Smartphones, ze zijn altijd bij de hand of toch vaak erg dichtbij. Wat als we deze digitale technologie inzetten om ons meer te laten bewegen en zo gezond(er) ouder te worden? De vijfenzestigplussers met wie wij spraken, waren alvast positief!
*Ping ping* Weer een melding die binnenkomt op mijn smartphone. *Trrrrr* Mijn smartwatch die aangeeft dat ik alweer te lang neerzit en even moet rechtstaan. De eerste keren dat ik deze meldingen ontving, sprong ik direct recht en begon te stappen. Maar na een tijdje is het ‘nieuwe’ er wel af en raak je geïrriteerd door de vele meldingen.
In mijn onderzoek zoek ik uit op welke momenten en op welke manier die meldingen best worden verstuurd om ouderen te laten bewegen, en het geheim zit in de persoonlijke aanpak. Een applicatie die rekening houdt met het moment dat jij klaar bent om in actie te komen, en slechts een extra - op maat gemaakt - duwtje in de rug nodig hebt. Als er op dat moment een melding wordt verzonden, dan zou je er misschien wel op ingaan. Meldingen via een smartphone kunnen ontzettend handig zijn om ons te helpen gewoontegedragingen, zoals zitten, te doorbreken. Maar als ze niet zijn afgestemd op onze persoonlijke situatie dan worden deze heel vervelend. In onze digitale wereld staat de technologie niet stil, dus laten we deze gebruiken om ons meer te helpen bewegen!
Op maat gemaakte beweeginterventies
Voldoende bewegen doorheen de dag is erg belangrijk voor onze gezondheid en om gezond ouder te worden. Jammer genoeg zijn er nog veel ouderen die onvoldoende bewegen volgens de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie. 65+’ers zouden zo’n 150 minuten per week matig intens actief moeten zijn en daarnaast oefeningen moeten uitvoeren ter bevordering van de kracht, lenigheid en evenwicht. Hoewel er al veel interventies bestaan om ons aan het bewegen te krijgen, schieten deze vaak tekort.
Als gezondheidswetenschapper wil ik achterhalen op welke momenten en in welke omstandigheden we ouderen best kunnen motiveren om te bewegen
Een van de problemen is dat iedereen eenzelfde aanpak krijgt aangeboden, maar niet iedereen is hetzelfde. Jij vindt namelijk niet dezelfde dingen leuk of mooi als jouw buurman. Jullie hebben elk andere voorkeuren en smaken. Bovendien hebben we ook niet altijd zin om te bewegen.Soms wil je liever in je zetel blijven zitten en wat tv kijken, terwijl je op andere momenten wel zin hebt om buiten een wandeling te maken. De ene dag is dus ook niet hetzelfde als de andere dag.
Als gezondheidswetenschapper wil ik achterhalen op welke momenten en in welke omstandigheden we ouderen best kunnen motiveren om te bewegen. Daarvoor wou ik eerst graag weten hoe emoties veranderen binnen éénzelfde dag. Daarvoor vroeg ik 60 ouderen om meerdere keren per dag een vragenlijst in te vullen op een smartphone, zodat we hun emoties tijdens hun dagelijks leven konden opvolgen. Algemeen zagen we bij ouderen dat ontspannenheid, tevredenheid, onzekerheid, angst, irritatie en somberheid veranderen binnen dezelfde dag, net als de klachten vermoeidheid en duizeligheid. Je kan je zelf ook wel voorstellen dat je opgewekt opstaat, maar door het verdere verloop van de dag vermindert je goede humeur. Ook Anna, 73 jaar, gaf aan dat er op een paar uur tijd veel kan veranderen. ‘De ene keer ben je somber, de andere keer opgewekt. En het is niet omdat ik opgewekt ben dat ik plots veel ga wandelen.’
Om mensen effectief te kunnen aansporen om te bewegen, is het belangrijk om rekening te houden met deze veranderingen in stemming en klachten. Deze bevindingen zetten het idee van op maat gemaakte interventies in de verf. Als deze worden aangeboden via een smartphone, kunnen zij mogelijks de oplossing bieden om mensen meer aan het bewegen te krijgen. Maar de vraag is nu, hoe ervaren 65+’ers dit?
Ervaringen ouderen
René is 81 jaar oud en woont nog zelfstandig thuis. Hij leest erg graag en brengt daardoor het grootste deel van zijn tijd al zittend door. Sinds enkele jaren sukkelt René met zijn gezondheid en heeft zijn huisarts hem aanbevolen om wat meer te bewegen.
Ik wou graag weten of ouderen het wel zien zitten om beweegmeldingen te ontvangen via een smartphone, daarom vroeg ik een 70-tal ouderen om een smartphone applicatie te testen die meldingen stuurt om te bewegen na een periode van langdurig stilzitten. Ongeveer 40 ouderen kregen meldingen met stretch- en krachtoefeningen aangeboden. Zij kregen een afbeelding te zien van de aanbevolen oefening met de nodige uitleg over de uitvoering ervan. De overige 30 ouderen kregen meldingen met een wandelsuggestie: enkele korte zinnen die hen aangemoedigde om te wandelen zoals ‘Tijd om de benen te strekken! Probeer enkele minuten te wandelen!’
Ook René testte voor ons de applicatie uit die wangelsuggesties verstuurde en ervaarde dit als positief. ‘Ik had normaal de gewoonte om mijn stappen te sparen. Als ik naar boven moest gaan, dan wachtte ik totdat ik twee of drie keer moest gaan en nu doe ik het iedere keer.’ Sinds zijn huisarts had aangeraden meer te bewegen, maakte René dagelijks een wandeling in de voormiddag, maar de namiddag bracht hij vaak al zittend door. De wandelsuggesties spoorden hem aan om zijn gewoonte van stappen te sparen regelmatig te doorbreken en hij hoopt dit te kunnen verder zetten.
Algemeen hebben de ouderen de applicaties als positief ervaren. Ze gaven bijvoorbeeld aan dat de meldingen een goede herinnering waren om te bewegen en dat het tijdstip waarop ze verschenen (na een periode van lang stilzitten) goed was. Iets wat ik zelf vaak opmerkte tijdens de huisbezoeken – en sommigen ouderen ook aangaven - is dat het werken met een smartphone vaak niet zo evident is. Er was bijvoorbeeld een deelnemer die per ongeluk de spraakassistentie had ingeschakeld waardoor alle tekst luidop werd voorgelezen en je eigenlijk op geen enkele toets meer kon drukken. Met wat geduld was dat gelukkig vrij snel opgelost, maar vaak ging ik eens extra langs bij de ouderen om hen te helpen met de smartphone.
Het is dus wel belangrijk om op voorhand een intensieve training of opleiding te geven over het gebruik ervan, zeker als ze niet hun eigen smartphone gebruiken. Iets wat ook opviel is dat er veel suggesties werden gegeven om de meldingen nog te verbeteren. De ene wou graag wat uitdagendere oefeningen, de andere had liever ook een suggestie gekregen om te gaan fietsen in plaats van wandelen. Het is dus ook belangrijk om de meldingen – of de interventie in het algemeen - zoveel mogelijk aan te passen naar de persoonlijke voorkeuren en de wensen van de ouderen.
Toekomstmuziek
We kunnen pas echt spreken over meldingen op maat als we in de toekomst ook iemands huidige locatie, de weersomstandigheden, de persoonlijke agenda, gemoedstoestand en zo verder mee in rekening kunnen brengen. Maar daarvoor is er nog veel meer onderzoek en informatie nodig. Wij zijn alvast blij dat de eerste stappen worden gezet - en zoals de Wereldgezondheidsorganisatie het zegt - elke stap telt!