Archeologisch onderzoek werpt nieuw licht op het mysterie dat historici al eeuwen fascineert.
Lang voor Columbus zetten Leif Erikson en de Vikingen in 999 als tot nu toe eerste bekende Europeanen voet aan wal in Noord-Amerika, check. Zijn vader, Erik de Rode, stichtte daarvoor de uitvalsbasis: een bloeiende Vikingkolonie op het relatief nabijgelegen Groenland, die druk ruilhandel dreef met Europa, check. Maar waarom verdwenen die nederzettingen plots weer in de vijftiende eeuw? Mysterie.
De voorlopig enige verklaring – een ingrijpende klimaatverandering op het eiland als gevolg van de kleine ijstijd, van de vijftiende tot de negentiende eeuw – voldeed namelijk niet helemaal. Archeologisch onderzoek onder leiding van hoogleraar middeleeuwse archeologie James H. Barrett (Cambridge University) werpt nu een mogelijk nieuw licht op het raadsel. Een fascinerend nieuw inzicht, want het klinkt als de analyse van een, misschien wel hét probleem van onze wereld van vandaag: globalisering leidde tot economische problemen, en de reactie bracht een ecologisch drama met zich mee.
Walrussenramp
Barrett en zijn team stellen dat de ondergang van de Vikingkolonies samenhangen met de crash van de vraag naar een van hun belangrijkste exportproducten: slagtanden van walrussen, omwille van het ivoor. ‘Maar vanaf de dertiende eeuw kreeg Europa steeds meer toegang tot Afrika, en de import van slagtanden van olifanten was economisch veel aantrekkelijker. Het was veiliger, goedkoper en het leverde meer ivoor op. De prijzen voor walrusivoor kelderden. In een wanhoopspoging om het tij te keren, gingen de Vikingen op Groenland steeds meer walrussen vangen. Daardoor nam de populatie dramatisch af, met alle gevolgen van dien voor het ecologisch evenwicht én de Vikingen zelf. Ze moesten almaar dieper in steeds onherbergzamere gebieden doordringen om nog voldoende walrussen te vinden. Waarbij ze ook nog eens een op termijn levensnoodzakelijke rem opgaven: ze slachtten ook walrusvrouwtjes en kleintjes. Een biologische ramp, en het bracht hen geen stap vooruit. Vandaar dat ze in de vijftiende eeuw Groenland letterlijk en figuurlijk achter zich lieten.’
‘De dood van de zon’
Lagen de Vikingen überhaupt wakker van ecologie? Je zou zeggen van niet, op basis van hun door recente tv-successeries als Vikings nog aangezwengelde imago van brandschattende plunderaars en verkrachters. Zowat gelijktijdig met de bevindingen van het Cambridgeteam verscheen daarover een al even verrassende studie. Professor Per Holmberg, taalkundige aan de universiteit van Göteborg, en zijn onderzoeksteam stellen namelijk dat de Vikingen in de negende eeuw al vreesden voor een klimaatcrisis in Scandinavië.
Holmberg, een specialist in de socio-semiotiek, concludeert dat uit zijn nieuwe analyse van een van de bekendste overgebleven Vikinggeschriften: de Runensteen van Rök. De meest courante interpretatie van deze oudst bekende tekst in het Oudnoords was dat het om een heldendicht ging. Holmberg: ‘Maar onze bevindingen geven aan dat het een waarschuwing is voor een dreigende verstoring van het kosmische evenwicht. Een voorspelling van een ecologische ramp, verpersoonlijkt door wat ze op de steen omschrijven als “de dood van de zon”.’
Bronnen: cam.ac.uk, Quaternary Science Reviews en Futhark - International Journal of Runic Studies.