Hoe evolueerden onze verre voorvaderen stap voor stap van viervoeter naar tweevoeter? Een nieuwe studie wijst op een tot nog toe onbekend tussenspurtje dat samenhangt met ons binnenoor en klimaatverandering.
De Lufengpithecus in zijn natuurlijke habitat, zo’n 6 miljoen jaar geleden. (© Institute of Vertebrate Paleontology and Paleoanthropology, Chinese Academy of Sciences)
Het is een cruciaal kantelpunt in onze evolutionaire stamboom: ooit bewoog de mens in spe zich voort op vier ledematen annex voeten maar op een bepaald moment staat hij rechtop en is hij een tweevoeter geworden. Hoe de tussenliggende evolutionaire fases er precies uitzien is een vraag die wetenschappers al tijden intrigeert en vandaag nog steeds blijft intrigeren. Helemaal helder ontrafeld zijn die namelijk nog steeds niet. Een recente studie doet een nieuwe poging om de puzzel weer een beetje meer te vervolledigen.
Centraal in het onderzoek staan een aantal schedels van de zogenoemde Lufengpithecus, een uitgestorven apengeslacht dat zo’n zes miljoen jaar geleden in Oost-Azië leefde. Chinese onderzoekers maakten 3D-scans van het binnenoor. Daarin bevindt zich het evenwichtsorgaan dat, zoals bekend, een hoofdrol speelt in hoe wij ons voortbewegen. Het grote verschil met eerdere onderzoeken is dat die in eerste instantie focusten op vergelijkende studies van de schouder, de ruggengraat, het bekken, de beenderen van de ledematen enzovoort. Dit team vergeleek zijn 3D-scans met binnenoren van andere levende en fossiele apen en mensen uit Azië, Europa en Afrika.
De meest opmerkelijke vaststelling was dat klimaatverandering wel eens een grotere rol kan gespeeld hebben dan tot nog toe werd aangenomen. Meer concreet: als een belangrijke ecologische katalysator in de zogenoemde locomotorische diversificatie. In de manier waarop en het tempo waarin apen en mensen zich anders gingen voortbewegen. Het team kijkt daarbij vooral naar de wereldwijde afkoeling in het noordelijk halfrond van zo’n 3,2 miljoen jaar geleden. Die blijkt namelijk samen te vallen met een piek in de mate waarin het benige labyrint in het binnenoor evolueerde. Volgens de onderzoekers kan dit wijzen op een versnelling – een soort tussensprintje, zeg maar – in de evolutie van viervoeter naar tweevoeter.