Long covid is veel minder waarschijnlijk na omikron dan na de variant die circuleerde bij het begin van de covid-19 pandemie.
De omikronvariant van SARS-CoV-2 leidt veel minder vaak tot long covid dan de variant die aan het begin van de covid-19-pandemie circuleerde. Dat blijkt uit nieuw onderzoek dat in april wordt gepresenteerd op het European Congress of Clinical Microbiology & Infectious Diseases in Kopenhagen.
Uit de studie blijkt dat gezondheidswerkers die besmet waren met het oorspronkelijke virus tot 67 procent meer risico liepen om symptomen van long covid te krijgen dan degenen die geen covid-19 hadden gehad. Maar ook dat bij gezondheidswerkers die voor het eerst werden besmet met de omikronvariant, er geen verhoogd risico was op symptomen van long covid dan bij degenen die nooit covid-19 hadden gehad. En dat het hebben van omikron na een infectie met het oorspronkelijke virus geen groter risico op long covid of vermoeidheid inhield dan het doormaken van een infectie met het oorspronkelijke virus alleen.
‘Long covid is een belangrijk probleem voor de volksgezondheid’, zegt dr. Carol Strahm van het Kanton Ziekenhuis St Gallen in Zwitserland, die het onderzoek zal presenteren. ‘Het is een langdurige, soms slopende, ziekte met beperkte behandelingsmogelijkheden en een onzekere uitkomst. Maar de meeste gegevens hierover zijn afkomstig van patiënten die covid-19 relatief vroeg in de pandemie hebben opgelopen, vóór de opkomst van de omikronvariant die tegen het einde van 2021 opdook.’
Met de opkomst van omikron, de voortdurende wereldwijde dominantie ervan en de bijbehorende explosie aan infecties, is het van vitaal belang om meer te weten te komen over wie het risico loopt op long covid en waarom. Strahm beoordeelde het aantal long covid symptomen bij gezondheidswerkers die besmet waren met het oorspronkelijke SARS-CoV-2-virus, de omikronvariant (BA.1) of beide en hij vergeleek deze met een niet-geïnfecteerde controlegroep.
Minder ernstige ziekte
Aan de studie namen 1.201 gezondheidswerkers deel - waarvan 81 procent vrouwen. Ze hadden een mediane leeftijd van 43 jaar en waren afkomstig uit negen Zwitserse gezondheidsnetwerken. De deelnemers, die tussen juni en september 2020 werden geworven, ondergingen geregeld neuskeelwissers en antilichaamtesten en verstrekten informatie over hun vaccinatiestatus. In maart 2021 (Q1), september 2021 (Q2) en juni 2022 (Q3) vulden ze online vragenlijsten in waarin hen werd gevraagd welke van de 18 long covid symptomen ze hadden ondervonden. De meest gemelde symptomen waren onder meer verlies van reuk- en/of smaakzin, vermoeidheid, zwakte, burn-out, uitputting en haaruitval.
In Q1 was het risico op long covid symptomen 67 procent hoger bij de 157 gezondheidswerkers die een infectie met het oorspronkelijke virus doormaakten dan bij de niet-geïnfecteerden. In Q3 was het risico op long covid symptomen 37 procent hoger bij degenen die de oorspronkelijke variant kregen dan bij de controlepersonen. Een soortgelijk patroon werd waargenomen voor vermoeidheid. In Q1 was het risico op vermoeidheid 45 procent hoger bij degenen die het oorspronkelijke virus hadden gehad dan bij de controlepersonen, maar in Q3 was het verschil tussen beide groepen niet langer significant.
De 429 gezondheidswerkers bij wie de eerste positieve test voor covid-19 de omikron-variant betrof, hadden niet meer kans om long covid symptomen te melden dan de niet-geïnfecteerde controlepersonen. Het percentage vermoeidheid was ook vergelijkbaar tussen beide groepen.
‘We kunnen alleen maar speculeren waarom dit zo was’, aldus Strahm. ‘Het is waarschijnlijk te wijten aan een combinatie van het feit dat de omikronvariant minder waarschijnlijk ernstige ziekte veroorzaakt dan de oorspronkelijke variant - we weten dat long covid vaker voorkomt na ernstige ziekte - en dat de proefpersonen immuniteit hadden verkregen door een eerdere blootstelling aan het virus, door bijvoorbeeld een subklinische infectie.’
Uit de analyse bleek ook dat een herinfectie - een omikroninfectie na een infectie met het oorspronkelijke virus - geen groter risico op long covid of vermoeidheid inhield dan bij een infectie met de oorspronkelijke variant alleen. En dat ook vaccinatie geen invloed had op het risico op long covid of vermoeidheid bij degenen die omikron hadden na de oorspronkelijke variant van virus.
‘Terwijl long covid symptomen in de loop van de tijd leken af te nemen bij gezondheidswerkers die een infectie met de oorspronkelijke variant hadden gehad, waren ze na achttien maanden nog steeds aanwezig’, concludeert Strahm. ‘Maar zorgverleners van wie de eerste positieve test er een was op omikron ontwikkelden geen significante long covid symptomen. Noch omikronherinfecties, noch een SARS-CoV-2 vaccinatie vóór een omikroninfectie hadden enige invloed op long covid.’
Nu omikron wereldwijd nog steeds dominant is, zouden de resultaten geruststellend moeten zijn voor zowel patiënten die covid-19 voor het eerst oplopen als voor diegenen die al eens besmet raakten. Al merkt Strahm wel op dat de deelnemers aan de studie voornamelijk gezonde, jonge, gevaccineerde vrouwen waren en dat de resultaten anders zouden kunnen zijn bij ziekere, oudere en niet-gevaccineerde mensen.