Eos Blogs

De scheidslijn tussen vrouwen en mannen in topsport krijgt rake klappen

De olympische bokskamp tussen de Algerijnse Imane Khelif en de Italiaanse Angela Carini heeft geleid tot een wereldwijde golf van verontwaardiging en discussies. Khelif zou XY-chromosomen en te hoge testosteronwaardes hebben. Het Internationaal Olympisch Comité ziet hierin echter geen argument om haar uit te sluiten van de vrouwencompetitie. Hoe zit dat?

Bovenstaand beeld is een stockfoto en geen foto van een van de besproken atletes.

In de meeste disciplines van de Olympische Spelen strijden vrouwen in een aparte, afgeschermde categorie, omdat het geslachtsvoordeel dat mannen hebben buitenproportioneel groot is. Soms zijn er ook gewichtscategorieën, zoals de -70 kg-categorie in het judo, omdat zwaar zijn daar een buitenproportioneel voordeel geeft. Dat is belangrijk, omdat er anders bijna uitsluitend mannen zouden deelnemen aan de Olympische Spelen (zoals in het oude Griekenland) en er enkel zwaargewichten zouden komen opdagen voor de judo-competitie. Om in die beschermde categorieën te mogen deelnemen, moet je wel een bewijs leveren dat je niet zwaarder bent dan 70 kg en dat je een vrouw bent. Dat lijkt eenvoudig te bepalen met een weegschaal en een paspoort. Maar bij dat ‘bewijs van vrouw zijn’ (‘certificat de féminité’) wringt soms het schoentje.

Er zijn atleten waarbij het geslacht niet zo zwart-wit te bepalen valt. Als je naar hun uitwendige geslachtsorganen kijkt, wat doorslaggevend is voor het geslacht dat bij de geboorte op je paspoort komt, dan lijken ze vrouw. Maar als je naar hun genetische code kijkt, dan blijkt dat het in hun DNA geschreven stond dat ze eigenlijk een man hadden moeten worden. Omdat ze een Y-chromosoom hebben, wat vrouwen niet hebben. In de medische wereld bundelen we die groep van variaties in geslachtsontwikkeling onder de noemer Differences in Sex Development (DSD). In de sport staan ze bekend als intersekse atleten.

‘Hoera, het is een meisje’

Om te begrijpen hoe iemand genetisch een man kan zijn (XY-geslachtschromosomen) en lichamelijk toch een vrouw met vrouwelijke geslachtsorganen (baarmoeder, vagina), moeten we terug naar de conceptie. Wat bepaalt daar dat een man een man wordt, en een vrouw een vrouw?

Bij de conceptie komen zaadcel en eicel samen en de bevruchte eicel heeft dan ofwel twee X-chromosomen (vrouwelijk), ofwel een X- en een Y-chromosoom (mannelijk). Als je geen Y-chromosoom hebt, dan groeit het embryo standaard uit tot een vrouw. Als je wel een Y-chromosoom hebt, gebeurt er iets bijzonders. Op het Y-chromosoom zit een uniek gen, het SRY-gen. Dat is een schakelaar, een ‘knop om je man te maken’, die ervoor zorgt dat je teelballen ontwikkelt in plaats van de standaard eierstokken. Die teelballen zorgen er dan op hun beurt voor dat je veel van het hormoon testosteron aanmaakt. Dat testosteron zorgt er ten slotte voor dat je mannelijke geslachtsorganen krijgt (een penis, een prostaat,...) en de rest van je leven alles hebt wat typisch mannelijk is, zoals baardgroei en ejaculaties.

Dat zijn dus een hele reeks effecten die afhangen van één knop, één gen op het Y-chromosoom. Als er ergens in die hele keten een kink in de kabel komt, dan wordt het ‘plan om een man te maken’ maar gedeeltelijk, of helemaal niet uitgevoerd. Dan val je terug op het default plan om een meisje te worden, en ontwikkelt het embryo een baarmoeder en een vagina. Je zegt dan bij de geboorte: ‘het is een meisje!’, want je gaat af op de uitwendige geslachtsorganen. Maar het valt niet op dat het eerdere plan was om een jongen te bouwen. Een plan dat maar half is uitgevoerd. Het meisje heeft dan een Y-chromosoom en teelballen, die in de buikholte blijven, maar meestal blijven die zaken onopgemerkt. Het meisje groeit op als meisje. Als ze later zwanger wil worden, zal pas blijken dat er iets niet pluis is: ze mist bijvoorbeeld eierstokken. En als ze wil gaan sporten, zal misschien blijken dat ze meer talent en spierkracht heeft dan de andere meisjes.

Toch voordeel?

Er zijn veel varianten, maar bij de XY-vrouwen die we op de Olympische Spelen aantreffen, ligt het probleem meestal bij de receptor voor testosteron die niet of niet goed werkt. Het Y-chromosoom en de teelballen zorgen dan voor hoge concentraties testosteron, maar dat signaal komt niet door. Het testosteron werkt niet. Daarom ontwikkelt de persoon zich tot een vrouw. Dat noemt compleet androgeen ongevoeligheidssyndroom (CAOS). Bij andere vrouwen werkt de receptor toch nog een beetje, en dan krijg je een gedeeltelijke testosteron-ongevoeligheid: partieel androgeen ongevoeligheidssyndroom (PAOS). Beiden zijn heel zeldzaam, en komen maar bij 1 op 20.000 tot 1 op 100.000 vrouwen voor.

Bij grote kampioenschappen, zoals de Olympische Spelen en de wereldkampioenschappen atletiek, werden op het einde van de 20ste eeuw systematisch alle vrouwelijke atletes genetisch gescreend. Daaruit bleek verrassend genoeg dat 1 op 400 vrouwen over een Y-chromosoom beschikte. Dit wordt beschouwd als het belangrijkste bewijs dat XY-vrouwen een prestatievoordeel ondervinden in de topsport. Het kan niet toevallig zijn dat het voorkomen van CAOS en PAOS daar 100 keer hoger ligt dan in de doorsnee bevolking. Het moet zijn dat die ‘restanten van mannelijkheid’ in hun lichaam hen toch een voordeel opleveren. Vermoedelijk is dat vanwege het testosteron, dat bij die vrouwen zeer hoog is, en toch nog een beetje werkt, zeker bij PAOS. Omdat de aandoeningen zo zeldzaam zijn, zijn er nauwelijks wetenschappelijke studies die dit verder kunnen aantonen of kunnen becijferen hoe groot het voordeel zou zijn. Dat is ook heel moeilijk want er zijn veel gradaties van androgeen-ongevoeligheidssyndroom.

Dan maar systematisch uitsluiten?

Dat atletes met DSD hoogstwaarschijnlijk een prestatievoordeel genieten, zou een logische reden kunnen zijn om hen dan ook maar volledig uit te sluiten van de vrouwencompetitie. Deze discriminatie is tegen de olympische waarden, en daar wil het IOC niet van weten. Zij hebben in hun framework in 2021 dan ook aanbevolen dat de DSD-vrouwen het voordeel van de twijfel moeten krijgen. Ze moeten toegelaten worden in elke sport, tenzij er wetenschappelijk bewijs kan geleverd worden dat zij in die specifieke sport een buitenproportioneel voordeel hebben, en/of dat het een gevaar creëert, zoals een verhoogd risico op blessures, voor de mede-atletes. Aangezien dit heel moeilijk te bewijzen valt, hebben de meeste sportbonden die adviezen van het overkoepelende IOC naast zich neergelegd en zelf toch strengere regels uitgevaardigd.

Zo ook de International Boxing Association, die de afwijkende geslachtstesten (te hoge testosteronwaarden en/of de Y-chromosoom aanwezigheid) heeft aangewend om Imane Khelif en Lin Yu-ting uit Taiwan vorig jaar te weren van het WK boksen. Dat ze er in Parijs toch bij zijn, heeft te maken met het feit dat het IOC de IBA niet langer vertrouwt en erkent. Meestal is het zo dat niet het IOC, maar de sportfederaties zelf bepalen wie er naar de Spelen mag. Maar aangezien IBA een onbetrouwbare federatie is in de ogen van IOC, heeft het IOC de organisatie en selectie van het bokstornooi in Parijs in eigen handen genomen. En aangezien het IOC geen geslachtstesten uitvoert, en DSD-atletes het voordeel van de twijfel geeft, doen Khelif en Lin mee.

Voor de andere sporten is de toegang voor atletes met DSD tot de Spelen veel moeilijker. De atletiekfederatie World Athletics (de vroegere IAAF) heeft volgende regels. De DSD-vrouwen mogen deelnemen aan de competitie, op voorwaarde dat hun testosteronwaardes al twee jaar onder de grens van 2,5 nanomol per liter liggen. Daarvoor moeten ze testosteron-onderdrukkende medicatie nemen. Zo komen hun testosteronwaardes niet meer in de hoge mannelijke range te liggen, maar in de lagere vrouwelijke range. Zo verzekert World Athletics zich ervan dat ze geen oneerlijk voordeel hebben. Caster Semenya wou deze testosterononderdrukking niet ondergaan, en werd zo geweerd van de atletiekkampioenschappen. Christine Mboma heeft die testosteron-onderdrukking wel toegepast, maar kon zich niet plaatsen voor Parijs. Misschien had dat tweede wel met het eerste te maken?

Er zal nog heel wat inkt vloeien over deze complexe kwesties. Hopelijk gaf deze wetenschappelijke achtergrond al wat meer duiding. De komende dagen zullen de kampen van Khelif en Lin alvast met argusogen worden gevolgd.