Een vaccin dat ingezet wordt tegen meningokokken voorkomt ook een aantal gevallen van gonorroe.
Er bestaat een risico dat de seksueel overdraagbare aandoening gonorroe onbehandelbaar wordt. Dat ligt onder meer aan de afnemende gevoeligheid voor de antibiotica die op dit moment wordt ingezet tegen de zeer besmettelijke ziekte die onder andere leidt tot een hevige ontsteking van de urinebuis, felle pijn bij het plassen en een geelgroene afscheiding uit de penis, de zogenoemde druiper. Wetenschappers zijn dan ook op zoek naar nieuwe methodes om de soa te behandelen of te voorkomen.
Amerikaanse onderzoekers gingen na of vaccins tegen meningokokken – de bacteriën die onder andere hersenvliesontstekingen veroorzaken – ook beschermend kunnen werken tegen gonokokken – de bacteriën die aan de basis liggen van gonorroe. Ze gingen daarvoor aan de slag met 167.706 laboratoriumbevestigde gonorroe- en chlamydia-infecties bij 109.737 personen van 16 tot 23 jaar die tussen 1 januari 2016 en 31 december 2018 waren geregistreerd in New York City en Philadelphia.
Verminderd voorkomen
7.692 van de proefpersonen waren gevaccineerd met een meningokokkenvaccin: 4.032 hadden één dosis of dus een gedeeltelijke vaccinatie gekregen, 3.596 twee doses of een volledige vaccinatie, en 64 ten minste drie doses. Door hun gegevens te vergelijken met die van de proefpersonen die geen vaccinatie hadden gekregen, ontdekten de onderzoekers dat het meningokokkenvaccin in verband kon worden gebracht met een verminderd voorkomen van de ziekte. Volledige vaccinatiereeksen waren 40 procent effectief tegen gonorroe en gedeeltelijke vaccinatiereeksen 26 procent.
De onderzoekers zijn er op basis van deze gegevens van overtuigd dat de ontwikkeling van een effectief gonokokkenvaccin ter preventie van gonorroe haalbaar moet zijn.