Maagzuurremmers zijn een van de meest geslikte pillen in België. Toch is het slikken van die medicijnen niet altijd een goed idee.
Met twee miljoen gebruikers staan maagzuurremmers in de top tien van de meest geslikte pillen in België. Ze verminderen de zuurproductie in de maag, zodat oprispingen van zuur naar de slokdarm wegblijven. Ze voorkomen een brandend gevoel achter het borstbeen na een copieuze maaltijd, samen met een vieze smaak in je mond.
Vorige maand lag één van de populairste maagzuurremmers onder vuur. Het Europees Geneesmiddelenbureau meldde dat er onzuiverheden waren aangetroffen in een aantal loten ranitidine. Die waren mogelijk kankerverwekkend. Diverse Europese lidstaten troffen maatregelen. De betrokken farmaceutische bedrijven riepen de middelen terug of plaatsten ze in quarantaine tot ze de vervuilde loten hadden geïdentificeerd. In België ging het om Zantac, Ranitidine EG, Ranitidine Mylan en Ranitidine Sandoz.
Wie maagzuurremmers nodig had, kon een alternatief gebruiken, zoals een zogenoemde protonpompinhibitor (PPI). Enkele PPI’s zijn omeprazol, lansoprazol, pantoprazol en rabeprazol. Net als ranitidine remmen deze medicijnen de productie van maagzuur. Ze doen dat alleen via een ander chemisch pad en zijn nog wat krachtiger. In lage doseringen kan je ze zonder voorschrift kopen; met voorschrift zijn ze deels terugbetaald.
Is het wel veilig om het potentieel vervuilde ranitidine te vervangen door een PPI? Dat is niet zeker, toch niet op langere termijn. Er zijn immers aanwijzingen dat jarenlang gebruik de levensverwachting licht doet dalen – en die bevindingen staan los van eventuele chronische ziektes. Daarnaast is een hele rist aan nevenwerkingen mogelijk, plus complicaties als darminfecties en longontstekingen.
Bij correct en kortstondig gebruik zijn maagzuurremmers prima medicijnen. Ze zijn aangewezen bij slokdarmontsteking, aangetoonde reflux, een maag- of dunnedarmzweer en het zeldzame syndroom van Zollinger-Ellison. Je kan ze ook nemen als je na langdurig gebruik van ontstekingsremmers een verhoogd risico loopt op een maagzweer.
Maagzuurremmers zijn prima medicijnen. Maar ze worden vaak voor de verkeerde redenen genomen, namelijk tegen welvaartskwalen
Maar een op de twee gebruikers zou ze slikken voor zogenoemde ‘functionele dyspepsie’: zure oprispingen als gevolg van een ongezonde levensstijl. Die symptomen pak je nochtans beter anders aan. Bijvoorbeeld door te stoppen met roken en te vermageren bij overgewicht – je gewicht met 10 procent verlagen vermindert de oprispingen.
Niet-medicamenteuze maatregelen zijn de hoekstenen van een goede behandeling. Vermijd voedingsmiddelen en dranken die je niet goed verdraagt, zoals vette of sterk gekruide gerechten, zure dranken, koffie, chocolade, alcohol of pepermunt. Eet niet vlak voor het slapengaan, zet het hoofdeinde van je bed wat hoger, probeer stress te beperken.
Kies je dan toch gemakshalve voor PPI’s, dan moet je weten dat je er niet zomaar mee kan stoppen. In België – en in veel andere landen – worden de medicijnen veelal langdurig voorgeschreven, omdat je maag aan het spul went. Als je de behandeling stopzet, treedt een rebound-effect op. De maagzuurproductie flakkert dan in alle hevigheid op. Dat doet de zure oprispingen terugkeren. Resultaat: je gaat opnieuw aan de pillen.
Een behandeling met PPI-maagzuurremmers houdt zichzelf dus in stand. Ermee stoppen betekent dat je de therapie langzaam moet afbouwen. Dat kan met een dosishalvering om de andere dag, gespreid over drie weken. Je kan natuurlijk ook meteen voor de niet-medicamenteuze aanpak kiezen en een gezondere levensstijl aanhouden.