De darmen vormen een ideale voedingsbodem voor bacteriën. Maar omdat ze met zoveel zijn, is het vechten voor elke nutriënt. E. colibacteriën gooien virussen in de strijd.
De darmen vormen een ideale voedingsbodem voor bacteriën. Maar omdat ze met zoveel zijn, is het vechten voor elke nutriënt. E. colibacteriën hebben daar iets op gevonden.
Net als mensen kunnen ook bacteriën geïnfecteerd worden door virussen. Sterker, virussen vormen de grootste (biologische) vijanden van bacteriën. Maar niet alle virussen zijn kwaadaardig. Of beter: niet alle blijven ze kwaadaardig. Door hun DNA op te nemen – en wat is een virus anders dan een stukje ingekapseld DNA? – gebruiken sommige bacteriën virussen als een handig wapen.
Amerikaanse microbiologen hebben zo’n vorm van bacteriële symbiose ontdekt bij de darmbacterie E. coli, een van de meest talrijke bewoners van onze ingewanden. Ze ontdekten dat sommige bacteriestammen in hun genetische materiaal stukjes hadden zitten van een welbepaalde bacteriofaag – zo worden virussen genoemd die voornamelijk bacteriën infecteren, en ook vaak doden. Dankzij deze ‘inkapseling’ konden deze E. coli-bacteriën stoffen produceren die toxisch waren voor soortgenoten die de faag niet in hun DNA hadden zitten.
Het faag-DNA diende overigens niet alleen als extra wapen, maar ook als signaal om zich door andere ‘aangepaste’ E. coli-bacteriën te laten herkennen. Daardoor kunnen de bacteriën ‘in groep’ strijden tegen concurrerende groepen E. coli, zodat ze voedingsstoffen gemakkelijker kunnen veiligstellen.