Resultaten van een nieuwe studie laten zien dat kindjes van moeders met een SARS-CoV-2-infectie tijdens de zwangerschap een verhoogde kans hadden op ontwikkelingsproblemen van het brein. Dat gold alleen voor jongetjes en niet voor meisjes.
Eerdere studies hebben associaties gevonden tussen infecties tijdens de zwangerschap en een verhoogd risico op ontwikkelingsstoornissen bij kinderen, zoals autismespectrumstoornis. Het is echter nog onduidelijk of er zo’n zelfde verband bestaat met een SARS-CoV-2-infectie tijdens de zwangerschap. Een nieuw onderzoek heeft gekeken naar de medische dossiers van 18.355 pasgeboren baby’s tijdens de coronapandemie.
Binnen de groep kindjes, bleken er 883 (4,8%) blootgesteld te zijn aan corona tijdens de zwangerschap. Een totaal van 26 kindjes (3%) ontwikkelde een ontwikkelingsstoornis tijdens de eerste twaalf maanden van hun leven. In de groep kindjes die niet blootgesteld was aan covid, bleken 317 kindjes (1,8%) een ontwikkelingsstoornis te ontwikkelen. Na correctie voor factoren die invloed kunnen hebben op de resultaten, zoals etniciteit, leeftijd van de moeder en de geleverde zorg, werd het doormaken van een covid-infectie geassocieerd met een bijna twee keer verhoogde kans op neurologische ontwikkelingsproblematiek. Dit gold alleen voor jongetjes en niet voor meisjes.
Langere follow-up nodig
Het is al langer bekend dat jongetjes gevoeliger zijn voor ongunstige omstandigheden tijdens de zwangerschap. Hoewel de resultaten die opvatting ondersteunen, zijn er grotere studies met een langere follow-up nodig om het risico betrouwbaar in te schatten of te weerleggen. Het team hoopt dit cohort verder uit te breiden en de kindjes in de loop van de tijd te blijven volgen om vast te stellen of het risico over tijd afneemt. Daarnaast willen de onderzoekers in de toekomst graag kijken naar het effect van vaccinaties. In de huidige studie waren te weinig moeders gevaccineerd om te bepalen of vaccinatie het risico kan verminderen.
Jongetjes versus meisjes
Expert op het gebied van neonatale neurologie Manon Benders (UMC Utrecht): ‘Het is een mooie studie met een grote onderzoekspopulatie. De resultaten suggereren dat een covid-infectie tijdens de zwangerschap nadelige effecten kan hebben op de hersenontwikkeling van jongetjes. Jongetjes zijn over het algemeen kwetsbaarder wat betreft het ontstaan van ontwikkelingsstoornissen dan meisjes. Dit komt vooral doordat ze vaak minder rijp zijn in de beginfase. Dit wordt later in de ontwikkeling vanzelf weer rechtgetrokken als ze ouder zijn.
‘Tijdens de zwangerschap gaat de ontwikkeling razendsnel. In die periode kan een infectie veel effect hebben’
‘De relatie tussen neurologische ontwikkelingsproblematiek en covid is flinterdun. De follow up is twaalf tot achttien maanden. Op die leeftijd is het eigenlijk nog te vroeg om te bepalen of kinderen afwijkend zijn of niet. Ten tweede is het belangrijk dat er gecorrigeerd wordt voor het opleidingsniveau van de ouders als je de ontwikkeling bestudeerd. Dit kan namelijk grote consequenties hebben. En ook vroeggeboorte kan van invloed zijn. Het team geeft aan dat zij voor het laatste gecorrigeerd hebben, maar in de praktijk blijkt dit erg lastig te zijn. Er zijn zoveel andere factoren die ook tot ontwikkelingsproblemen kunnen leiden, dat het moeilijk is om een direct oorzakelijk verband te vinden.’
Effecten van stress
Expert op het gebied van neurowetenschappen Martijn van den Heuvel (Vrije Universiteit Amsterdam): ‘Tijdens de zwangerschap gaat de ontwikkeling van de hersenen met zo’n raketsnelheid, dat je je kunt voorstellen dat een infectie juist in die periode veel effect kan hebben. Op basis van de resultaten is het echter moeilijk om vast te stellen dat de effecten direct door de infectie zelf komen. We weten bijvoorbeeld dat stress een belangrijke factor is voor de ontwikkeling van het brein. Is het de infectie die ervoor zorgt dat er bepaalde veranderingen of vertragingen in het brein optreden, of komt dit door de stress van de moeder in die periode?’ Ook Benders ziet maternale stress (door covid) als een belangrijke factor voor ontwikkelingsproblematiek.
Van den Heuvel vervolgt: ‘Daarnaast is het belangrijk dat we kijken naar de grootte van het daadwerkelijke effect en hoe zich deze verhoudt tot andere infecties. Griep tijdens de zwangerschap is ook een risicofactor voor problemen tijdens de ontwikkeling. Belangrijke vervolgvragen zijn dan ook hoe groot het effect is in vergelijking met griep of andere infecties. Zijn er mogelijk lange termijn gevolgen en (hoe) kan het kind zich hiervan herstellen? We weten dat het ontwikkelende brein ongelooflijk flexibel is en een eventuele slechte start ook zo weer in kan halen.’