Zeldzame resten van middeleeuwse verfplanten ontdekt

Archeologen hebben resten van wouw, meekrap en wede ontdekt bij opgravingen in Brussel en Mechelen. ‘In Brussel gaan de oudste lagen met resten van verfplanten terug tot de 12e eeuw.’

Wouw, meekrap en wede waren de drie belangrijkste verfplanten uit de middeleeuwen. Ze werden gebruikt om textiel respectievelijk geel, rood en blauw te verven. De vondst is uitzonderlijk, want het is de eerste keer dat er in Belgie resten van wede zijn gevonden. Archeobotaniste Lien Speleers van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen onderzocht de resten.

Hoe zijn jullie tot deze vondst gekomen?

In 2019 was er een grote opgraving in het centrum van Brussel, op de site van Parking 58. Dat gebouw werd afgebroken om plaats te maken voor het administratief centrum Brucity. Bij die werken werden de resten van de middeleeuwse haven gevonden en ook de metersdikke afzetlaagjes van de rivier die daar ooit stroomde. Daarin werden de resten van de verfplanten gevonden.’

Op de site van Parking 58 in het centrum van Brussel zijn tientallen bodemstalen genomen. Credit: Urban Brussels

‘In Mechelen ging het om een kleinere opgraving. Ze hebben in de Zakstraat gegraven ter hoogte van de Melaan. Dat is een vliet die in de middeleeuwen geassocieerd was met ververs. Ververs werkten vaak langs rivieren omdat ze dan makkelijk water konden nemen voor in hun verfkuipen, om de stoffen te spoelen en om hun afval in te lozen.’

‘Archeologen hebben op beide plaatsen bodemstalen genomen. In Mechelen ging het om slechts enkele stalen, in Brussel om vele tientallen. We hebben deze stalen uitgezeefd, het overgebleven residu onder de microscoop onderzocht en de plantenresten eruit gehaald. Die resten heb ik vergeleken met onze moderne referentiecollectie in ons instituut. Dat is een collectie met allemaal potjes met zaden en vruchten gerangschikt per familie en per soort. Zo ontdekten we resten van wouw, meekrap en wede in stalen van zowel Brussel als van Mechelen.’

 Wat moet ik me precies voorstellen bij die resten? En waarom zijn vondsten van verfplanten zo zeldzaam? 

‘Van de gele verfplant wouw hebben we duizenden zaadjes teruggevonden. Dat viel me meteen op toen ik de stalen analyseerde. Maar ik zag ook in bijna alle stalen gekleurde, houtige wortelfragmenten. Die kwamen goed overeen met het moderne referentiemateriaal voor meekrap, maar dat kon ik niet met zekerheid zeggen op basis van die geplette fragmentjes. Daarom hebben we ze opgestuurd naar het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Daar werd via vloeistofchromatografie bevestigd dat het om wortels van meekrap ging. Ten slotte hebben we in ongeveer een vierde van de stalen die meekrap en wouw bevatten, fragmentjes van de vrucht van de blauwe verfplant wede gevonden.’

Hedendaags wol geverfd met - van links naar rechts - meekrap, wouw en wede. Credit: KBIN.

‘Bij verfplanten worden vaak de bladeren, stengels of wortels gebruikt. Die bestaan uit zachtere weefsels en bewaren dus minder goed dan zaden en vruchten. In het geval van meekrap werden bijvoorbeeld enkel de wortels gebruikt. Bij wouw ging het om de volledige plant buiten de wortels, waardoor het dus logisch is dat we heel veel zaadjes hebben teruggevonden. Bij wede ging het om de bladeren. Dat is sowieso al zacht weefsel, maar die bladeren werden dan nog eens tot een papje gemaakt en vervolgens gefermenteerd. De kans is dus superklein om hier resten van te vinden. Nu hebben we voor het eerst in België fragmentjes van de vruchten gevonden. Waarschijnlijk zijn dat resten die op toevallige wijze met de bladeren zijn meegekomen, want de vruchten waren niet nodig om te verven.’

‘Ten slotte moet je ook geluk hebben dat er in een stad net opgravingen zijn op een plaats die gelinkt was met verversactiviteiten. Archeologische resten blijven het best bewaard voor toekomstige generaties wanneer ze in de bodem blijven. Daarom worden archeologische opgravingen alleen uitgevoerd op locaties waar geplande grondwerken, zoals de bouw van gebouwen, het bodemarchief dreigen te vernielen.’

Wat is het belang van deze vondst voor uw vakgebied? 

‘Het is een mooie vondst omdat resten van verfplanten zeldzaam zijn. Het is de eerste keer dat we resten van wede hebben gevonden in België en ook nog maar de derde keer van meekrap. Die soort werd eind jaren 90 al eens gevonden bij opgravingen op de Gentse Korenmarkt en enkele jaren later op de Brugse Verversdijk. Ook in onze buurlanden zijn resten van meekrap zeldzaam. Bij mijn weten hebben ze dat gevonden op enkele plaatsen in Engeland, in een 17e-eeuws Nederlands verversatelier en in een 18e-eeuws scheepwrak in de Baltische zee. Dat we nu op twee verschillende plaatsen in België de drie belangrijkste verfplanten samen aantreffen, is dus wel uniek.’

Textiel werd rood geverfd met behulp van meekrap.

‘Daarnaast bevestigt het ook mooi de historische gegevens. We wisten bijvoorbeeld uit historische bronnen dat de Melaan geassocieerd was met verversactiviteiten en dat er ververs woonden in huizen waarvan de achtererven uitkwamen op de rivier. Deze vondst bevestigt dat nog een keer met fysiek bewijs.’

‘Ten slotte leert het ons ook heel wat bij. In Brussel gaan de oudste lagen met resten van verfplanten op zijn minst terug tot het midden van de 12e eeuw. Dat is eerder dan we terugvinden in geschreven bronnen. De jongste lagen dateren van eind 15e eeuw. We kunnen de verversactiviteiten dus doorheen minstens drie eeuwen volgen. Dat de resten zowel in Brussel als in Mechelen in oude rivierbeddingen gevonden zijn, toont ook aan dat onderzoek naar archeobotaniche resten in stedelijke rivieren belangrijk is voor de reconstructie van artisanale activiteiten in de stad.’