Verschillende Europese landen melden opvallend veel gevallen van apenpokken. Wat is er aan de hand?
Beeld: Het apenpokkenvirus onder de microscoop.
Het Verenigd Koninkrijk telde op 18 mei zeven bevestigde gevallen van apenpokken. Het UK Health Security Agency (UKHSA) is dringend op zoek naar de bron van de uitbraak.
Het eerste geval van deze uitbraak werd op 6 mei bevestigd, maar dit is niet de eerste keer dat apenpokken in het VK voorkomen. In 2021 werden drie gevallen gemeld en in 2018 één. Toch blijft de ziekte zeldzaam in het VK en is ze voor het overgrote deel gekoppeld aan internationale reizen vanuit endemische gebieden, zoals delen van West- en Centraal-Afrika.
Op 18 mei werden veertien gevallen van apenpokken gemeld in Portugal, met onderzoeken naar nog eens twee vermoedelijke gevallen. Op dezelfde dag meldden de Spaanse gezondheidsautoriteiten acht verdachte gevallen bij mannen die seks hebben met mannen (NVDR: ondertussen zijn daar zeven gevallen bevestigd en worden er 25 onderzocht, volgens de krant El País).
Dit is de grootste uitbraak van apenpokken die ooit in Europa is waargenomen. Het is niet bekend of de gevallen met elkaar in verband staan.
Misleidende naam
Apenpokken werd einde jaren 1950 voor het eerst aangetroffen bij laboratoriumapen. Wetenschappers zijn er echter niet zeker van of apen wel de belangrijkste dierlijke reservoirs (dragers van het virus) zijn, dus de naam is misschien een beetje misleidend. Volgens de laatste inzichten vormen kleinere dieren, zoals knaagdieren, waarschijnlijk het belangrijkste reservoir.
In tegenstelling tot covid verspreiden apenpokken zich niet gemakkelijk van mens naar mens. Het vereist meestal interactie met dieren die het virus bij zich dragen, of heel nauw contact met besmette mensen, of contact met fomieten - zoals besmette kleren, handdoeken of meubels. In tegenstelling tot covid is het ook niet bekend dat apenpokken zich asymptomatisch verspreiden. Het bewijsmateriaal over apenpokken is echter dun en de huidige uitbraken zullen nieuwe kennis opleveren over de gevolgen en de overdracht ervan.
Apenpokken behoort tot dezelfde familie van virussen als pokken, maar zijn minder overdraagbaar. Mensen die de ziekte oplopen, krijgen gewoonlijk koorts en een kenmerkende huiduitslag en blaasjes. Patiënten herstellen meestal vanzelf van de ziekte en de symptomen verdwijnen na een paar weken. Apenpokken kan echter ernstige ziekte veroorzaken, met uitbraken met een sterftecijfer (het percentage mensen met de ziekte dat eraan overlijdt) tussen 1% en 15%, waarbij ernstige ziekte en overlijden waarschijnlijker zijn bij kinderen.
Waarschijnlijk niet seksueel overdraagbaar
De UKHSA zegt dat sommige gevallen van deze uitbraak niet te verklaren zijn door recente internationale reizen. Dat zou volgens het agentschap overdracht van het virus binnen een gemeenschap suggereren. Vier van de zeven gevallen zijn bij mannen die seks hebben met mannen. Een epidemioloog van de UKHSA twitterde dat dit ‘sterk wijst op verspreiding in seksuele netwerken’. Dat is mogelijk ook het geval bij de besmettingen in Spanje.
De overdracht hier kan dus een beetje anders zijn in vergelijking met eerdere uitbraken. Hoewel we nog veel niet weten over apenpokken, weten we wel dat het virus kan worden overgedragen via nauw contact, bijvoorbeeld langdurig huid-op-huidcontact.
Er is geen enkel bewijs dat het een seksueel overdraagbare ziekte is die zich op dezelfde manier als HIV of chlamydia verspreidt. Het lijkt er wel op dat bij de uitbraak in het VK het nauwe contact tijdens seksuele of intieme activiteiten een belangrijke factor kan zijn geweest bij de overdracht.
Dit is wellicht de eerste keer dat overdracht van apenpokken via seksueel contact of intieme activiteit is gedocumenteerd. Dat verandert niet zoveel aan de kennis over de ziekte, omdat we al weten dat nauw contact vereist is voor de overdracht. Deze bevinding is wellicht het nuttigst voor de volksgezondheidsdiensten die zich bezighouden met het contactonderzoek.
Zeer laag risico voor het grote publiek
De risico's van apenpokken voor het grote publiek in het VK zijn uiterst gering, en de NHS beschikt over gespecialiseerde eenheden die zich toeleggen op de behandeling van dit soort tropische infecties. En gelukkig zijn er manieren om het virus onder controle te krijgen.
De Centers for Disease Control and Prevention in de VS laten zien hoe het pokkenvaccin, cidofovir (een antiviraal geneesmiddel) en pokkenimmuunglobuline kunnen worden gebruikt om een uitbraak van apenpokken onder controle te krijgen.
Naast het pokkenvaccin bestaat er echter geen specifiek vaccin om ons tegen apenpokken te beschermen. Sommige experten zeiden dat de immuniteit van de bevolking tegen apenpokken verminderd kan zijn sinds er niet meer algemeen gevaccineerd wordt tegen pokken. Daardoor zouden uitbraken waarschijnlijker zijn geworden.
Tijdens een bijeenkomst in het Chatham House in Londen in 2019 werd gesuggereerd dat een onbedoeld gevolg van de uitroeiing van pokken zou kunnen zijn dat ‘opkomende of opnieuw opkomende menselijke apenpokkenen de epidemiologische niche zouden kunnen opvullen die door de pokken was vrijgekomen’.
De geïmporteerde gevallen van apenpokken en andere tropische infecties zoals ebola, malaria en lassakoorts, wijzen echter op een grotere ziektelast elders in de wereld, meestal in landen met lage inkomens en een beperkte toegang tot gezondheidszorg. Misschien moeten we in een post-pandemische omgeving meer aandacht besteden aan het begrijpen van de lokale en mondiale implicaties van lassa, apenpokken, ebola en andere zeldzame maar ernstige ziekteverwekkers.