Het extraheren, invriezen en opnieuw transplanteren van plakjes hormoonproducerend eierstokweefsel kan de menopauze uitstellen, al hebben sommige experts bedenkingen over de werking of het nut ervan.
Beeld: stefamerpik via Freepik
Opvliegers, slapeloosheid en stemmingswisselingen zijn enkele van de vervelende symptomen waar sommige mensen in de menopauze last van hebben. Hoewel de symptomen meestal tijdelijk en behandelbaar zijn, kan de menopauze ook het risico op bepaalde chronische ziekten verhogen, zoals osteoporose en hartaandoeningen. Enkele onderzoekers en bedrijven doen nu een gewaagde uitspraak: het verzamelen en invriezen van eierstokweefsel op jonge leeftijd en het jaren later terug transplanteren in het lichaam kan de hormoonproductie herstellen, waardoor het begin van de menopauze mogelijk vele jaren wordt uitgesteld.
Het feit dat er weinig behandelingsmogelijkheden voor de menopauze zijn, heeft sommige artsen ertoe gebracht om deze onconventionele ingreep voor te stellen - een techniek die gewoonlijk wordt gebruikt om de vruchtbaarheid te herstellen bij mensen die chemotherapie ondergaan of die voortijdig in de menopauze zijn beland. Een recente modelleringstudie in het American Journal of Obstetrics and Gynecology schat dat het om de paar jaar opnieuw implanteren van stukjes van de eigen ingevroren eierstokken de cyclische hormonale schommelingen die de menstruatie veroorzaken in stand zou kunnen houden. Dit zou het normale begin van de menopauze tientallen jaren kunnen uitstellen als hiermee wordt begonnen bij mensen jonger dan 40 jaar.
Experts hebben hun bezorgdheid geuit over het gebruik van deze techniek om de menopauze uit te stellen bij gezonde mensen en vragen zich af of dat doel überhaupt wel nodig is. Ze zeggen dat het potentieel om het risico op gezondheidsaandoeningen te verminderen wordt overschat. Volgens wetenschappers zijn bestaande behandelingen voor menopauzesymptomen eenvoudiger en veiliger dan deze procedure, waarbij weefsel operatief moet worden weggenomen bij mensen van 20 of 30 jaar, het weefsel moet worden ingevroren en opgeslagen voor tientallen jaren, en er meerdere operaties moeten worden uitgevoerd om weefsel te implanteren met als doel de hormonale functie van vóór de menopauze te behouden.
Toch zeggen voorstanders van de techniek dat er behoefte is aan nieuwe behandelingsmogelijkheden en dat er al interesse voor is. Kutluk Oktay, voortplantingsbioloog aan de universiteit van Yale en hoofdauteur van de niet-klinische modelstudie, zegt dat ongeveer 20 ‘zorgvuldig gescreende’ personen ervoor hebben gekozen om eierstokweefsel op te slaan in zijn kliniek in afwachting van een mogelijk uitstel van de menopauze. Deze mensen kwamen in aanmerking om bepaalde gezondheidsredenen, waaronder een familiegeschiedenis van vroege menopauze en een hoog risico op aan de menopauze gerelateerde ziekten. Anderen die het weefsel in eerste instantie hadden opgeslagen om vruchtbaarheidsredenen, laten de optie open om het weefsel te gebruiken om de menopauze uit te stellen.
‘Naarmate er meer bewijs komt, zou het kunnen dat we de techniek toepassen voor deze algemene voordelen voor iedereen’, zegt Oktay. ‘Maar in eerste instantie zijn we selectiever.’