In kankeruitzaaiingen zitten bacteriën die interageren met kankercellen en hun omgeving. Sommige van die bacteriën hebben ook invloed op de kankerbehandeling, blijkt uit Nederlands onderzoek.
Beeld: Borstkankercellen. Credit: Wikimedia.
Op en in ons lichaam leven miljarden bacteriën, virussen en gisten. En we hebben hen vaak nodig. Bacteriën helpen ons bijvoorbeeld om ons voedsel te verteren en werken samen met ons immuunsysteem in de strijd tegen ziekteverwekkers.
Darmbacteriën zijn uitgebreid bestudeerd, ook in de context van kanker. Ze kunnen bijvoorbeeld de effectiviteit van immunotherapie en chemotherapie beïnvloeden. Maar bacteriën huizen ook buiten onze darmen en worden bijvoorbeeld aangetroffen in tumoren.
Hoe ze bij een tumor terechtkomen en wat ze daar precies doen is grotendeels onbekend, waardoor het onduidelijk is hoe belangrijk ze zijn voor de ziekte en voor de behandelingen ervoor. Omdat veel patiënten uiteindelijk sterven aan uitzaaiingen en veel behandelingen zich daartegen richten, namen de onderzoeksgroepen van Emile Voest en Lodewyk Wessels van het Nederlands Kanker Instituut die uitzaaiingen onder de loep. Ze analyseerden in het weefsel van meer dan 4.000 uitzaaiingen van 26 soorten kanker de code van het aanwezige DNA.
Op basis van die berg aan informatie (400 terabytes) stelden ze een gedetailleerde catalogus samen van de bacteriën die ze in de uitzaaiingen aantroffen. Daaruit bleek dat het type van bacteriën dat aanwezig is in een uitzaaiing sterk samenhangt met de locatie in het lichaam, de omstandigheden daar en het type kanker.
De onderzoekers gingen ook na hoe de bacteriën interageerden met de kankercellen en hun omgeving en ontdekten dat bepaalde bacteriën in verband konden worden gebracht met een slechtere reactie op therapie. Patiënten met longkanker bijvoorbeeld, bij wie fusobacterium werd aangetroffen in hun uitzaaiingen, reageerden slechter op immunotherapie dan leeftijdsgenoten zonder die bacterie.
Met hun studie hopen de onderzoekers te zorgen voor een beter begrip van hoe bacteriën kanker en kankerbehandelingen helpen of hinderen en hoe ze dit in het voordeel van patiënten kunnen gebruiken. Ze denken bijvoorbeeld aan nieuwe vormen van behandelingen die gericht zijn tegen de bacteriën die tumoren helpen.