Een beetje hondenhaar en vuil zouden goed zijn voor kinderen: zo wordt hun immuunsysteem blootgesteld aan nieuwe allergenen en ziekteverwekkers. Klopt dat?
Waar komt dit nieuws vandaan?
Volgens de hygiënehypothese moeten vreemde organismen ons complex immuunsysteem reeds op jonge leeftijd stimuleren om volwassen te worden. Deze hypothese probeert te verklaren waarom kinderen die bijvoorbeeld opgroeien op een boerderij, dikwijls minder allergieën ontwikkelen dan stadskinderen.
Amerikaanse onderzoekers gingen na of een hond in huis de luchtkwaliteit van de leefomgeving kan beïnvloeden, en zo het immuunsysteem van kinderen kan stimuleren:
- In totaal werden 54 families zonder huisdieren geselecteerd, waarvan 27 een hond kregen en 27 geen hond.
- Na 12 maanden werd de aanwezigheid van micro-organismen in het huisstof vergeleken met de situatie in het begin van de studie:
- In de gezinnen met een hond steeg de diversiteit aan micro-organismen in het huisstof zeer snel.
- Die diversiteit was na een jaar nog steeds aanwezig in het leefmilieu.
De onderzoekers besluiten dat deze stijging aan micro-organismen zou kunnen verklaren waarom kinderen die met een hond opgroeien minder astma en allergieën hebben.
Hoe moet je dit nieuws interpreteren?
Deze mooie studie probeert te verklaren waarom kinderen die opgroeien met honden, minder allergieën hebben. Het is dan ook goed om eerst na te gaan of honden een invloed hebben op het leefmilieu van kinderen, in dit geval de samenstelling van het huisstof. Dat bleek duidelijk het geval. Verder onderzoek is natuurlijk nodig om te weten of Simba de chihuahua, opgevoed in een Dettol-appartement, evenveel impact heeft op de gezondheid van kinderen als Sloeber op de boerderij.
Wetenschappers gaan ervan uit dat het immuunsysteem in het eerste levensjaar met verschillende prikkels in contact moet komen om tot een gezonde balans te komen en later het risico op allergieën te beperken. Opgroeien op een boerderij, huisdieren hebben, leven in een kroostrijk gezin en naar een crèche gaan, brengen een kind in contact met een verscheidenheid aan micro-organismen die het immuunsysteem prikkelen en scherp houden.
In de toekomst zal het trouwens interessant zijn om na te gaan of kinderen geboren tijdens de coronapandemie, die met weinig anderen in contact kwamen, meer allergieën ontwikkelen. De westerse neiging om alles te ontsmetten verergerde nog tijdens corona. Samen met de mondmaskers en de sluiting van scholen en crèches zou dat kunnen leiden tot een verarming aan micro-organismen in het leefmilieu van jonge spruiten.
De Amerikaanse onderzoekers vermelden niet wat er met de honden gebeurde na hun verblijf van een jaar bij de respectievelijke families. Maar alles laat vermoeden dat dit wel een band zal scheppen. Samengevat, als Max voor de zoveelste keer op delicate wijze een drolletje neervlijt op het duur tapijt, kan dat de prikkeling van de immuniteit van de kleinsten ten goede komen.
Conclusie
Een Amerikaanse studie toont aan dat een hond in huis een invloed heeft op de samenstelling van huisstof. Na onderzoek bleek dit huisstof een grotere verscheidenheid aan micro-organismen te bevatten. Deze vaststelling kan verklaren waarom kinderen die opgroeien met een hond, minder allergieën ontwikkelen. Mogelijk wordt hun immuunsysteem extra geprikkeld.