Een nieuwe studie toont aan dat het koken van kraantjeswater zou helpen om het aantal microplastics dat je binnenkrijgt te verminderen. Moeten we ons zorgen maken over die microplastics? En wat kunnen we zelf doen om ze te vermijden? We vragen het aan Jana Asselman, professor mariene biotechnologie en milieutoxicologie aan de Universiteit Gent.
Micro- en nanoplastics zijn kleine plasticdeeltjes die ontstaan als bijproduct van industriële processen of wanneer plastic verbrokkelt. Soms worden ze ook doelbewust toegevoegd aan schoonmaakmiddelen en cosmetica. De diameter van deze deeltjes kan variëren van een micrometer (de grootte van sommige bacteriën) tot vijf millimeter (de grootte van een mosterdzaadje).
Volgens Chinees onderzoek zou kraantjeswater koken een efficiënte manier zijn om het te zuiveren van micro- en nanoplastics. Om dat na te gaan voegden de onderzoekers eenzelfde hoeveelheid microplastics toe aan stalen kraantjes- en gefilterd water. De microplastics werden voorzien van een fluorescent verflaagje, zodat de onderzoekers ze makkelijk konden terugvinden. Vervolgens kookten ze de waterstalen vijf minuten en lieten ze die afkoelen. Als je water kookt, vormen kalkdeeltjes een laagje kalkaanslag op de bodem van de pot of waterkoker. Tijdens het koken zouden kalkdeeltjes de ronddrijvende microplastics insluiten en vastzetten in het kalklaagje op de bodem. Een voorwaarde voor deze methode is natuurlijk dat er kalk in het water zit. Daarom zou deze filter-methode effectiever zijn bij kraantjeswater dan bij gefilterd water. Dat bleek ook: de onderzoekers vonden 90 procent minder microplastics in kraantjeswater na het koken terwijl ze bij gefilterd water een vermindering van 25 procent zagen.
‘De totale blootstelling via drinkwater is in Vlaanderen heel beperkt. Je zal meer microplastics binnenkrijgen door binnenlucht in te ademen’
Jana Asselman vindt het een interessant onderzoek. ‘Al heb ik wel enkele bedenkingen’, laat ze weten. ‘Hoe realistisch is het onderzoek? De onderzoekers kijken naar het aantal microplastics in het bovenste laagje van het gekookte water. Maar wie drinkt enkel het bovenste laagje water en kiepert de rest weg?’, vraagt ze zich af. ‘Meestal zal je het water ook in een glas gieten. Daarbij kunnen kalkdeeltjes, met eventuele microplastics, zich opnieuw vermengen met het water. We weten niet zeker hoe snel de kalk- en plasticdeeltjes terug in je drinkwater terechtkomen.’ Asselman merkt ook op dat het fluorescerend verflaagje op de microplastics geen uitsluitsel biedt. ‘Het zou kunnen dat deeltjes van die verf tijdens het koken zijn losgekomen van de plastics. In dat geval vinden de onderzoekers mogelijk die verfdeeltjes terug in de kalkaanslag, en niet de microplastics zelf,’ vertelt ze. ‘Conceptueel is het een heel mooie studie, al vraag ik mij af hoe representatief die zal zijn voor ons dagelijks leven’, concludeert Asselman.
In ons drinkwater
Of water koken echt effectief is om je drinkwater te zuiveren van nano- en microplastics, is dus nog niet helemaal duidelijk. Moeten wij ons hier in België zorgen maken om microplastics in ons drinkwater? Zijn ze schadelijk voor onze gezondheid? Asselman zegt daarover: ‘Drinkwater kan in Vlaanderen van drie bronnen komen: grondwater, oppervlaktewater of afvalwater. Maken we drinkwater van grondwater, dan vinden we amper microplastics terug. Bij oppervlaktewater zoals uit meren en rivieren, vinden we na het zuiveren ongeveer 0,02 microplastics per liter terug. Dat wil zeggen dat je honderd liter water zou moeten drinken om 2 microplastics binnen te krijgen. Als we kijken naar de derde bron, afvalwater, vinden we na zuivering 0,05 microplastics per liter terug. De totale blootstelling via drinkwater is dus heel beperkt. Je zal meer microplastics binnenkrijgen door binnenlucht in te ademen. Die bevat microplastics afkomstig van bijvoorbeeld tapijten en kledij.’
In ons land beschikken wetenschappers over materiaal dat deeltjes tot 20 micrometer kan opsporen. Kleinere nanoplastics zijn dus veel moeilijker te detecteren. ‘Op zich vormt het binnenkrijgen van microplastics voor de mens geen direct gezondheidsrisico. Ze zijn vaak te groot om door de darmwand in ons bloed opgenomen te worden.’
Nanoplastics zouden misschien wel door onze darmwand heen kunnen en zo in ons bloed terechtkomen. ‘Al hebben we nog nooit nanoplastics in milieustalen gevonden. In het labo zijn nanoplastics moeilijk te bestuderen omdat ze samenklitten tot microplastics. Ik verwacht dat het samenklitten in de natuur ook gebeurt, wat zou verklaren waarom de voor ons mogelijk wél schadelijke nanoplastics zo moeilijk te detecteren zijn in de natuur.’
We moeten ons dus niet al te veel zorgen maken om microplastics in ons kraantjeswater, aldus Asselman. Al kunnen we op heel wat andere manieren onze blootstelling aan microplastics beperken.
Drie tips die wél zinvol zijn om minder microplastics binnen te krijgen:
1: Bewaar je eten niet in plastic wegwerpbakjes, zoals de doosjes waar je afhaalmaaltijd in zit. Kies voor kwaliteitsvolle plastic bakjes of nog liever glazen exemplaren om je eten in te bewaren. ‘Warm je maaltijd niet op in zulke wegwerp-bakjes, ook al staat op het bakje dat het in de microgolf mag. Ga zéker niet uit het bakje eten. Door het prikken en snijden van je bestek in dat warme plastic bakje, kunnen microplastics in je maaltijd terecht komen.’
2: Vermijd kledij op basis van plasticvezels zoals nylon. ‘Door wrijving met andere materialen kunnen ook microplastics vrijkomen. Via de binnenlucht die we inademen, kunnen ze in ons lichaam terechtkomen. Maar je neemt ze niet op via de huid,’ vertelt Asselman.
3: Flessenwater drinken geeft je geen garantie op minder microplastics. Of de fles nu van glas of plastic is, in de dop zit meestal plastic verwerkt. ‘Hoewel er tijdens het productieproces van water in wegwerpflessen geen microplastics in het water terechtkomen, geeft de dop microplastics af door de wrijving bij het open en dicht draaien’, verduidelijkt Asselman Hoe minder je een flesje water opnieuw opent of sluit, hoe beter!