Microbiologe Sarah Lebeer bracht de bacteriën die in onze neus en keelholte leven in kaart. Volgende stap: beïnvloeden die neusbewoners onze gezondheid?
Niet iedereen staat te springen om een wattenstaafje in de diepste krochten van zijn neusholte te boren. Toch vonden NKO-arts Olivier Vanderveken en Sarah Lebeer, bio-ingenieur en microbioloog aan de Universiteit Antwerpen, bereidwillige slachtoffers.
Via Iedereen Wetenschappers meldden een honderdtal gezonde vrijwilligers zich aan, die een staaltje ‘snot’ met neusbacteriën wilden afstaan. Lebeer en haar collega’s onderzoeken welke microben er leven in onze neus en neus-keelholte of nasofarynx. Die laatste bevindt zich aan het einde van de neusholte, voor de overgang naar de keelholte.
In januari meldde je dat we mensen op basis van hun neusbacteriën in 5 types kunnen indelen. Ontdekten jullie intussen nieuwigheden?
‘In januari deden we de eerste analyses. De vrijwilligers kregen toen hun persoonlijke bacterieprofielen toegestuurd. De echte publicatie was vorige week. In januari dachten we dat er vijf types van bacteriegemeenschappen waren. Dat hebben we ondertussen bijgesteld. We kunnen nu zeggen dat er vier types bestaan: drie types die gedomineerd worden door Moraxella, Streptococcus of Fusobacterium en één type met een grotere diversiteit aan bacteriën. Dat er eigenlijk vijf of zes types zijn vermoeden we, maar kunnen we nog niet met zekerheid zeggen. Die laatste twee types komen minder vaak voor, dus onderzoeken we extra proefpersonen om zeker te zijn.’
Welke bevindingen vond je opmerkelijk?
‘Dat er een groot verschil is tussen de bacteriële samenstelling in de neus en die in de neus-keelholte. De meeste mensen hebben een gelijkaardige bacteriegemeenschap in de neus. In de neus-keelholte vindt je meer individuele variatie. Die laatste is belangrijker, want de neus-keelholte staat in verbinding met zowel het oor, via de buis van Eustachius, als de keel. Dit wil zeggen dat ziektekiemen zich via de nasofarynx kunnen verspreiden naar het oor, de keel of de sinussen, met infecties zoals sinusitis of een oorontsteking tot gevolg.’
‘Dat de bacteriën in de neus zo verschillen van die in de neus-keelholte, komt doordat de leefomstandigheden er anders zijn. In de neus komt er meer zuurstof binnen, is het kouder en droger. De lichaamscellen zijn er anders.’
Jullie onderzochten of bloedgroep, geslacht, roken en leeftijd bepalend zijn voor de bacteriën die in de neus en neus-keelholte leven. Is dat het geval?
‘Bloedgroep, leeftijd en geslacht beïnvloeden niet hoeveel bacteriën van elke soort er leven. Roken heeft wel een impact: we constateerden dat rokers meer bacteriën van de geslachten Corynebacterium en Staphylococcus hebben. We willen nagaan of dat een invloed heeft op de vatbaarheid voor infecties. De link tussen onze gezondheid en de bacteriën die we huisvesten in de neus en de nasofarynx, willen we de komende jaren onderzoeken.’
‘De bacteriën van gezonde vrijwilligers vormen een goede basis voor een vergelijking met zieke mensen. De volgende stap is een gelijkaardig onderzoek met patiënten die aan chronische sinusitis lijden. Onze studies kaderen in een groot project, waarin we bestuderen hoe de bacteriën in de bovenste luchtwegen de gezondheid beïnvloeden. Het is de bedoeling om daarna potentiële probiotica te ontwikkelen.’
Bestaat er zoiets als een gezonde neusflora?
‘Uit eerder onderzoek bleek dat bepaalde bacteriën inderdaad vaker voorkomen bij gezonde mensen. Een voorbeeld is Dolosigranulum, een bacterie die verwant is aan de goede melkzuurbacteriën in de darm. Deze melkzuurbacteriën worden vaak gebruikt als probiotica. Waarom die bacteriën vaker in een gezonde neus zitten, weten we nog niet.’