In de darmflora van mensen met een depressie ontbreken twee groepen bacteriën.
Stoffen geproduceerd door micro-organismen in onze darmen kunnen het brein beïnvloeden. Daarmee sturen ze ook ons gedrag en onze gevoelens. Dat ontdekte microbioloog Jeroen Raes (VIB – KU Leuven) na een onderzoek bij meer dan duizend proefpersonen.
Tot nu toe hebben onderzoekers de link tussen buik en brein vooral onderzocht bij proefdieren. Raes en zijn team mikten op mensen. Ze brachten de bacteriën in kaart die in de darmen van hun proefpersonen aanwezig waren. In die darmflora ontwaarden ze specifieke bacteriegroepen die verband houden met de mentale gezondheid.
Twee daarvan, Coprococcus en Dialister, vonden ze niet terug bij personen met een depressie. Vergelijkbare resultaten keerden terug bij proefpersonen in een Nederlands onderzoeksproject en bij een groep depressiepatiënten in het UZ Leuven. Eerder ontdekte Raes ook dat bepaalde bacteriegemeenschappen vaker voorkomen bij patiënten met de ziekte van Crohn. Het lijkt erop dat de bacteriën die te linken zijn aan de ontsteking van de ingewanden ook een negatieve invloed hebben op de mentale gezondheid.
Raes en zijn collega’s ontwikkelden een computertechniek die de bacteriën met een mogelijke impact op het brein en het zenuwstelsel moet identificeren. Na een genoomanalyse van meer dan vijfhonderd darmbacteriën stelde doctoraatsstudente Mireia Vallès-Colomer een catalogus samen. Daarin lijst ze bacteriën op die stoffen produceren die de mentale gezondheid beïnvloeden. Op de lijst staat onder meer DOPAC, een stof die verband houdt met dopamine en een rol speelt in het beloningssysteem van het brein.
Prof. Raes is nog steeds op zoek naar vrijwilligers voor het Vlaams Darmfloraproject – alle info op http://www.vib.be/darmflora