Volgens een nieuwe schatting kost het ongeveer 885 miljoen euro om een nieuw geneesmiddel te ontwikkelen. Rechtvaardigt dat de hoge prijzen?
Dat farmabedrijf Novartis voor het geneesmiddel Zolgensma 1,9 miljoen euro vraagt, zorgde vorig jaar voor een golf van verontwaardiging. De oplopende kosten van nieuwe medicijnen baren artsen al langer zorgen.
Nieuwe kankertherapieën kosten vaak tienduizenden euro’s per patiënt. Dat de ontwikkelingskosten van nieuwe medicijnen erg hoog zijn, en hoge prijzen bijgevolg een noodzaak, is een vaak aangehaald argument in het debat over de prijs van medicijnen. Maar hoeveel kost de ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel? En hoeveel winst maakt de farmaceutische industrie?
In het vakblad JAMA presenteren wetenschappers een nieuwe schatting van de ontwikkelingskost van medicijnen. Een analyse van ruim zestig nieuwe geneesmiddelen levert een mediane kost van 985 miljoen dollar op (ongeveer 885 miljoen euro). De helft van de producten is dus duurder, de andere helft goedkoper. Die kost ligt fors lager dan een vaak geciteerde eerdere schatting van 2,8 miljard dollar (2,5 miljard euro).
‘De prijs van nieuwe medicijnen is ontspoord en staat al een tijdje niet meer in verhouding tot de kosten’ expert geneesmiddelenontwikkeling Jan Rosier (KU Leuven)
‘Dit soort onderzoek is moeilijk omdat farmabedrijven hun kosten vaak geheimhouden’, zegt gezondheidseconoom Jeroen Luyten (KU Leuven), die aan het nieuwe onderzoek meewerkte. ‘Bovendien moet je ook rekening houden met de ontwikkelingskosten voor medicijnen die de markt niet halen, en met de kosten die gepaard gaan met het verzamelen van het nodige kapitaal. Wij baseerden ons op rapporten die beursgenoteerde bedrijven in de VS verplicht moeten neerleggen bij de Amerikaanse toezichthouder van effectenbeurzen, met daarin een korte samenvatting van hun activiteiten en kosten. Het nadeel van die rapporten is dat enkel de kleinere biofarma bedrijven gedetailleerde kosten rapporteren en we dus alleen berekeningen hebben kunnen doen van een niet-representatieve steekproef. Voor 47 van de in totaal 63 bedrijven konden we terugvinden hoeveel ze spendeerden aan onderzoek voor een specifiek geneesmiddel. We kwamen op een aanzienlijk lager bedrag uit dan onderzoekers die met confidentiële data hebben gewerkt. Maar we kunnen over deze belangrijke kwestie de sector niet zomaar op zijn woord geloven.’
Ontspoorde prijzen
Volgens Jan Rosier, expert geneesmiddelenontwikkeling aan de KU Leuven die niet bij het onderzoek betrokken was, zijn ontwikkelingskosten slechts van beperkt belang in de discussie rond de prijzen van geneesmiddelen. ‘De prijs van nieuwe medicijnen is ontspoord en staat al een tijdje niet meer in verhouding tot de kosten’, zegt Rosier. ‘Er is ook nauwelijks een verband met de productiekost – die heel laag is – of de therapeutische waarde – die vaak beperkt is. De prijzen zijn geëxplodeerd, omdat de firma’s vragen wat ze denken te kunnen krijgen.’
In een tweede studie in JAMA gaan andere wetenschappers na hoeveel winst de farmasector maakt in verhouding tot andere sectoren. Ze analyseerden gegevens over 35 farmabedrijven die in de S&P 500 index staan, een overzicht van de 500 Amerikaanse bedrijven met de grootste beurswaarde. Tussen 2000 en 2018 boekten de bedrijven een mediane winst van 13,8 procent per jaar. Voor de bedrijven uit andere domeinen in de S&P ranking was dat 7,7 procent. ‘Er is op zich niets mis mee dat de farmasector een winstgevende sector is,’ vindt Luyten. ‘Anders zou het niet aantrekkelijk zijn om er in te investeren.’
Maar zijn zulke hoge winsten te verantwoorden? ‘Vaak wordt geschermd met de hoge risico’s die gepaard gaan met geneesmiddelenontwikkeling om die winsten te verantwoorden’, zegt Rosier. ‘Maar er is een belangrijk onderscheid tussen de kleine start-ups, die de hoge risico’s dragen, en de gevestigde waarden, die de hoge prijzen vragen.’ Volgens Rosier is er nood aan nieuw financieringssysteem, waarbij de prijs van medicijnen sterker is gelinkt met hun therapeutische waarde. ‘Dat zou leiden tot lagere prijzen en nieuwe medicijnen met een grotere meerwaarde.’