De uitheemse flora in streken die ooit deel uitmaakten van hetzelfde koloniaal rijk vertoont een opvallende overeenkomst met elkaar. Die gelijkenissen tekenen zich sterker af naarmate de duur en de intensiteit van de koloniale periode.
Foto boven: Robinia pseudocacia is een in Noord-Amerika inheemse boom die op alle continenten is geïntroduceerd. Europese rijken hebben vaak een belangrijke rol gespeeld bij de introductie en verspreiding ervan. (C: Franz Essl)
Een internationaal team wetenschappers legde een database van uitheemse planten naast modellen die de kolonisatie door Europese landen weergeven. 'In die data zagen we dat verspreidingspatronen van planten gelinkt zijn aan de koloniale geschiedenis,' vertelt Bernd Lenzner, ecoloog gespecialiseerd in invasieve soorten, en verbonden aan de Universiteit van Wenen.
'De gelijkenissen tussen regio's die ooit deel uitmaakten van hetzelfde koloniale imperium zijn groot, ook vandaag nog. De verspreiding van planten doorheen koloniale rijken vond plaatst in alle mogelijke richtingen, zowel tussen de Europese centra en de koloniale gebieden, als tussen kolonies onderling. Vaak gebeurde het verhuizen van soorten per ongeluk, maar evengoed introduceerde men soorten omwille van economische redenen of botanische curiositeit.'
Elk rijk eigen verspreidingspatroon
De koloniale geschiedenis is natuurlijk niet de enige factor die bepaalt welke uitheemse planten ergens wortel schieten. De ecologische omstandigheden moeten in de eerste plaatst toelaten dat een nieuwe soort zich ergens weet te handhaven. De bevolkingsdichtheid en het niveau van ontwikkeling en connectiviteit vandaag spelen evengoed een rol. 'Maar de affiliatie met een bepaald koloniaal rijk blijkt even belangrijk als deze hedendaagse factoren,' aldus Lenzner.
Meer nog, de verschillende koloniale rijken hebben elk op hun specifieke manier de verspreiding van planten over de wereld in de hand gewerkt, aldus Lenzner. 'De gelijkenissen zijn groter binnen koloniale rijken dan tussen imperia onderling. De meeste koloniale machten hielen er een restrictieve handelspolitiek op na. Dat maakte dat handel in de eerste plaats binnen een koloniaal rijk plaatsvond, eerder dan tussen de verschillende koloniale mogendheden. De verspreiding van planten door handel, transport en doelbewuste introducties was dan ook intenser binnen een koloniaal rijk dan ertussen, iets wat vandaag nog te zien is in de uitheemse flora.'
De impact van de kolonisatie op de verspreiding van planten hangt samen met de duur dat een regio onder Europese bezetting stond, en met het belang ervan binnen het koloniaal rijk. 'We zien veel meer uitwisseling van plantensoorten tussen regio's die een groot economisch of strategisch gewicht hadden binnen een imperium zoals de Indische Archipel bijvoorbeeld, de eilanden tussen Azië en Australië en een regio cruciaal voor de handel in specerijen.'
De verschillen in het verspreidingspatroon van uitheemse flora hebben ook te maken met de periode waarin een regio onder Europese bezetting kwam. Het hoogtepunt van het Brits koloniaal rijk kwam later dan dat van zijn Spaanse of Portugese tegenhanger, zegt Lenzner. 'In de periode dat Groot-Brittannië de dominante koloniale macht was, stond de technologie al veel verder. Transport was makkelijker, frequenter en sneller, wat tot een veel intensere verspreiding van soorten leidde.'
Ondertussen leven we in een sterk geglobaliseerde wereld, en reizen planten, dieren en micro-organismen de wereld rond op een nooit geziene schaal. Dat daartussen vandaag nog steeds duidelijk de botanische voetafdruk van de kolonisatie terug te vinden is, stemt tot nadenken, aldus Lenzner. 'Het verspreiden van soorten door de mensen heeft een impact op biodiversiteit die zich soms eeuwen later nog laat voelen. Dat zou ons voorzichtiger moeten maken, want soorten verplaatsen over de wereld heeft langdurige en diepgaande gevolgen die pas in de toekomst duidelijk worden.'