Gezondheid

Acht feiten en fabels over pillen slikken

Onderzoek toont dat 5,6 procent van de ongeplande hospitalisaties verband houdt met een geneesmiddel. Bijna de helft daarvan is te voorkomen. De richtlijnen van bijsluiter, arts en apotheker volgen is een no-brainer. Maar er is nog meer om rekening mee te houden. Enkele feiten en fabels op een rij.

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

1. Pillen slikken moet met een groot glas water.

Feit, tenzij je arts of apotheker het anders aanraadt.

De aanbeveling komt niet zomaar uit de lucht gevallen. Ze is gebaseerd op klinische studies waarin medicijnen eerst grondig worden onderzocht voor ze op de markt komen. Proefpersonen slikken de geneesmiddelen standaard door met 150 tot 240 milliliter water. De conclusies uit die studies gelden strikt genomen alleen als je de medicijnen op dezelfde manier inneemt. Met een groot glas water dus.

In de praktijk doen zeer weinig mensen dat. Dat bleek onder andere uit de bevraging die Patrick Augustijns van het Laboratorium Farmacotechnologie en Biofarmacie van de KU Leuven enkele jaren geleden uitvoerde bij tweeduizend Vlamingen. ‘De meesten slikten hun pillen vaak wel met water, maar 47 procent deed dat maar met een half glas en 37 procent beperkte zich zelfs tot een slok. Nog geen 13 procent haalde het nodige volume.’

Er waren er zelfs behoorlijk wat (3,4%) die de pillen droog naar binnen werkten. ‘Ik zie dat ook weleens gebeuren. Het is absoluut niet wenselijk’, zegt Loes Visser, ziekenhuisapotheker en epidemioloog aan het Erasmus MC in Rotterdam. ‘Als er geen vloeistof aanwezig is in de maag waarin de pillen kunnen oplossen, dan gaat een groot deel ervan via het maag-darmkanaal zo weer naar buiten. De werkzame stof is niet eens vrijgegeven. Op die manier medicatie slikken heeft weinig tot geen effect.’

2. Met andere vloeistoffen je pillen innemen, zoals met het drankje dat op dat moment toevallig voor je neus staat, houdt een zeker risico in.

Feit en fabel. Of er een risico is en hoe groot het is, hangt af van het geneesmiddel.

 ‘Soms hoor ik mensen zeggen dat ze antibiotica nemen en daarom veel melk drinken en yoghurt eten’, zegt Boussery. ‘Sommige antibiotica verliezen dan zowat hun hele werking.’ Zuivelproducten bevatten veel calcium en bepaalde antibiotica binden zich daaraan. Je lichaam kan de werkzame stof niet meer opnemen. Het resultaat: je hebt nauwelijks nog effect van je antibioticum. ‘Ciprofloxacine is zo’n middel’, zegt Visser. ‘We zetten het vaak in bij blaas-, prostaat- en nierinfecties. Als je dit antibioticum tegelijk inneemt met zuivelproducten, komt maar liefst 80 procent minder werkzame stof in je bloed terecht.’

Zuivelproducten zijn niet de enige boosdoeners. Pompelmoes is er nog zo een. Artsen en apothekers raden ten stelligste af dat patiënten pompelmoes eten of drinken wanneer ze bepaalde cholesterol- en bloeddrukverlagers moeten nemen. ‘Pompelmoessap legt de ontgiftingsenzymen plat die nodig zijn om die geneesmiddelen af te breken’, zegt Visser. ‘De werkzame stof in het bloed kan met een factor 7 verhogen. Dat kan ernstige bijwerkingen geven.’ Uit een overzichtsstudie die in 2013 verscheen, blijkt dat pompelmoes een effect kan hebben op meer dan 85 soorten pillen. ‘Bij 43 daarvan kan het glaasje sap zelfs voor ernstige complicaties zorgen’, vertelt Ron Mathijssen, internist-oncoloog en klinisch farmacoloog aan Erasmus MC Rotterdam.

Uiteraard kan ook alcohol de werking van medicijnen beïnvloeden. Afgezien van het bekende bedwelmende effect bleek enkele jaren geleden dat rode wijn de opname en uitscheiding verstoort van cyclosporine. Dat geneesmiddel onderdrukt afstotingsverschijnselen na een orgaantransplantatie. ‘Wellicht heeft dat te maken met de flavonoïden in rode wijn’, vertelt Mathijssen. ‘Die verstoren in het lichaam het transport van geneesmiddelen dat via allerlei eiwitten gebeurt.’

Soms vraagt het type geneesmiddelen extra aandacht. NSAID’s, een soort ontstekingsremmende pijnstillers, kunnen irriterend zijn voor maag en slokdarm. Een klassieker als ibuprofen kan de maagwand aantasten en zelfs een maagbloeding veroorzaken. Ook bisfosfonaten, vaak nodig bij osteoporose, staan bekend om hun irriterende werking. Bij deze middelen is het belangrijk dat je ze met een grote hoeveelheid vloeistof doorslikt, zodat ze niet in de slokdarm blijven hangen. Het is ook geen goed idee om ze door te spoelen met dranken die zelf irritaties kunnen veroorzaken. ‘Het koolzuur in frisdranken veroorzaakt ook nog eens een opwaartse kracht, waardoor de maaginhoud makkelijker terugkeert naar de slokdarm’, zegt Boussery.

3. Soms is een andere drank dan plat water net aangewezen.

Feit. Al is dat vaak niet te veralgemenen naar andere geneesmiddelen.

In sommige gevallen kan cola net wel aangewezen zijn. Dat ontdekten Mathijssen en ziekenhuisapotheker Roelof van Leeuwen (Erasmus MC Rotterdam) toen ze een oplossing zochten voor een praktisch probleem bij longkankerpatiënten. Het medicijn erlotinib kan pas in het bloed terechtkomen als het eerst oplost in het zure milieu van de maag. Maar kankerpatiënten gebruiken ook maagzuurremmers om zweren en bloedingen te voorkomen als gevolg van andere medicatie. Die remmers verlagen de opname van erlotinib met 40 tot 50 procent. In zulke gevallen komt cola goed van pas.  ‘We ontdekten dat een glas cola de maag heel even wat zuurder maakt, waardoor de opname van het geneesmiddel wel lukt en patiënten hun maagzuurremmers kunnen blijven doornemen’, aldus Mathijssen. ‘Sindsdien nemen patiënten over de hele wereld erlotinib standaard in met cola in plaats van met water.’

Soms is water geen optie. Patiënten met slikproblemen ondervinden vaak moeite om er hun medicijnen mee in te nemen. ‘Voor hen kan het makkelijker zijn om een meer stroperige vloeistof te gebruiken, zoals appelmoes’, zegt Boussery. ‘Dan mag er wel geen wisselwerking zijn tussen het geneesmiddel en de appelmoes.’

En wat met bruiswater? Enkele jaren geleden vergeleek het team van Augustijns of pijnstillers met paracetamol sneller effect hadden als patiënten ze met koolzuurhoudend water innamen in plaats van met water zonder bubbels. Het idee kwam voort uit wetenschappelijk onderzoek waaruit naar voren was gekomen dat bruistabletten sneller effect hadden dan gewone. Via een katheter namen de onderzoekers monsters van de maaginhoud van proefpersonen om na te gaan hoe snel het pilletje daar uiteenviel. ‘Met water zonder prik gebeurde dat pas na een half uur, met bruiswater al na 10 minuten’, zegt Augustijns. ‘Uit bloedmonsters bleek dat de paracetamol nadien ook sneller in het bloed terechtkwam. We noteerden de maximale concentraties met water zonder koolzuur pas na 95 minuten, terwijl de piek met bruiswater al na een half uurtje kwam.’ De resultaten zijn evenwel niet te veralgemenen naar andere geneesmiddelen.

4. Pillen slikken moet altijd op een vast tijdstip.

Feit en fabel. Bij het ene is het van cruciaal belang, bij het andere maakt het niets uit.

Het werkingsmechanisme van de medicatie speelt daarbij een grote rol. Artsen en apothekers raden bijvoorbeeld aan om statines (die de aanmaak van cholesterol afremmen) ’s avonds in te nemen. De lever maakt ’s nachts immers meer cholesterol aan dan overdag, waardoor het middel beter werkt als je het voor het slapengaan inneemt.

In sommige gevallen kun je spelen met het tijdstip waarop je pillen slikt om bijwerkingen te vermijden. Bij de ene patiënt gaan bepaalde antidepressiva gepaard met slaperigheid, terwijl ze bij de andere net onrustig maken. Diuretica of vochtafdrijvers die onder andere helpen bij hoge bloeddruk en vochtophoping hebben vaak als bijwerking dat je daar nogal frequent van moet plassen. Door ze ’s morgens voor te schrijven, ontzien artsen de nachtrust van hun patiënten.

Sommige geneesmiddelen moet je op een nuchtere maag innemen. Dat valt ’s morgens makkelijker te organiseren dan ’s avonds. Levothyroxine wordt als geneesmiddel voorgeschreven als de schildklier niet of te traag werkt. ‘We nemen dat veel moeilijker op als er voedsel in de maag zit, omdat het dan met van alles en nog wat interageert’, zegt Boussery.

Veel geneesmiddelen kun je op eender welk moment van de dag innemen. Dat artsen en apothekers toch aanraden om ze ’s morgens te slikken, heeft dikwijls met therapietrouw te maken. ‘Uit studies is gebleken dat patiënten beter vasthouden aan een ochtend- dan aan een avondinname’, zegt Boussery. ‘Pillen slikken pas je nu eenmaal makkelijker in je ochtendritueel in. Bij het slapengaan vergeet je dat sneller, zeker als je al eens iets hebt gedronken of als je op een afwijkend uur gaat slapen.’

5. Het is van levensbelang om je medicatie niet te vergeten.

Feit en fabel. Het hangt af van geneesmiddel tot geneesmiddel.

Iedere patiënt vergeet weleens een voorgeschreven pil te slikken. Dat hoeft niet altijd een groot probleem te zijn. Het schildklierhormoon levothyroxine wordt vooral voorgeschreven om ervoor te zorgen dat patiënten niet te veel symptomen hebben. Het breekt zo traag af in het lichaam dat je er niet onmiddellijk last van krijgt als je er eens eentje van mist.

Bij andere geneesmiddelen kan het erg gevaarlijk zijn om een pil te vergeten. Patiënten die last hebben van voorkamerfibrillatie, een soort hartritmestoornis, krijgen dikwijls bloedverdunners voorgeschreven. ‘Hartritmestoornissen dragen bij aan de vorming van bloedklonters, wat kan leiden tot een beroerte’, zegt Boussery. ‘Als je geregeld een pil vergeet of bewust overslaat, ben je daar niet helemaal tegen beschermd.’

Later dan maar een pilletje extra slikken is niet altijd een goed idee. ‘Als je dat te dicht bij je volgende dosis doet, kun je een risico creëren op een overdosis en bijwerkingen.’

6. Roken heeft een effect op je medicatie.

Feit. Roken zorgt ervoor dat je lichaam medicijnen sneller afbreekt.

In de praktijk ziet Loes Vissers dat veel patiënten die psychopharmaceutische middelen gebruiken voor psychische aandoeningen ook roken. ‘Dat is een probleem bij clozapine, een middel dat bij therapieresistente schizofrenie wordt ingezet. Waar pompelmoessap de ontgiftingsenzymen platlegt, zwengelt roken die net sterk aan. Die enzymen werken dan veel sneller dan normaal. Als roker heb je dan een hogere dosering van het geneesmiddel nodig voor hetzelfde therapeutische effect.’ De meeste problemen duiken vervolgens op als deze patiënten in het ziekenhuis terechtkomen met bijvoorbeeld een gebroken been of een infectie en ze niet naar buiten kunnen voor een sigaretje. Door bruusk te stoppen met roken worden die enzymen plots niet meer aangezwengeld. Ineens zit er een rem op de afbraak van de hoge dosis medicijnen en krijgen de patiënten last van bijwerkingen.

Heeft overstappen naar een elektronische sigaret hetzelfde effect op die geneesmiddelen als stoppen met roken? Ook dat hangt af van de samenstelling. ‘In complexe samenstellingen schuilt altijd het risico dat een van die stofjes reageert met je geneesmiddel’, zegt Boussery. ‘En meestal is het niet echt duidelijk welke stoffen elektronische sigaretten precies bevatten.’

7. Natuurlijke producten en plantaardige geneesmiddelen die vaak zonder voorschrift te verkrijgen zijn, zijn altijd veilig.

Fabel. Hun samenstelling is variabel.

‘Mensen hebben vaak een romantisch beeld van de natuur’, vertelt Boussery. ‘Ze gaan ervan uit dat alles wat natuurlijk is ook goed is. Dat is niet zo. Een kleine hoeveelheid vingerhoedskruid kan dodelijk zijn.’

Uiteraard zijn veel chemische medicijnen gebaseerd op de natuur. ‘Aspirines hebben hun oorsprong in wilgenextracten. Daarin zitten stofjes die allemaal kunnen reageren op geneesmiddelen. De samenstelling van die extracten is ook variabel. Door het actieve bestanddeel van de wilgenextracten chemisch na te maken en lichtjes te wijzigen hebben we nu een veiliger product. Patiënten hebben de garantie dat elk tabletje de ideale dosis bevat voor een optimale werking.’

8. Medicijnen hebben altijd hetzelfde effect op mannen en vrouwen.

Feit en fabel. Bij de meeste geneesmiddelen is er geen groot verschil tussen de werking bij mannen en vrouwen. Toch hebben vrouwen vaker last van bijwerkingen.

Dat heeft volgens Visser – die expert is in geslachtsverschillen bij geneesmiddelengebruik – vaak met de dosering te maken. ‘Sinds halfweg de jaren 1990 is het verplicht om medicijnen te testen op de bevolkingsgroepen waarvoor ze bedoeld zijn. Toch wordt de dosering voor mannen en vrouwen nog altijd niet apart bepaald.’ Enkele jaren geleden vonden in de VS dikwijls auto-ongelukken plaats met vrouwen die de avond voordien het slaapmiddel zolpidem hadden geslikt. Onderzoek wees achteraf uit dat het middel bij vrouwen na een nacht nog niet was uitgewerkt. De afbraak verliep bij hen trager dan bij mannen. De gangbare dosering van 10 milligram lag duidelijk te hoog, waarna de Amerikaanse geneesmiddelenautoriteit FDA het middel registreerde in een aparte dosis van 5 milligram voor vrouwen. Dat de Europese tegenhanger EMA op basis van dezelfde resultaten de adviesdosering voor vrouwen op 10 milligram aanhield, is moeilijk te vatten.

Een aparte dosering kan rekening houden met het volume van een vrouwenlichaam. Dat is over het algemeen iets kleiner dan dat van mannen, waardoor eenzelfde medicijndosis vaak resulteert in meer werkzame stof in hun bloed. Ook hun vetpercentage ligt doorgaans iets hoger. Gaat een geneesmiddel graag in vet zitten, dan kan de werking bij vrouwen wat langer aanhouden. Zelfs geslachtshormonen spelen een rol bij hoe patiënten op geneesmiddelen reageren. ‘Bij sommige antidepressiva zie je dat de werking bij vrouwen in hun vruchtbare jaren hoger is dan die bij mannen, terwijl dat na hun menopauze meer gelijkloopt’, zegt Visser. ‘Helaas is er nauwelijks geld voor verder onderzoek. De farma-industrie heeft er geen belang bij om onze kennis uit te diepen over medicijnen die al op de markt zijn.’