Nieuwe technologie voorspelt welke patiënten baat hebben bij immuuntherapie.
Immuuntherapie is een vorm van kankerbehandeling die het immuunsysteem van de patiënt stimuleert om tumoren aan te vallen. Hoewel immuuntherapie veelbelovend is, slaat het niet bij alle patiënten op dezelfde manier aan.
Een team van wetenschappers, geleid door onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), ontwikkelde een nieuwe technologie waarmee ze de respons op immuuntherapie bij kankerpatiënten nauwkeurig kunnen voorspellen en volgen. Dat kan helpen om vooraf te bepalen wie baat zal hebben bij de behandeling en wie niet.
De onderzoekers ontwikkelden een innovatieve tracer die zich richt op CD163, een moleculaire receptor op 'tumor-geassocieerde macrofagen' of TAMs – immuuncellen die tumoren helpen groeien en hen beschermen tegen behandelingen. Dankzij de tracer kunnen de onderzoekers op speciale scans zien hoeveel van deze macrofagen in een tumor aanwezig zijn. Zijn dat er veel, dan wijst dat erop dat de tumor beter bestand is tegen behandelingen en dat ook immuuntherapie minder effectief zal zijn.
Voor de patiënten betekent dit dat hun artsen beter kunnen voorspellen welke therapie voor hen het meest geschikt zal zijn en dat ze onnodige behandelingen en de daarbij horende bijwerkingen kunnen vermijden. De technologie is ook een belangrijke stap richting gepersonaliseerde geneeskunde.
Bijkomende voordelen van de tracer is dat die zich uitsluitend aan CD163+ macrofagen bindt, en het immuunsysteem van de patiënten niet verstoort. En dat de technologie ook kan worden gebruikt bij inflammatoire aandoeningen zoals atherosclerose en artritis, waar CD163+ macrofagen ook een sleutelrol spelen.