Wanneer we spreken over antimicrobiële resistentie, gaat het vaak over antibioticaresistentie bij bacteriën. Maar er is meer aan de hand: schimmels en parasieten worden ook steeds resistenter tegen de medicijnen die we gebruiken om ze te behandelen. Dat vormt een onderschat, maar groeiend gevaar voor de volksgezondheid.
Beeld: Rode bloedcel (in blauw) geïnfecteerd met een malariaparasiet.
Schimmelinfecties doden wereldwijd jaarlijks ongeveer 3,8 miljoen mensen. Dat is ongeveer de helft van het aantal doden ten gevolge van de meest voorkomende bacteriële infecties. Met slechts drie klassen antischimmelgeneesmiddelen is men snel uitbehandeld indien de ziekteverwekker resistent wordt tegen een of meerdere geneesmiddelen. Het gebruik van gelijkaardige middelen als fungiciden in de landbouw zorgde reeds voor resistente infecties in schimmels die mensen kunnen infecteren, zoals Aspergillus.
Maar één van de gevaarlijkste schimmels volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is Candida auris. Naar analogie van de ziekenhuisbacterie MRSA, wordt dit zelfs de eerste “ziekenhuisschimmel” genoemd. Deze schimmel is extreem resistent tegen de beperkte hoeveelheid beschikbare medicijnen en veroorzaakt vaak dodelijke infecties in ziekenhuizen, met sterftecijfers van dertig tot zestig procent in verzwakte personen.
Winterslaap
Een andere belangrijke groep in het verhaal van antimicrobiële resistentie zijn de parasieten. Plasmodium – de wetenschappelijke naam voor de parasiet die malaria veroorzaakt – heeft in toenemende mate resistentie ontwikkeld tegen bestaande behandelingen zoals artemisinine, vooral in Afrika en Zuidoost-Azië. Malaria treft jaarlijks ongeveer 250 miljoen mensen en doodt 600.000 mensen, waarvan twee derde kinderen jonger dan vijf jaar. Naast malaria is er ook een toename van resistentie bij andere parasieten, zoals Leishmania, die zich aan behandelingen weet aan te passen door in een soort winterslaap te gaan, waardoor de medicijnen niet effectief zijn. Ook parasitaire wormen ontwikkelen steeds vaker resistentie tegen de preventieve medicijnen die worden gebruikt om ze te bestrijden.
Het vinden van effectieve medicijnen tegen schimmels en parasieten is extra moeilijk omdat hun celstructuur veel lijkt op die van ons: ze zijn net als wij eukaryoten. Dit maakt het lastiger om medicijnen te ontwikkelen die selectief de parasiet of schimmel doden zonder ons eigen lichaam te beschadigen, terwijl bacteriën, als prokaryoten, fundamenteel verschillen van onze cellen. Daarom zijn er veel minder medicijnen beschikbaar tegen schimmel- en parasitaire infecties dan tegen bacteriële infecties, en stijgt de kans op resistentie aan het kleine gamma dat we kunnen gebruiken.
De opkomst van antimicrobiële resistentie in schimmels en parasieten is een gevaarlijk, onderbelicht probleem
Gelukkig is er hoop. De afgelopen jaren is er vooruitgang geboekt in verschillende strategieën om resistentie aan te pakken. Voor parasitaire ziekten kan vectorcontrole erg effectief zijn. Een vector is een organisme dat een ziekteverwekker overdraagt – zoals de malariamug die Plasmodium overdraagt. Door muggen te bestrijden of te voorkomen dat ze mensen steken, kunnen we de parasitaire verspreiding tegengaan. Dit geldt ook voor andere parasieten zoals de schistosoma-wormen, die door zoetwaterslakken worden verspreid: het gebruik van slak-dodende middelen in meren of het uitzetten van een type rivierkreeft dat slakken eet, kan de verspreiding van schistosoma tegengaan. Vaccins, bijvoorbeeld tegen malaria, en preventieve behandelingen spelen ook een belangrijke rol in het voorkomen van infecties.
Recent werd er voor het eerst in jaren een nieuwe klasse antischimmelmedicijnen op de markt gebracht: ibrexafungerp, dat hoop biedt in de strijd tegen deze resistente schimmels. Onderzoekers hebben ook gekeken naar alternatieve manieren om resistentie te onderdrukken, zonder nieuwe geneesmiddelen te gebruiken. Een recent onderzoek van een team aan de KU Leuven heeft aangetoond dat de snelle wisseling van medicijnen, of het combineren van meerdere medicijnen, kan helpen om resistentie te voorkomen in de ‘superschimmel’ Candida auris.
De opkomst van antimicrobiële resistentie in schimmels en parasieten is een gevaarlijk, onderbelicht probleem. Om deze dreiging het hoofd te bieden, moeten we ons bewust zijn van de verschillende vormen van resistentie, niet alleen bij bacteriën. De vooruitgang in medicijnen en de ontwikkeling van nieuwe behandelingsstrategieën kunnen ons helpen om dit groeiende probleem aan te pakken.