Nut van vroegtijdige opsporing longkanker in vraag gesteld

De komende maanden ontvangen ongeveer 400.000 Nederlanders tussen de 60 en 79 jaar een uitnodiging om deel te nemen aan een nieuw Europees onderzoek naar de vroege opsporing van longkanker. Critici spreken van weggegooid geld.

Waar komt dit nieuws vandaan?

In België worden jaarlijks 8.000 nieuwe gevallen van longkanker vastgesteld, meestal laattijdig. Jaarlijks overlijden rond de 6.500 personen aan deze moeilijk behandelbare ziekte. In Nederland krijgen jaarlijks zo’n 14.000 mensen de diagnose longkanker en overlijden er minstens 10.000.

Een Nederlands-Belgisch onderzoek stelde in 2020 vast dat het vroegtijdig opsporen van longkanker door middel van een CT-scan met lage stralingsdosis de sterfte door de ziekte met 25% kan verminderen. Rokers lopen een veel hoger risico op longkanker dan wie niet rookt, en ongeveer 80 tot 90% van alle longkankers worden veroorzaakt door tabak. Longkankerscreening gebeurde in het onderzoek bij personen tussen 55 en 74 jaar die minstens gedurende 30 jaar 1 pakje per dag roken of rookten of een vergelijkbaar volume zoals gedurende 15 jaar 2 pakjes. Ex-rokers moeten minder dan 15 jaar geleden zijn gestopt. En wie zich laat screenen moet in goede gezondheid verkeren.

Toch vangt dit onderzoek naar de vroegtijdige opsporing van longkanker kritiek en is het nog geen nationale aanbeveling. Screening van rokers zou de longkankersterfte inderdaad kunnen terugdringen, maar rokers sterven ook vaker aan hart- en vaatziekten. Daarom is het niet duidelijk of de screening, die ook nadelen heeft, wel zin heeft. Om dat te onderzoeken worden in de komende maanden enkele honderdduizenden oudere mensen (60 – 79 jaar), die lange tijd roken of gerookt hebben, uitgenodigd om deel te nemen aan een onderzoek.

Wat weten we momenteel?

Het nieuwe onderzoek waarvoor 400.000 Nederlanders worden opgeroepen zal moeten uitwijzen of longkankerscreening door middel van CT scan wel nuttig is. Doel is om op basis van de resultaten de Europese Commissie te adviseren over het nut van screeningsprogramma’s voor longkanker.

Er zijn immers verschillende kritische bedenkingen te maken bij longkankerscreening. Zo is niet duidelijk hoe vaak je zo’n CT-scan zou moeten ondergaan. Ook worden erg veel vals-positieve resultaten vastgesteld: men ziet een verdacht vlekje op de scan, dat na onderzoek geen longkanker blijkt te zijn, maar om dat te weten, moet er wel een stukje weefsel weggenomen worden (biopsie), wat met onnodige onderzoeken, risico’s en angst gepaard gaat. Daarenboven kan zulk onderzoek een vals gevoel van veiligheid geven. Belangrijk is ook dat roken veel meer nadelige – en dodelijke – gezondheidseffecten heeft, zoals COPD en hart- en vaatziekten. Daarom zeggen sommige wetenschappers dat alle middelen beter zouden worden ingezet om het roken te stoppen.

Conclusie

Nieuw onderzoek moet uitwijzen of longkankerscreening bij zware rokers of ex-rokers nuttig is. Volgens eerder onderzoek zou een regelmatige CT-scan bij deze groep de sterfte door longkanker verminderen. Naast bijwerkingen van de screening is de winst van screening echter twijfelachtig omdat rokers sowieso grote kans op vroegtijdig overlijden hebben door andere ziekten, zoals chronisch longlijden (COPD), hartinfarcten en beroertes.