Uit een groot onderzoek blijkt dat depressies en bipolaire stoornissen vaker voorkomen op plekken waar veel luchtvervuiling is.
Er bestaat een link tussen luchtvervuiling en psychische stoornissen, zo blijkt uit een groot onderzoek onder miljoenen Denen en Amerikanen.
Een internationaal team wetenschappers onderzocht data van ruim 151 miljoen Amerikanen, verzameld over 11 jaar, en van 1,4 miljoen Denen geboren tussen 1979 en 2002. Aan de hand van gegevens over woonplaats en gezondheid zagen de wetenschappers hoe luchtvervuiling samenhing met het voorkomen van psychische stoornissen.
Zowel bij de Denen als bij de Amerikanen kwamen depressies en bipolaire stoornissen vaker voor op plekken waar de luchtvervuiling hoog was.
Bij de Denen werd bovendien gekeken aan hoeveel luchtvervuiling zij de eerste tien jaar van hun leven werden blootgesteld. Daaruit bleek dat wie opgroeide in een vervuild gebied meer dan twee keer zoveel kans had op schizofrenie of een persoonlijkheidsstoornis dan wie in schonere lucht opgroeide.
Fijnstof in het brein
Steeds meer onderzoek buigt zich over de vraag waarom vervuiling giftig is voor het brein. Recent onderzoek met knaagdieren suggereert dat fijnstof via de neus en longen naar het brein afreist. Ook dieren die veel zijn blootgesteld aan luchtvervuiling vertonen namelijk depressief gedrag. Mogelijk veroorzaakt de fijnstof ontstekingen die uiteindelijk ook in de hersenen terecht komen.
De onderzoekers trekken nog geen conclusies. Want het is nog onduidelijk of de luchtvervuiling daadwerkelijk de oorzaak is van het vaker voorkomen van psychische stoornissen. Mogelijk zijn er andere oorzaken aan te wijzen. Meer onderzoek is nodig om dat uit te zoeken.
De bevindingen zijn gepubliceerd in het vakblad PLOS Biology.