Veel kersverse ouders pronken op sociale media graag met foto's van hun baby, tot grote vreugde en ergernis van vrienden. In de negentiende eeuw pronkten ouders op een heel andere manier met hun baby’s: ze stalden hen uit op babytentoonstellingen.
Susan J. Pearson schrijft in haar paper uit 2008 dat de eerste babytentoonstelling plaatsvond in 1854 tijdens een kermis in Ohio, Verenigde Staten. 127 baby’s dongen mee naar prijzen. Ze konden prijzen winnen voor de dikste, dunste, knapste baby, of die met het roodste haar. Prijzen waren o.a. zilveren lepels, naaimachines en geld. Decennia lang hielden entertainers gelijkaardige wedstrijden.
Organisatoren zochten gewoonlijk via lokale kranten naar deelnemers. Bij de wedstrijden werden de baby’s (samen met hun moeders of kinderjuffrouwen) tentoongesteld voor een jury en het publiek, soms voor enkele uren, soms voor langer dan een week.
De baby’s werden onderverdeeld volgens geslacht, leeftijd en soms ras. De juryleden waren dokters, managers van landbouwbeurzen of gewone mensen. Soms werden vrijgezellen uitgekozen omdat men dacht dat ze objectief konden oordelen over baby’s. De winnaar werd ofwel uitgekozen door de jury of door het publiek aan de hand van een stemming.
Volgens Pearson reflecteerde de populariteit van babytentoonstellingen een veranderende kijk op het moederschap in de tweede helft van de negentiende eeuw. De Amerikaanse middenklasse kocht alsmaar meer dingen die ze nodig had en maakte ze minder zelf, waardoor de commerciële buitenwereld en het huiselijk leven aparte werelden werden. Onder vrouwenarbeid werd toen niet meer de productie van artikelen verstaan, maar de productie van kinderen.
Sommigen zagen babytentoonstellingen op lokale kermissen als een uitbreiding op tentoonstellingen van huisgemaakte producten, zoals boter en flanel. Tegelijkertijd was er een grotere vraag naar entertainende openbare evenementen. En zoals een krant uit Chicago in die tijd stelde: “Mooie, dikke, mollige, rozige baby’s zijn aangename objecten.”
Anderen hadden bezwaar tegen de wedstrijden omdat ze de huiselijke wereld openbaar maakten. Feministe Elizabeth Oakes Smith schreef het volgende over een babyvoorstelling in Barnum: “Het is in wezen walgelijk om binnen het huis de sluier te proberen verwijderen die de kuise dame beschermt.”
Voor enkele critici waren de babytentoonstellingen een metafoor voor slavernij. Menselijke wezens werden namelijk beoordeeld eerder op hun dierlijke kenmerken dan hun spirituele kenmerken. Deze kritiek was er vooral op “gekleurde” babytentoonstellingen waarbij zwarte baby’s en moeders tentoongesteld werden voor een wit publiek.
Ondanks de critici werden babytentoonstellingen tot begin de twintigste eeuw gehouden. Uiteindelijk vormden de babytentoonstellingen zich om tot een volledig nieuw fenomeen: schoonheidswedstrijden waarbij jonge vrouwen tentoongesteld worden.
Vertaling: Annelies Dotselaere