Gezondheid

Hoe veilig zijn ze? Kunnen ze ons DNA wijzigen? Enkele vragen over coronavaccins beantwoord

Veel mensen zitten nog met vragen over de coronavaccins. We zetten enkele bezorgdheden op een rijtje.

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

Om de verspreiding van het nieuwe coronavirus sterk af te remmen, moet naar schatting minstens 70 procent van de bevolking zich laten vaccineren. Hoe hoger de vaccinatiegraad, hoe beter. Maar veel mensen zitten nog met twijfels. Uit een bevraging door Sciensano in oktober bleek dat de helft van de bevolking van plan was zich te laten vaccineren. Zeventien procent was dat niet van plan, en 33 procent twijfelde. 

Op basis de reacties onder onze berichtgeving over covid-19 en de ontwikkeling van coronavaccins selecteerden we enkele vragen over de vaccins.

Mensen worden soms erg ziek door een overreactie van het immuunsysteem. Kan het vaccin ook zo’n reactie uitlokken?

‘Het virus bestaat uit verschillende onderdelen die het immuunsysteem veel sterker kunnen stimuleren en ook ontregelen’, zegt vaccinoloog Isabel Leroux-Roels (UZ Gent). ‘Het vaccin bevat daarentegen slechts één component: het stekeleiwit, of RNA dat ervoor codeert. Een vaccin stimuleert wel het immuunsysteem en dat kan tijdelijke bijwerkingen geven, zoals pijn op de prikplaats, vermoeidheid, koorts, hoofd- en spierpijn. Die bijwerkingen verdwijnen spontaan na 24 à 48 uur en zijn niet gevaarlijk.’

‘De vaccins werden zo ontwikkeld dat ze een juist immuunantwoord opwekken’ zegt vaccinoloog Corinne Vandermeulen (UZ Leuven). ‘Dat wil zeggen dat de verschillende delen van ons immuunsysteem erbij betrokken zijn, én zonder een overreactie te veroorzaken. De eerste gegevens uit de klinische studies wijzen erop dat de vaccins dat inderdaad doen. Anders zou men langdurige nevenwerkingen vaststellen.’

Wat weten we over de bijwerkingen van de vaccins op korte en lange termijn?

In de bijsluiter die Pfizer al vrijgaf is onder meer sprake van pijn op de injectieplaats bij acht op de tien mensen, vermoeidheid bij zes op de tien, hoofdpijn bij de helft en spierpijn bij drie op de tien, doorgaans mild tot matig en verdwenen binnen enkele dagen.

Bijwerkingen worden beoordeeld op een schaal van 1 (mild) tot 5 (sterfte als gevolg van bijwerkingen). Moderna gaf in een persbericht tot dusver enkel informatie over ‘ernstige’ problemen (niveau 3) die zich voordoen bij meer dan 2 procent van de proefpersonen.

Het bedrijf meldde dat zijn vaccin ernstige vermoeidheid veroorzaakte bij 9,7 procent van de deelnemers aan de klinische studie in fase 3, spierpijn bij 8,9 procent, hoofdpijn bij 4,5 procent en gewrichtspijn bij 5,2 procent van de proefpersonen. Dat alles ‘doorgaans van korte duur’. 

Pfizer meldde eerder al ‘ernstige’ vermoeidheid en hoofdpijn bij respectievelijk 3,8 en 2 procent van de proefpersonen na de tweede dosis.  

‘Koorts na een vaccinatie is geen probleem. Het is een teken dat het immuunsysteem goed werkt’

‘Onder de grens van 2 procent worden bijwerkingen als zeldzaam beschouwd’, zegt Vandermeulen. Maar doordat de vaccins op grote schaal moeten worden toegediend, zullen zeldzame bijwerkingen een relatief grote groep mensen treffen. Zo blijkt uit het dossier dat Pfizer inmiddels aan de Amerikaanse regulator FDA heeft bezorgd dat 15 procent van de proefpersonen onder de 55 na de tweede dosis koorts krijgt (38°C en meer) en 1,2 procent ernstige koorts (vanaf 39°C). Alleen al in België gaat het bij miljoenen gevaccineerden om tienduizenden mensen met ernstige koorts.  ‘Dat is op zich geen probleem, en het is een teken dat het immuunsysteem goed werkt’, zegt Leroux-Roels. ‘Maar het is wel belangrijk dat mensen weten dat ze zich daaraan mogen verwachten.’

‘De fase 3-studies die nu zijn gedaan, geven ons een goed beeld van de frequentste bijwerkingen’, zegt Leroux-Roels. ‘Zeer zeldzame bijwerkingen, die pakweg bij één persoon op de honderdduizend of minder voorkomen, pikken ze misschien niet op. Maar dat is standaard het geval. Die uitzonderlijke gevallen kan je pas oppikken wanneer het vaccin op grote schaal wordt toegediend.’ 

Een kanttekening daarbij is dat de studies van Pfizer en Moderna met respectievelijk 43.000 en 30.000 deelnemers vrij omvangrijk zijn. Vaak nemen aan fase 3-studies minder dan 10.000 mensen deel. ‘Als de persberichten blijken te kloppen, zullen deze vaccins tot de veiligste ooit behoren’, schrijft de Australische epidemioloog Gideon Meyerowitz-Katz.

Over de effecten op lange termijn is momenteel nog weinig bekend. ‘Daarvoor is verdere opvolging belangrijk’, zegt Vandermeulen. ‘Zowel in de fase 3-studies, die blijven lopen, als in speciaal daarvoor opgezette fase 4-studies.’ Vaccinoloog Pierre Van Damme (UAntwerpen) wijst erop dat dit de normale gang van zaken is. 'Ook wanneer nieuwe geneesmiddelen of andere vaccins op de markt komen, zijn de langetermijneffecten nog niet gekend. De regelgevende autoriteiten moeten wat er bekend is over effectiviteit en veiligheid altijd afwegen tegen de ernst van de aandoening.'

Moet je nog gevaccineerd worden als je de ziekte al hebt gehad?

‘Bij voorkeur wel, want we weten niet hoe lang de bescherming na het doormaken van een infectie duurt’, zegt Vandermeulen. Dat hangt af van de ernst van de infectie die je hebt doorgemaakt. ‘Bij wie een matige tot zware infectie heeft doorgemaakt, zien we doorgaans een goede immuunreactie en een antistoffenniveau dat minimaal zo’n zes maanden hoog genoeg blijft’, zegt Leroux-Roels. ‘Dat kan ook langer zijn, maar we volgen mensen nog maar zo lang op. Wie daarentegen een milde of asymptomatische infectie achter de rug heeft, heeft soms helemaal geen antistoffen.’

Betekent dat dan dat we van het vaccin ook maar een zestal maanden bescherming mogen verwachten? ‘Op basis van de waargenomen antistofconcentraties verwachten we een bescherming van minimaal een jaar’, zegt Leroux-Roels. Maar voor een sluitend antwoord op de vraag hoe lang de bescherming zal aanhouden, is het wachten op verdere opvolging van de studiedeelnemers.

Wijzigt een RNA-vaccin ons DNA?

De vaccins die zijn ontwikkeld door Pfizer en Moderna zijn mRNA-vaccins. Ze bevatten het stukje genetische code dat codeert voor het stekeleiwit van het SARS-CoV-2 virus. Wanneer ons lichaam dat eiwit aanmaakt, lokt dat een reactie van het immuunsysteem uit. ‘Het aangemaakte eiwit zal aan het celoppervlak gepresenteerd worden aan de immuuncellen en hierdoor wordt het immuunantwoord in gang gezet’, zegt Van Damme. ‘Hierdoor zal ons lichaam neutraliserende antistoffen en T-helpercellen aanmaken, die immuniteit geven.’

Alle menselijke cellen bevatten mRNA of ‘boodschapper-RNA’ (messenger-RNA). De genetische code die in de celkern in ons DNA is opgeslagen, wordt overgeschreven op mRNA, en buiten de celkern in eiwitten omgezet. ‘Het mRNA uit een vaccin zal net als het lichaamseigen mRNA worden omgezet in eiwit’, zegt Van Damme. ‘Het mRNA blijft buiten de celkern. Bovendien is de structuur verschillend van die van DNA. Er is bijgevolg geen risico voor beschadiging van ons DNA. Wanneer het niet onmiddellijk wordt omgezet in eiwit, zal het mRNA relatief snel worden afgebroken in de cellen.’

Zijn RNA-vaccins een vorm van gentherapie?

Gentherapie is erop gericht om fouten in het DNA te herstellen, wanneer die aan de basis liggen van ziektes. ‘Een RNA-vaccin brengt echter geen veranderingen aan in ons DNA’, zegt Vandermeulen. ‘Het RNA uit het vaccin dringt niet door tot in de celkern, en blijft dus ver weg van ons DNA.’ (zie ‘Wijzigt een RNA-vaccin ons DNA?)

Hoelang blijft het RNA actief in onze cellen? Kan het meer doen dan enkel het stekeleiwit produceren?

‘Het RNA wordt binnen enkele dagen afgebroken en verdwijnt dus na een tijdje’, zegt Vandermeulen. ‘Het bevat enkel de specifieke code van het stekeleiwit en kan dus niets anders doen.’

Welke andere stoffen bevat een mRNA-vaccin?

‘Omdat mRNA niet zo stabiel is en niet zo gemakkelijk in de cellen van ons lichaam geraakt, worden de mRNA-molecules in een vaccin ingepakt in een lipidenmantel, waardoor je zogenaamde nanopartikels verkrijgt’, zegt Van Damme. ‘Hiervoor worden cholesterol en natuurlijke lipiden gebruikt, en ook synthetische lipiden. Die synthetische lipiden zijn niet giftig of schadelijk. Bovendien is de totale hoeveelheid aan lipiden per vaccindosis zeer laag. De lipidencomponenten zijn allemaal zeer grondig getest en veilig bevonden.’

Vanaf wanneer begint het vaccin te werken?

‘De mRNA-vaccins werken vanaf een week na de tweede dosis’, zegt Leroux-Roels. ‘Dan heb je de hoogste antistofconcentratie bereikt. Voordien kun je ook al antistoffen hebben, maar de werkzaamheid werd in de fase 3-studies bestudeerd een week na de tweede dosis.’

Waarom gebruiken we niet gewoon het geïnactiveerde virus, in plaats van de compleet nieuwe RNA-technologie?

Het grote voordeel van de mRNA vaccins is dat ze snelle ontwikkeling toelaten, omdat er geen virussen of eiwitten moeten worden geproduceerd. ‘Er zijn verschillende vaccins in ontwikkeling volgens de klassieke technologie – met geïnactiveerd virus of eiwitten – maar die zullen naar alle verwachting later op de markt komen’, zegt Leroux-Roels.  

Zo compleet nieuw is de technologie overigens niet, merkt Vandermeulen op. ‘De ontwikkeling van dit soort vaccins was al langer aan de gang, en er waren ook al enkele klinische studies gedaan. Het is wel de eerste keer dat zo’n vaccin op de markt komt. Meer ingeburgerde technieken zoals het gebruik van een geïnactiveerd virus zijn overigens niet inherent veiliger. Een vaccin is telkens maatwerk en zoeken welke aanpak het beste resultaat geeft. Daarom is het goed dat er verschillende types vaccins in ontwikkeling zijn. Zo kunnen we er op termijn de beste uithalen.’