Eos Blogs

Op zoek naar de Crohn-juwelen

Mensen met een chronische darmontsteking kampen dagelijks met buikpijn en diarree. Een bloedtest zou verborgen signalen van de ziekte kunnen opsporen vóór de eerste klachten ontstaan.

De lichtjes fonkelen in de kerstboom. De geur van kaneel en kruidnagel vult de kamer. Ik zit aan de familietafel, rijkelijk gevuld met lekkers. Een glaasje wijn wordt ingeschonken, en we klinken op het samenzijn. We praten over hoe snel het jaar weer voorbij is gevlogen, tot Lowie ineens opkijkt en vraagt: 'Hoe gaat het eigenlijk met jouw onderzoek naar de ziekte van Crohn?' Zijn papa, die aan deze chronische darmontsteking lijdt, zit verderop aan tafel.

'Papa heeft vaak buikpijn en diarree,' vertelt Lowie. 'Hij is moe, en zelfs als we gewoon boodschappen doen, zoekt hij steeds waar de dichtstbijzijnde toiletten zijn. Kan ik die ziekte ook krijgen?' Daar zit ik dan, niet alleen als nicht, maar ook als wetenschapper. Ik vertel hem eerlijk: 'Je risico ligt mogelijks hoger. Dat betekent niet automatisch dat jij dit ook zal krijgen.' Lowie fronst terwijl hij me ontgoocheld aankijkt. 'Er is wel hoop!' zeg ik snel, om hem wat gerust te stellen.

Een sluimerend begin, een unieke kans

Mijn onderzoek richt zich precies op mensen zoals Lowie. Ik ben op zoek naar de 'Crohn-juwelen', verborgen signalen in het bloed die vooraf voorspellen of iemand de ziekte zal ontwikkelen. Dat is geen eenvoudige queeste. Crohn is een complexe, chronische darmontsteking. Het ontstaan ervan wordt beïnvloed door een samenspel van genetische aanleg, een overgevoelig immuunsysteem dat onterecht reageert op de eigen darmflora, en verschillende (on)bekende omgevingsfactoren.

Het is een ziekte die niet alleen Lowie’s familie raakt. Ongeveer 40.000 mensen in België hebben een chronische darmontsteking, zoals de ziekte van Crohn of de verwante aandoening colitis ulcerosa. Wereldwijd stijgt dat aantal richting 1% van de bevolking. Er bestaan werkzame en veilige medicijnen, maar geen enkel medicijn slaat aan in meer dan de helft van de patiënten.

Als we Crohn beter willen behandelen, moeten we de allereerste symptomen voor zijn

Als we Crohn beter willen behandelen, moeten we de allereerste symptomen voor zijn. Er is een kostbaar moment vroeg in het ziekteproces, waarin de eerste sluimerende signalen aanwezig zijn in het bloed. Dat is onze kans om in te grijpen vooraleer de ziekte echt doorbreekt.

Unieke schatkamers

We hebben toegang tot twee bijzondere schatkamers die ons helpen deze verborgen Crohn-signalen op te sporen. De eerste zijn bloedverwanten van Crohn-patiënten, zoals eerstegraads familieleden. Zij hebben een iets verhoogd risico tot ziekteontwikkeling, maar zijn nog gezond. Juist bij hen kunnen we mogelijks subtiele veranderingen ontdekken die al plaatsvinden lang voordat de ziekte zichtbaar wordt. De tweede bron is een unieke verzameling bloedstalen, een ware tijdscapsule, die ons meeneemt naar de beginselen van de ziekte. Deze stalen zijn van mensen die gezond waren op het moment van afname, maar later een ziekte zoals Crohn ontwikkelden. Een goed voorbeeld hier is het bloedarchief van het Amerikaanse leger, waarin bloedstalen zijn verzameld van militairen die bij afname nog volledig gezond waren. Door deze stalen te analyseren, kunnen we nu vroege signalen in het bloed koppelen aan de latere ontwikkeling van de ziekte.

Een schatkist vol facetten

Onderzoekers konden al veel bloedsignalen identificeren die voorspellend zijn voor de ziekte van Crohn. Maar tot nu toe heeft niemand dé combinatie van aanwijzingen gevonden die met zekerheid kan zeggen wie risico loopt. Onze zoektocht gaat daarom verder. Waar we vroeger breed en zonder duidelijke richting tal van signalen onderzochten (“hypothesevrij”), richten we ons nu enkel op Crohn-signalen waarvan we dankzij eerder onderzoek weten dat ze belangrijk zijn (“hypothese gedreven”). Door ons te focussen op deze veelbelovende aanwijzingen, vergroten we de kans om dé sleutel te vinden tot een nauwkeurige risicovoorspelling.

Waar we vroeger zonder duidelijke richting tal van signalen onderzochten, richten we ons nu enkel op Crohn-signalen waarvan we weten dat ze er vroeg zijn

En wat zijn die signalen precies? We richten ons op een aantal veelbelovende RNA-spelers en specifieke eiwitten, samen met het DNA dat ons helpt de genetische aanleg voor Crohn samen te vatten. DNA kun je zien als een stevige en onveranderlijke diamant. Maar RNA, de boodschapper van het DNA, is dynamischer. Het verandert voortdurend en geeft ons inzicht in hoe het lichaam reageert op invloeden van buitenaf. Het is net een robijn, die telkens anders schittert in het licht. En dan zijn er de eiwitten, de werkpaarden van onze cellen, die als smaragden complexe processen van het lichaam weerspiegelen.

Door deze facetten – DNA, een selectie van RNA-spelers en enkele eiwitten – samen te analyseren, zoeken we naar de sterkste combinatie van signalen. Het doel is een accurate bloedtest, die niet alleen vroegtijdig waarschuwt, maar ook helpt om gerichter en sneller in te grijpen.

Een kans om de ziekte voor te zijn

Zullen we ooit de ontwikkeling van Crohn kunnen vertragen, of zelfs voorkomen? Vermoedelijk wel!  Recente doorbraken in het onderzoek naar diabetes en reuma geven ons hoop. Bij deze aandoeningen, net als bij Crohn, speelt het immuunsysteem een belangrijke rol. Met een voorspellende bloedtest konden onderzoekers mensen met een hoog risico tot ziekteontwikkeling opsporen. Door hen nauw op te volgen en vroegtijdig medicijnen toe te dienen – nog vóórdat de eerste symptomen optraden – konden ze de ziekte afremmen.

Zo’n aanpak biedt ook perspectief voor de ziekte van Crohn. Maar het blijft niet alleen bij een voorspellende bloedtest dankzij de Crohn-juwelen. Als we straks weten wie een hoog risico loopt, kunnen we tijdig een inwendig darmonderzoek uitvoeren en kijken of er al vroege waarschuwingssignalen in de darm zelf zijn. Vinden we die daar? Dan zouden we al in een vroeg stadium een medicijn kunnen starten. Zo kunnen we de ziekte voor zijn, nog voordat ze echt doorbreekt.

En Lowie? Misschien hoeft hij zich straks geen zorgen meer te maken over buikpijn, diarree en eindeloze toiletbezoeken. Dankzij deze zoektocht kunnen we hem en duizenden anderen een toekomst geven waarin Crohn misschien nooit zal toeslaan. En zijn papa? Die zal baat hebben bij de vooruitgang die we boeken in het ontwikkelen van nieuwe medicijnen.