De darmbacteriën van vrouwen met endometriose maken een bepaald stofje minder aan. Die ontdekking opent de weg naar een niet-invasieve ontlastingstest en een nieuwe behandeling voor endometriose.
Endometriose is een pijnlijke aandoening die wereldwijd bijna 200 miljoen vrouwen treft. Ze ontstaat wanneer slijmvlies dat normaal alleen in de baarmoeder groeit zich ook daarbuiten begeeft en zich bijvoorbeeld vasthecht aan de omliggende darmen of aan het membraan dat de buikholte bekleedt. Dit gaat vaak gepaard met bloedingen, pijn, ontstekingen en kan leiden tot onvruchtbaarheid.
Over het algemeen duurt het ongeveer zeven jaar voordat endometriose wordt ontdekt. Bovendien wordt vaak eerst ten onrechte gedacht dat er sprake is van een darmaandoening. Daarbij komt nog dat vaak invasieve procedures nodig zijn om de ziekte vast te stellen en dat behandelingen vaak onvoldoende werken.
Rama Kommagani, professor pathologie en immunologie van Baylor College of Medicine (Verenigde Staten), voert al jaren onderzoek naar de aandoening. Uit eerder onderzoek bij muizen stelde hij samen met zijn team vast dat het microbioom - de bacteriën die in ons lichaam leven - of hun metabolieten - de producten die de bacteriën produceren - kunnen bijdragen aan de verergering van endometriose.
Diagnose
In vervolgonderzoek vergeleken de onderzoekers de bacteriën en metabolieten die aanwezig zijn in de ontlasting van vrouwen met endometriose met die van gezonde vrouwen en ontdekten ze significante verschillen, meer bepaald een combinatie van bacteriële metabolieten die uniek is voor endometriose.
Van een van deze metabolieten, 4-hydroxyindole, blijken vrouwen met endometriose er minder te hebben dan vrouwen zonder de aandoening. Uit studies op diermodellen van de ziekte blijkt dat het toedienen van 4-hydroxyindole het ontstaan en de verergering van de ontstekingen en pijn tegengaat.
De onderzoekers werken nu verder aan de ontwikkeling van een niet-invasieve diagnostische ontlastingstest voor endometriose. Ze voeren ook de nodige onderzoeken uit om de veiligheid en werkzaamheid van 4-hydroxyindole als mogelijke behandeling voor deze aandoening te evalueren.