Om de verspreiding van het coronavirus te beperken, is het goed ventileren van openbare ruimtes minstens even belangrijk als anderhalve meter afstand houden van elkaar.
Natuurkundigen van de Universiteit van Amsterdam en medisch onderzoekers van de Cardiologie Centra Nederland en Amsterdam UMC vroegen gezonde proefpersonen om te spreken en te hoesten. Ze fotografeerden met behulp van laserlichttechnieken de druppeltjes die daarbij vrijkwamen. Ze namen zowel bij het spreken als bij het hoesten grote hoeveelheden kleine druppeltjes waar. Maar die druppels waren niet allemaal even groot en dat maakte een groot verschil.
Vooral bij het hoesten kwamen grote druppels vrij, tot een millimeter in doorsnede. Die vielen binnen een seconde naar de grond en hielden bijgevolg een betrekkelijk klein risico in om virussen over te dragen. Er kwamen ook veel kleinere druppeltjes vrij die tussen de 1 en 10 micrometer groot waren. Die bleken door de grote luchtweerstand die ze ervaren veel langzamer naar de grond te zweven. De onderzoekers ontdekten dat nadat iemand had gehoest, het ongeveer vijf minuten duurde voordat het totale aantal kleine druppeltjes in de lucht gehalveerd was. Kleine druppeltjes zijn dus veel gevaarlijker om het coronavirus over te dragen dan grote.
Ramen en deuren open
De onderzoekers herhaalden hun experiment in een goed geventileerde ruimte. De resultaten verbeterden dramatisch: na het aanzetten van een mechanisch ventilatiesysteem, verdween de helft van de mini-druppeltjes in tweeëneenhalve minuut uit de lucht. En in een kamer waarin ook een raam en een deur open stonden, was het aantal druppeltjes al na dertig seconden gehalveerd. Dat is tien keer zo snel als in het eerste experiment, waarbij de kamer niet of niet goed geventileerd werd.
De onderzoekers benadrukken dat een goede ventilatie in publieke ruimtes, zoals in het openbaar vervoer en in verzorgingshuizen, van cruciaal belang is om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Ze stellen dat voldoende afstand houden van elkaar in publieke ruimtes en in het openbaar vervoer moet, maar niet volstaat om de risico’s van virusoverdracht te beperken. Ruimtes goed ventileren is volgens hen minstens even belangrijk.