Hoe kunnen wielrenners blijven gaan, zelfs als ze vallen?

Renners die vallen, pijn lijden maar vervolgens gewoon weer doorgaan. We zien het bijna elke dag in de Ronde van Frankrijk. Wielrenners en andere topsporters voelen ook werkelijk minder pijn. Het achterliggende mechanisme kan chronische pijn verzachten.

Pijn is een natuurlijk beschermingsmechanisme. Zodra er schade aan het lichaam ontstaat, krijgen de hersenen de boodschap dat er weefsels in gevaar zijn. Door ons pijn te laten ervaren, zorgt het brein ervoor dat we de schade beperken, in die zin dat we er gepast op reageren.

Toch worden we een lichamelijk letsel niet altijd gewaar, zelfs niet als een waarschuwing tot in de hersenen is geraakt. ‘Een heleboel factoren werkt dempend’, zegt kinesitherapeut Anneleen Malfliet, die bij de Pain in Motion-groep van de Vrije Universiteit Brussel onderzoek uitvoert naar het pijnverwerkingssysteem. ‘Als je intensief beweegt, ligt je drempel opvallend hoger dan in rust. Dat komt omdat je brein tijdens het sporten een aantal pijnstillende stoffen aanmaakt. Die zijn tot zestig keer krachtiger dan eender welke medicatie.’

‘Lichaamseigen stoffen die vrijkomen bij het bewegen, zoals serotonine en dopamine, zorgen ervoor dat je onmiddellijk na een val minder pijn ervaart. Pas een half uur nadat je bent gestopt met bewegen en het effect van de stoffen is uitgewerkt, krijg je de volle lading over je heen.’

Ook emoties hebben een grote invloed op de mate waarin je pijn ervaart. ‘Als een voetballer scoort, raakt hij soms bedolven onder zijn teamleden die hem enthousiast bespringen’, zegt kinesitherapeut Kelly Ickmans (Pain in Motion, VUB). ‘Ondanks het zware gewicht dat hij op dat moment te verduren krijgt, veert hij onmiddellijk terug recht en speelt hij verder alsof er niets is gebeurd. Hij is euforisch, en dat verlicht de pijn. Mocht hem iets soortgelijks overkomen op straat, dan zou hij daar veel meer last van ondervinden – de pijn versterkt bij verontwaardiging of woede.’

Dat sporters gefocust zijn op winnen, speelt zeker ook in hun kaart. ‘Als je constant aandacht besteedt aan de schade die je hebt opgelopen, dan voel je meer pijn dan wanneer je dat niet doet’, weet Ickmans. ‘Je wil absoluut de finish halen of een goal scoren, en dat leidt je aandacht af van de pijn.’

Het mechanisme dat prikkels dempt, is vergelijkbaar met een volumeknop. Die knop bevindt zich op een plek tussen de zenuwen en het ruggenmerg waar boodschappen tussen het lichaam en de hersenen worden uitgewisseld. Het brein kan de boodschappen versterken of afzwakken door dempende of versterkende stoffen richting het ruggenmerg te sturen en zo het volume open of dicht te draaien. Het verklaart waarom er vaak geen een-op-eenrelatie bestaat tussen wat in het lichaam aan de hand is en de pijn die mensen ervaren.

Actief is gezond

Het interessante aan die volumeknop is dat je hem zelf kan beïnvloeden. Dat geldt ook voor patiënten met chronische pijn. Dat zijn er overigens behoorlijk wat: meer dan 20 procent van de wereldbevolking heeft last van pijn die langer dan drie maanden blijft aanslepen. Zoals bij veel aandoeningen hebben sommige patiënten een grotere genetische aanleg voor chronische pijn dan andere.
Malfliet en Ickmans proberen zulke patiënten mee te geven dat weefselschade niet altijd gepaard gaat met pijn, maar ook dat pijn omgekeerd niet noodzakelijk wijst op weefselschade. Er hoeft geen schade (meer) aanwezig te zijn om pijn te lijden. Ze kan ook spontaan ontstaan. ‘Bij patiënten met een chronische vorm wisselt de pijn geregeld van plaats en intensiteit, en is er vaak geen lichamelijke oorzaak te vinden’, zegt Ickmans.

‘Dat betekent niet dat de klachten onverklaarbaar zijn. Vaak is hun verwerkingssysteem overgevoelig geraakt. Het staat zo scherp afgesteld dat hun hersenen constant boodschappen krijgen dat er weefsels in gevaar verkeren. Bovendien reageert hun brein veel sterker dan normaal op de prikkels. Hun volumeknop staat met andere woorden helemaal open’.

De twee onderzoekers leggen hun patiënten uit hoe pijn ontstaat, wat er bij hen misloopt en wat ze zelf kunnen doen om die knop dicht te draaien. Die educatie werkt. Ickmans onderzocht het effect ervan bij kinderen die leden aan chronische buikpijn waar geen aanwijsbare oorzaak voor was. De kinderen kregen ademhalingsoefeningen en uitleg over het spijsverteringsstelsel en de invloed van stress op de klachten. Daarbovenop kregen ze informatie over wat pijn is en hoe die zich ontwikkelt. Na het experiment waren ze aantoonbaar minder gevoelig voor pijn. Ze voelden zich minder geremd in hun dagelijkse activiteiten en hadden minder angst.

‘Tijdens het sporten maakt je brein stoffen aan die tot zestig keer krachtiger zijn dan pijnmedicatie’

De belangrijkste tip die Malfliet en Ickmans tijdens hun sessies aan hun patiënten geven is dat ze actief moeten blijven. Door voldoende te bewegen blijven hun spieren, pezen en botten in betere conditie, net als hun hart en bloedvaten. Bovendien maakt hun lichaam tijdens het bewegen pijnstillende stoffen aan, waardoor ze minder pijn ervaren. ‘Er is niet eens veel nodig om het systeem te activeren’, vertelt Malfliet. ‘Patiënten hoeven geen Ronde van Frankrijk te rijden of een voetbalmatch uit te spelen. Een half uur matig intensief bewegen, zoals een stevige wandeling maken, is al voldoende om de pijndemping op te wekken.’

Zelfs patiënten met aanhoudende nek- en rugpijn moeten blijven bewegen. ‘Vroeger werd in de rug- en nekleer sterk gefocust op voldoende rusten en de juiste houdingen aannemen. Patiënten kregen daardoor schrik om te bewegen’, vult Ickmans aan. ‘Nu weten we dat blijven bewegen en de dagdagelijkse activiteiten voortzetten net heilzaam zijn voor chronische pijn. Het is verkeerd te denken dat bepaalde houdingen ergonomisch zijn en andere niet. Een actieve levensstijl is een gezonde levensstijl, luidt nu de boodschap. En de volgende houding is altijd de beste. Dat betekent dat er geen slechte houdingen bestaan en dat het belangrijk is om constant af te wisselen van de ene houding naar de volgende.’

Slaaptekort

Van de chronischepijnpatiënten heeft 50 tot 90 procent last van slaapproblemen. ‘Het is niet duidelijk of ze nu slecht slapen door de pijn of dat ze pijn krijgen doordat ze slecht slapen’, zegt Malfliet. ‘Vast staat wel dat de twee elkaar in stand houden. Slaaptekort maakt het zenuwstelsel ook gevoeliger voor prikkels. Het is dus zeker aangewezen om bij patiënten met chronische pijn de slaapkwaliteit te monitoren. Temeer omdat beter slapen ervoor zorgt dat patiënten zich meer engageren om te bewegen.’

Zelfs een gezond dieet kan de volumeknop dichtdraaien. ‘Gezond eten verlaagt het risico op aandoeningen die dikwijls gepaard gaan met chronische pijn, zoals diabetes of hart- en vaatziektes. Overgewicht en obesitas nemen ook af, waardoor de gewrichten minder worden belast en er niet zoveel ontstekingen ontstaan. Voeding beïnvloedt zelfs het zenuwstelsel, het immuunsysteem en het hormoonstelsel.’

Opmerkelijk is verder dat patiënten met chronische pijn vaak magnesium, vitamine D en vitamine B12 tekort hebben. En dat dehydratatie door te weinig water de pijnervaring kan doen toenemen. ‘Een gezond en gevarieerd voedingspatroon dat onder andere voldoende vezels, fruit, groenten en vette vis bevat, is essentieel’, vertelt Malfliet. ‘Experts bevelen het mediterraanse dieet aan bij chronische pijn.’

Tot slot kunnen patiënten inzetten op leuke activiteiten die hun aandacht afleiden van pijn, negatieve gedachten en emoties. Ook een beter stressmanagement helpt. ‘Acute stress werkt meestal pijndempend, terwijl chronische stress vaak het omgekeerde effect sorteert’, aldus Ickmans. ‘Bij stress geeft het lichaam stoffen vrij die het zenuwstelsel overgevoelig kunnen maken en de volumeknop zo openzetten. En stress laat spieren verkrampen, wat nog meer pijn teweegbrengt.’

Bijzonder hoopgevend is nog dat de veranderingen die hebben plaatsgevonden in het pijnverwerkingssysteem van chronischepijnpatiënten niet blijvend zijn. De zenuwen vernieuwen zich niet, maar de sensoren op de uiteinden van de perifere zenuwen worden wel al na een paar dagen vervangen door nieuwe. Ook kan het brein ‘gedetraind’ worden om zo minder pijn te produceren. ‘Dat betekent dat de ontregelde gevoeligheid voor pijn zich kan resetten’, zegt Malfliet. ‘En dat ook chronische pijn ooit kan ophouden.’