Bewegen maakt chemotherapie draaglijker
04 mei 2015 door Eos-redactieVrouwen met borstkanker die veel bewegen, hebben minder last van de bijwerkingen van de behandeling dan vrouwen die het rustig aan doen.
Vrouwen met borstkanker die veel bewegen, hebben minder last van de bijwerkingen van de behandeling dan vrouwen die het rustig aan doen.
Chemotherapie gaat vaak gepaard met bijwerkingen zoals vermoeidheid, conditieverlies, misselijkheid en pijn, en is daardoor vaak moeilijk vol te houden. Hoewel kankerpatiënten die chemo ondergaan vroeger vaak het advies kregen om het rustig aan te doen, blijkt uit nieuw onderzoek dat chemo net draaglijker wordt als patiënten meer bewegen.
Onderzoekers van Antoni van Leeuwenhoek – het Nederlandse kankerinstituut – selecteerden 230 vrouwen met borstkanker die na hun operatie aanvullend chemotherapie kregen en verdeelden hen in drie groepen. De ene groep volgde onder begeleiding van een fysiotherapeut een middelhoog intensief bewegingsprogramma gericht op conditie en kracht. De tweede groep kreeg een laag intensief bewegingsprogramma voorgeschreven dat ze thuis zelf konden uitvoeren. De derde controlegroep hoefde niet extra te bewegen.
Uit de resultaten bleek dat de vrouwen die veel bewogen duidelijk minder last hadden van de bijwerkingen van hun behandeling dan de controlegroep. De vrouwen die het meeste beweging hadden, voelden het sterkste effect en hielden de behandeling ook het best vol: slechts 12 procent vroeg om een aanpassing van de dosering van de chemo, terwijl er in de controlegroep 34 procent om vroeg.
De onderzoekers wijzen er wel op dat deze studie niets zegt over de effectiviteit van de behandeling, zoals de langetermijnoverleving en de kans op terugval. ‘Dat vrouwen de behandeling beter volhouden, betekent niet automatisch dat de uitkomsten ervan gunstiger zijn’, vertelt hoofdonderzoeker Neil Aaronson. (ev)