Kan je gevoelig zijn voor wifi- en gsm-straling? Onderzoekers vinden opnieuw geen enkel bewijs

Belgische wetenschappers onderzochten of straling van onder meer wifi en mobiele telefoons echt klachten als hoofdpijn en slapeloosheid kunnen veroorzaken. Net als in eerdere studies konden ook zij geen enkel aantoonbaar verband vinden.

Steeds meer mensen beweren te kampen met elektromagnetische hypergevoeligheid of EHS. Hoeveel er dat precies zijn, is zeer moeilijk te bepalen. Als je kijkt naar de prevalentiestudies van over de hele wereld, dan lopen de cijfers uiteen van 0,7 tot 15 procent. Het gaat opvallend vaak om vrouwen van rond de vijftig jaar. Zelfverklaarde EHS-lijders schrijven hun uiteenlopende symptomen toe aan de elektromagnetische velden in hun dagelijkse omgeving, bij gebrek aan een aandoening die ze zou kunnen verklaren.

Al meer dan twintig jaar voeren onderzoekers dubbelblinde studies uit die moeten uitwijzen of deze beweringen steek houden. Tot nu toe leiden die studies altijd tot dezelfde conclusie: personen die zeggen dat ze lijden aan EHS kunnen echte en fictieve blootstellingen niet beter van elkaar onderscheiden dan controlepersonen. Er is geen enkel aantoonbaar verband tussen de blootstelling aan elektromagnetische velden en de gerapporteerde symptomen. 

Nocebo

Belangrijker nog is dat de klachten van zelfverklaarde EHS-lijders vaak ontstaan wanneer ze overtuigd zijn dat er straling is, ook al is die er niet. Onderzoekers zoals Omer Van den Bergh, emeritus professor gezondheidspsychologie aan de KU Leuven, vermoeden dat er sprake is van een nocebo-effect. Dat betekent dat de symptomen louter het gevolg zijn van de overtuiging dat iets gevaarlijk is. ‘In combinatie met stressreacties in het lichaam kunnen sterke verwachtingen aan de basis liggen van een vicieuze cirkel, waarbij de EHS-lijder denkt dat omgevingstriggers de klachten daadwerkelijk veroorzaken’, vertelt hij.

Andere onderzoekers opperen dat de studies die tot nu toe werden uitgevoerd geen verbanden vonden vanwege methodologische beperkingen. In een poging die te omzeilen, startte Maryse Ledent, die bij Sciensano onderzoek doet naar de mogelijke gezondheidseffecten van elektrische en magnetische velden, in 2018 met de ontwikkeling van een innovatieve onderzoeksopzet.

Vernieuwend

Het onderzoek, waar je meer over kunt lezen in de nieuwe Eos, was op vele vlakken vernieuwend. De blootstelling vond plaats in een testlokaal dat zo was aangepast dat er zo weinig mogelijk magnetische velden van buitenaf naar binnen konden glippen. Vrijwilligers kregen voor de start van de dubbelblinde studie in een gewenningssessie te zien wanneer ze blootgesteld werden en wanneer niet, waardoor hun stress voor het onderzoek afnam. Ledent en haar team werkten met reële bronnen van elektromagnetische velden. Om de werkelijkheid zo goed mogelijk na te bootsen, activeerden ze alle bronnen gelijktijdig. Ze pasten de duur van de blootstelling en van de rustperiodes tussendoor aan de symptomen van de proefpersonen aan.

Het team testte vier groepen van vrijwilligers: negentien die overtuigd waren dat ze lijden aan EHS, acht die twijfelden over de oorsprong van hun klachten, twintig met niet-specifieke symptomen die ze niet aan elektromagnetische velden toewezen, en 35 controlepersonen zonder klachten. Maar ook deze studie kon geen aantoonbaar verband vinden tussen de blootstelling aan straling en de symptomen.

Toch willen de onderzoekers het daar niet bij laten. Ze benadrukken dat, ongeacht de oorsprong van de symptomen, het lijden van de betrokken personen belangrijk genoeg is om alles in het werk te stellen om hen te helpen. ‘Die mensen zijn er, ze lijden onder symptomen die hun levenskwaliteit ingrijpend beïnvloeden en we kunnen ze voorlopig niet veel verder helpen’, vertelt Ledent. ‘Daar willen we verandering in brengen.’

Meer over dit onderzoek: https://www.sciensano.be/nl/projecten/onderzoek-naar-elektromagnetische-hypergevoeligheid-met-behulp-van-een-blootstellingsprotocol

Is er wifi in de ruimte?

Lees hier het antwoord