Laat je als ouder niet gek maken door allerlei beweringen en adviezen. Ionica Smeets, hoogleraar wetenschapscommunicatie en moeder, scheidt feiten en fabels.
Niemand krijgt zoveel ongevraagd advies als een zwangere vrouw. ‘Verbazingwekkend vond ik dat. Hoe niet alleen vrienden en collega’s, maar ook volslagen onbekenden je vertellen wat je wel en niet moet doen.’ Ionica Smeets is wiskundige, hoogleraar wetenschapscommunicatie aan de Universiteit Leiden en moeder van twee. Ze kreeg de kriebels van al die praatjes en zocht uit hoe het echt zit. Dat leverde haar niet alleen meer zelfvertrouwen op, maar ook een rubriek over opvoedfabels in het Nederlandse magazine Kinderen, omgedoopt tot Kek mama. Haar stukken zijn verzameld in het boek Zoete kinderen eten geen suiker.
1. Suiker maakt kinderen hyperactief.
FABEL
‘Ja. Dat hoor je heel vaak. Er zijn allerlei studies waarbij groepen kinderen extra suiker kregen en andere zo weinig mogelijk. Daaruit bleek geen enkel verschil. De mooiste studie vond ik die waarbij wetenschappers kinderen iets te eten gaven en ze daarna met hun ouders lieten spelen. De helft van de ouders kreeg te horen dat hun kind suiker had gegeten, de andere helft niet. In werkelijkheid had geen enkel kind suiker gekregen. De ouders die dat dachten, vonden hun kind wel drukker.’
‘Wellicht is de mythe door de Amerikaanse overheid de wereld in gestuurd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er was een tekort aan suiker en dit soort berichten moest de zin in suiker verminderen. Wat volgens mij ook een rol speelt, is het moment waarop kinderen vaak veel suiker eten, zoals op een kinderfeestje. Dan zijn ze sowieso druk, zelfs als ze alleen paprika krijgen.’
2. Tv, de tablet en computerspelletjes zijn slecht
FABEL
‘Dat is lastiger. Je ziet wel dat kinderen die veel tv kijken vaker overgewicht hebben. Dat hoeft niet per se aan de televisie te liggen. Is tv kijken slechter dan onderuit gezakt een boek lezen? Dat is moeilijk hard te maken.’
‘Televisie kan een positief effect hebben op de ontwikkeling van kinderen, als ze naar de juiste programma’s kijken en als je samen praat over wat er gebeurt.’
‘Ik vond het interessant om te zien hoe doorheen de geschiedenis allerlei dingen slecht voor kinderen worden genoemd. Ook boeken, en zeker stripboeken! Zelfs schaken zou de boel verpesten. Vandaag zijn het de televisie en computer.’
3. Laat de baby zichzelf in slaap wenen
ONDUIDELIJK
‘Dat soort dingen is erg moeilijk te onderzoeken. Als wetenschapper zou je liefst een hele berg ouders willen, een paar duizend, die je verschillende strategieën laat volgen. Een groep laat het kind gewoon huilen – de zogenoemde cry-it-out-methode –, een andere troost het kind meteen, en nog andere groepen doen iets daar tussenin, zoals troosten volgens een schema. Dan kijk je welk effect dat heeft op een kind. Maar er zijn veel verstorende factoren. Bovendien blijken ouders slecht in het volhouden van een strategie. Dan is je hele onderzoek naar de knoppen.’
Wetenschappers hebben wel een elegante evolutionaire verklaring gevonden voor dat nachtelijke huilen.
‘Ja, dat vond ik heel troostrijk toen mijn dochter slecht sliep (lacht). In tijden van schaarste hadden kinderen een grotere overlevingskans als het langer duurde voor er een tweede kind kwam. Vrouwen die borstvoeding geven, worden minder snel opnieuw vruchtbaar. Een paar nachtelijke voedingen doen de kans op een nieuwe zwangerschap aanzienlijk dalen. Het klinkt lang niet gek, maar het is onmogelijk aan te tonen.’
4. Enige kinderen zijn sociaal gestoorde zielenpoten
FABEL
‘Dat misverstand hebben we voor een groot deel te danken aan de psycholoog Granville Stanley Hall, die om zijn punt te maken ruim honderd jaar geleden allerlei buitenbeentjes verzamelde: moet je kijken wat een rare mensen die enige kinderen zijn. Onderzoek laat nauwelijks verschillen zien.’
5. Kinderen zijn een bron van (on)geluk
ONDUIDELIJK
Onderzoeken tonen aan dat kinderen ouders niet gelukkig maken of zelfs ongelukkiger. Daarvan is Ionica Smeets niet overtuigd. ‘Ik vind het vreemd dat niemand in mijn omgeving dat zo lijkt te ervaren. Het meten van geluk is sowieso erg complex. Daarnaast moet je opletten wie je precies vergelijkt. In een studie die aantoonde dat ouders ongelukkiger waren, bleek één groep – de alleenstaande tienermoeders – zo ongelukkig dat het gemiddelde voor iedereen omlaag ging.’
‘Doe waar je je goed bij voelt’, is uw ultieme advies.
‘Die zoektocht leert dat we veel dingen niet goed weten. Van een paar dingen weten we zeker dat ze erg slecht zijn, zoals drinken en roken tijdens de zwangerschap, en je kinderen slaan en verwaarlozen. In veel andere gevallen blijken de verschillen nogal klein. Neem een heikel thema als borstvoeding. Die is inderdaad iets beter voor het kind dan flesvoeding. Maar als je continu gestresseerd bent door dat voeden en kolven, is dat het dan waard? Je kan streven naar de perfecte opvoeding, maar als dat te veel stress en gedoe geeft, werkt het toch niet.