maar lange oorlog
Daarmee verschilt San Juan ante Portam Latinam van andere sites uit dezelfde periode. 'Op plekken bedoeld als begraafplaats ligt het aantal individuen meestal lager, is de verhouding tussen mannen en vrouwen gelijk verdeeld, en vinden we maar weinig jonge mensen terug. De lichamen zijn er met zorg neergelegd, en voorzien van grafgiften. Op deze site liggen de lichamen kriskras door elkaar in atypische posities, en de weinige materiële goederen die de menselijke resten vergezellen, zijn pijlpunt die sporen van impact vertonen.'
'Het heeft er alles van dat het grotendeels gaat om een begraafplaats voor slachtoffers van een relatief omvangrijk, georganiseerd conflict dat door mannen op het slagveld werd uitgevochten', aldus Fernádez-Crespo. 'Niet om overvallen zoals bij andere geweldgerelateerde overlijdens op andere sites. Deze oorlog moet een tijd geduurd hebben, gegeven de slechte gezondheidstoestand die we uit de overblijfselen aflezen.'
Bloedig tijdsvak
Het massagraf in San Juan ante Portam Latinam is naar schatting tussen 5400 en 5000 jaar oud. Daarmee is het zo'n duizend jaar ouder dan eerdere sites waar de vondsten in de richting van een relatief grootschalig gewapend conflict wijzen. Maar deze periode, de Late Steentijd, stond wel al gekend als bijzonder gewelddadig. Het is de periode waarin de landbouw zich over Europa verspreidde, met in zijn spoor georganiseerd geweld.
'Landbouw is geen vereiste voor langdurig, georganiseerd geweld – oorlog dus – maar faciliteert het wel’, vertelt Fernádez-Crespo. 'Landbouwers hebben veel te verdedigen. Akkers, vee, weilanden. Maar evengoed kunnen bijvoorbeeld culturele verschillen aan de basis van dit conflict gelegen hebben. Als men de verhouding tussen bevolkingsgrootte en sporen van geweld in acht neemt, is deze periode een van de bloedigste in de geschiedenis van Europa.'