Reconstitutie biedt de mogelijkheid van een openhartige dialoog en een solide samenwerking. Het is de beste manier om de kwestie van teruggave snel op te lossen, stelt Henry Bundjoko Banyata (directeur van het Nationaal Museum van de Democratische Republiek Congo).
Sommigen vragen zich af wat het standpunt van de Democratische Republiek Congo (DCR) is ten aanzien van de teruggave van cultureel erfgoed. Frans president Macron lanceerde een oproep om het Afrikaanse continent zijn werken terug te geven. Voor de DRC is deze eis tot teruggave niet nieuw. Het is een reeds lang bestaande aanpak die vorm zou hebben gekregen sinds de rondetafelconferentie die in België, of zelfs iets eerder. Al in 1959 werd de kwestie van de teruggave van kunstwerken uit Congo, tegelijk met de onafhankelijkheid, aan de orde gesteld als een van de eisen. Helaas heeft deze teruggave niet plaatsgevonden door het ontbreken van een follow-up-commissie.
Later omarmde Congolees President Mobutu het idee dat werken naar hun land van herkomst worden teruggestuurd. Hij sprak erover in zijn toespraak tot de Verenigde Naties in 1973. Daartoe heeft België tussen 1976 en 1982 een aantal werken teruggegeven aan de DRC (toen Zaïre), via het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren / het Afrika Museum en het Institut des Musées Nationaux du Congo (vanaf dan het IMNZ). Het ging met name over 32 werken van het Musée de la vie indigène die naar België waren gezonden voor de tentoonstelling van 1958 en 114 werken uit zijn reserves en 600 voorwerpen die vóór 1960 door de onderzoekers van het IRSAC waren verzameld. Daarna volgde nog een partij, waarmee het totaal van de in Tervuren bewaarde voorwerpen op 104.000 komt.
Langdurig proces
Ondanks de teruggave van deze meesterwerken, bleef de museale infrastructuur en conservatie voor een groot aantal Afrikaanse landen een reëel probleem. Uit de verklaring van president Macron blijkt dat het voor de DRC, net als voor andere Afrikaanse landen, noodzakelijk is om zich hun culturele eigendom dringend terug te krijgen, waar dat zich ook in het land of in het buitenland bevindt. Tegelijkertijd verklaarde hij dat deze cultuurgoederen een gedeeld erfgoed zijn, waarmee hij aangaf dat teruggave een langdurig proces is. Het vereist een diepgaande reflectie, een goed uitgewerkte strategie en een uitdaging die moet worden overwonnen.
De ogen van de Congolezen zijn gericht op Tervuren in België, terwijl hun werken overal ter wereld te vinden zijn (Duitsland, Nederland, Groot-Brittannië, Verenigde Staten van Amerika, ...). Bovendien is teruggave altijd het onderwerp van geschillen geweest. Om eindeloze rechtszaken te voorkomen, was het dus tijd om af te stappen van dit oude idee van teruggave, dat conflictueus en tijdrovend lijkt te zijn omdat er twee staten bij betrokken zijn: de Belgische en de Congolese.
Op 2 december 2017, toen president Macron de teruggave van zijn culturele goederen aan het Afrikaanse continent verklaarde, besprak het Instituut van Nationale Musea van Congo, dat de beheerder is van het erfgoed van de DRC, de kwestie met de directeur van het Afrika Museum in Kinshasa. Enkele punten waren onderwerp van gesprek, namelijk: de redenen voor de aanwezigheid van het DRC-erfgoed in Tervuren; de mogelijkheden voor verwerving van werken door Tervuren (verzameling, aankoop, schenking, legaat); de resultaten van opgravingen; illegale handel; wetenschappelijke samenwerking tussen de twee instellingen en strategieën voor teruggave.
Aan het eind van de vergadering werden enkele mogelijke oplossingen aangedragen:
- Tervuren had er zich al toe verbonden de resultaten van opgravingen van na 1960 terug te geven aan de DRC, net zoals bepaalde kunstvoorwerpen uit de DRC die in een omstreden positie zaten
- Tervuren zal klaar staan om de IMNC-deskundigen te ontvangen voor een inventarisatie en een contra-expertise in zijn hoofdkantoor in Tervuren
- Deze IMNC-deskundigen zullen dubbele objecten kunnen aanvragen om de leemte in de IMNC-collectie op te vullen
- De wetenschappelijke samenwerking zal worden voortgezet
In hetzelfde jaar 2018 organiseerde het Waza Cultureel Centrum van Lubumbashi, in de Academie voor Schone Kunsten van Kinshasa, een symposium over de kwestie van de restitutie van culturele eigendom van het Afrikaanse continent. De deelnemers wensten een snelle teruggave en vroegen om de betrokkenheid van de twee staten (België en de DRC). Anderen stelden daarentegen een aantal problemen aan de orde, zoals de infrastructuur, instandhouding, opleiding, enz.
Op 23 november 2019, tijdens de inhuldiging van het Nationaal Museum van de DRC, verklaarde het Congolese staatshoofd ten overstaan van Nederlandse journalisten het volgende: 'Ik zal erop toezien dat het Congolese culturele erfgoed en de historische archieven die onder verschillende omstandigheden en bij verschillende gelegenheden naar het buitenland zijn geëxporteerd en die de geschiedenis van de DRC hebben doorkruist, geleidelijk en op gecoördineerde wijze aan het Congolese volk worden teruggegeven'.
Gunstig of conflictueus
Op basis van deze verklaring moet een commissie worden ingesteld die belast wordt met de genoemde teruggave. Maar eerst werd een forum georganiseerd over de reconstitutie van de archieven en het Congolese culturele erfgoed. Op 29 juni 2019 vond dit forum daadwerkelijk plaats. Het beoordeelde de teruggave als een vordering die gunstig kan zijn of conflictueus kan worden, zelfs voor een bepaalde categorie van goederen zoals menselijke beenderen, producten van opgravingen.
De deelnemers kozen voor reconstitutie in plaats van restitutie. Reconstitutie betekent het uitvoeren van acties in binnen- en buitenland om het cultureel erfgoed van de DRC te reconstitueren. In het binnenland betekent dat: de voorwerpen van materiële cultuur verzamelen die zich nog in hun oorspronkelijke omgeving bevinden met het risico ze te verliezen, museumstructuren creëren, de immateriële cultuur herwaarderen, de bevolking sensibiliseren en opvoeden om een museumcultuur en een geest van conservatie tot stand te brengen, enz. Reconstitutie in het buitenland houdt in: alle landen identificeren die voorwerpen uit de DRC bezitten om te onderhandelen over de teruggave, om hun financiële steun te vragen in plaats van ze te herstellen, om de culturele en wetenschappelijke samenwerking te versterken, enz.
Tenslotte blijft reconstitutie de enige en uitstekende manier om de kwestie van teruggave snel op te lossen. Het biedt de mogelijkheid van een openhartige dialoog en een solide samenwerking.