Eén op de vijf mensen ervaart één jaar na het plaatsen van een knieprothese nog steeds chronische pijn, zelfs nadat de gewrichtsschade is weggenomen. Aan de basis ligt een overgevoelig alarmsysteem in het brein.
Na een knieoperatie verwacht je verlichting, een einde aan de slopende artrosepijn die je jarenlang heeft gekweld. Toch blijkt de realiteit soms anders. Dit is onverwacht, vooral omdat de chirurg de beschadigde kraakbeenlagen van boven- en onderbeen verwijdert en vervangt door een hoogwaardige metaallegering. Deze metaallegering bevat geen zenuwweefsel en kan dus niet voor pijn zorgen. Om dit vraagstuk op te lossen, helpt het om te begrijpen hoe pijn werkt.
Complex beschermingsmechanisme
Pijn dient als een essentieel beschermingsmechanisme. Stel je een professionele wielrenner voor tijdens een zware etappe in een grote ronde. Terwijl hij in volle snelheid een scherpe bocht neemt, verliest hij zijn grip en valt. Onmiddellijk ervaart hij hevige pijn in zijn schouder. De pijn dwingt hem om te stoppen en aandacht aan zijn verwonding te schenken om verdere schade te voorkomen. Dit toont aan hoe een pijnervaring ons beschermt. Maar pijnervaringen zijn complexer dan we doorgaans aannemen.
Dezelfde wielrenner, vol in de strijd voor de overwinning van een belangrijke wedstrijd, schudt de pijn van zijn val af en springt weer op zijn fiets. Hij doet er alles aan om als eerste over de meet te komen en pas na aankomst beseft hij de ernst van zijn verwonding – een gebroken sleutelbeen. Het tegenovergestelde bestaat ook. Mensen met veel kniepijn vertonen soms dezelfde schade op medische beeldvorming als mensen zonder kniepijn. Nog een opvallend voorbeeld is fantoompijn, waarbij 70% van de mensen pijn voelt in het geamputeerde lidmaat.
Het is verleidelijk te denken dat deze pijn ‘tussen de oren zit’. In zeker zin klopt dat ook: pijn is een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren die in onze hersenen samenkomen. Het zit dus letterlijk tussen onze oren. Bij de wielrenner manifesteert de biologische factor zich als een gebroken sleutelbeen terwijl de psychologische factor zijn vastberadenheid is om te winnen. De sociale druk van het team en het niet willen teleurstellen vormen de sociale component. Al die elementen dragen bij tot een complexe pijnervaring. Maar laat mij 1 ding zeer duidelijk stellen: pijn is altijd echt, altijd.
Het pijnspectrum
Pijn presenteert zich in verschillende vormen, onderverdeeld in drie hoofdcategorieën. Het eerste type is nociceptieve pijn, een directe respons op fysieke schade, zoals de pijn die je ervaart na een snijwond in je vinger. Dan is er neuropathische pijn, ook wel zenuwpijn genoemd, die vaak voorkomt bij aandoeningen zoals een hernia. Hierbij raakt een zenuw gekneld, wat kan leiden tot pijn die uitstraalt, bijvoorbeeld van de rug helemaal naar het been. Neuropatische pijn komt voort uit problemen van het zenuwstelsel zelf. Het derde type is nociplastische pijn, een term die relatief nieuw is in de medische wereld.
Kenmerkend voor aandoeningen zoals fibromyalgie en het prikkelbare darmsyndroom, is deze pijn niet direct te herleiden tot fysieke weefselschade of zenuwschade, in tegenstelling tot de andere twee typen. Nociplastische pijn is vaak chronisch en verspreid, met een minder duidelijke oorsprong. Deze drie pijntypen kunnen afzonderlijk of in combinatie voorkomen, waarbij vaak één type de overhand heeft. Het is geen zwart-wit verhaal, eerder een spectrum, dus spreken we van een dominant aanwezig pijntype.
Bij knieartrose is de meest voorkomende pijn nociceptieve pijn, direct afkomstig van het aangetaste kniegewricht. Omdat knieartrose een progressieve aandoening is die vaak jaren aansleept, kan het ons pijnsysteem gevoeliger en efficiënter maken voor het doorgeven van signalen naar de hersenen. Dit fenomeen staat bekend als neuroplasticiteit.
Neuroplasticiteit: een mes dat langs twee kanten snijdt
Haal opnieuw de wielrenner voor de geest, maar nu bij zijn allereerste fietstocht. Het vergt zijn volledige aandacht om zijn schoenen in de pedalen te klikken en weer los te maken zonder te vallen. In opperste concentratie en met grote voorzichtigheid klikt hij zijn schoenen los, alle aandacht gericht op het voorkomen van een onhandige val voor een zonnig, druk terras. Fast forward naar dertig ritten later. Dezelfde wielrenner springt met gemak en vertrouwen op zijn fiets, babbelt ontspannen tijdens het rijden, drinkt vlot uit zijn drinkbus en klikt zonder moeite uit zijn pedalen bij elke stop. Wat eens een uitdaging was, is nu een tweede natuur. Dit is het wonder van neuroplasticiteit: het vermogen van het brein om zich aan te passen, te leren en efficiënter te worden.
Maar wanneer we kijken naar de ervaring van pijn, zoals bij knieartrose, zien we een minder positief aspect van neuroplasticiteit. Bij langdurige pijn 'leert' het brein ook, maar op een manier die leidt tot verhoogde pijngevoeligheid. Net zoals de wielrenner vroeger worstelde met zijn klikpedalen en uiteindelijk meester werd over deze vaardigheid, zo wordt ons brein helaas steeds efficiënter in het produceren van pijn waardoor de pijnervaring sterker en persistenter wordt. Neuroplasticiteit kan zelfs zo ver gaan dat geen externe prikkel meer nodig is om pijn in de hersenen te activeren. Het is vergelijkbaar met een overgevoelig alarmsysteem dat afgaat bij het detecteren van een mug in plaats van een inbreker. Dit betekent dat bij knieartrose de pijn kan voortduren, zelfs als de artrose zelf niet langer de primaire oorzaak is. Dus wanneer een chirurg met succes een versleten gewricht vervangt door een metalen prothese, is het niet verrassend dat patiënten, met dominante nociplastische pijn, nog steeds pijn kunnen ervaren na de operatie.
Sleutels tot het begrijpen en oplossen van pijn
Hoewel niet iedereen nociplastische pijn ontwikkelt na een aandoening als knieartrose, blijft het onvoorspelbaar wie deze vorm van pijn wel of niet zal ervaren. Wat we wel weten, is dat psychosociale factoren zoals angst, stress, depressie, boosheid, slaapproblemen, en de omstandigheden thuis en op het werk een belangrijke rol spelen in het ontstaan en voortduren van deze pijn.
Het begrijpen van pijn door middel van pijneducatie en het verkrijgen van inzicht in deze psychosociale factoren is essentieel voor een doeltreffende behandeling. Pijneducatie leert ons hoe we ons pijnsysteem kunnen hertrainen, waarbij we de neuroplasticiteit in ons voordeel gebruiken. Deze aanpak stelt ons in staat om de gevoeligheid van ons pijnsysteem te verminderen, waardoor we beter kunnen omgaan met pijn.