Met de prijs wordt hij beloond voor zijn inspanningen om onder soms uitdagende omstandigheden helder te communiceren over het vakgebied waarin hij als een uitmuntend onderzoeker bekend staat.
Door de coronacrisis viert de wetenschapscommunicatie hoogtij: nog nooit was het aanbod aan wetenschappelijke informatie in duidingsprogramma’s, talkshows en panelgesprekken zo groot. Nog nooit kwamen zoveel experts aan het woord. De Koninklijke Vlaamse Academie en de Jonge Academie loofden dit jaar de Laudatio Loopbaanprijs voor Wetenschapscommunicatie uit aan een van hen, viroloog Marc Van Ranst. Met de prijs belonen ze zijn jarenlange inspanningen om onder soms uitdagende omstandigheden helder te communiceren over het vakgebied waarin hij als een uitmuntend onderzoeker bekend staat.
Marc Van Ranst naast voormalig Minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx tijdens een persconferentie over de Mexicaanse griep in 2009.
Onlangs verscheen een opiniestuk in de Volkskrant over het overaanbod aan experts en opiniemakers in de media. De kakofonie aan uiteenlopende meningen zaait bij de burgers vaak verwarring, stelden de auteurs. Hoe ziet u de rol van de media daarin?
‘De media hebben hun eigen wetten. Ze publiceren wat mensen interessant vinden. Wanneer er ergens een dissidente mening opduikt, dan zullen ze die brengen, want disputen zijn interessant. Hadden wij graag gehad dat iemand zoals een Jean-Luc Gala van de UCL geen aandacht had gekregen in de media? Ja, maar zo werkt het niet. Vrije meningsuiting is ook belangrijk.’
‘De media mag zich ook niet laten vangen door tegensprekelijke debatten te organiseren tussen de wetenschapper die al 20 jaar op een onderwerp werkt en Roger die vanop zijn sofa er een half uurtje over nagedacht heeft en tot de tegengestelde conclusie komt. Wanneer je debatten op die manier gaat organiseren, dan verliest de wetenschap.’
Je kan je afvragen wie als expert mag spreken over wat? Maarten Boudry formuleerde het onlangs zo: ‘Elke wetenschapper is leek in alle vakgebieden behalve het zijne/hare’. Hij vindt dat iedereen mee aan tafel mag om over zaken te discussiëren, maar dat ze zich moeten onthouden over puur virologische kwesties waar onder virologen algemene consensus over bestaat. Kunt u zich daarin vinden?
‘Er was al een gebrek aan respect voor door studie verworven kennis bij de bevolking, maar je merkt dat nu nog meer dan vroeger. Sommigen denken: ik kan dat op tien minuten opzoeken op het internet, waarom moeten die mannen daar zes jaar voor studeren?’
‘Dat gebrek aan respect voor expertise is zich nu ook aan het verschuiven naar de wetenschappers. Wetenschappers van andere domeinen zijn op de een of andere manier gaan denken dat zij ook geweldige virologen zouden zijn. En waarschijnlijk omgekeerd ook. En dan kom je in hele rare situaties terecht waar je over puur virologische fenomenen moet discussiëren met bijvoorbeeld economen. Op zich is dat interessant, maar niet wanneer je die meningen gaat voorstellen als evenwaardig of even waar.’
De coronacrisis lijkt nu erger te worden dan in maart. Wat is volgens u het best en slechts denkbare scenario voor het vervolg ervan?
‘Wanneer je de ziekenhuisopnames volgt en de projecties daarvan, dan zijn die niet geruststellend. Dus ja, dit heeft het potentieel om erger te worden dan in maart. Daarom dat de maatregelen die nu genomen zijn echt wel nodig zijn.’
‘Het beste en meest waarschijnlijke scenario is dat het virus binnen een paar maanden verdwijnt, waarschijnlijk op een redelijk moment zoals na de paasvakantie, wanneer veel van de respiratoire virussen verdwijnen. En dat we in die periode ook kunnen vaccineren, we door die vaccinatie een zekere immuniteit kunnen opbouwen bij de bevolking en we het probleem kunnen terugbrengen tot een influenzaprobleem.’
‘Het slechts mogelijke scenario is dat er geen vaccin komt, voor god weet welke reden. Of dat het vaccin dusdanig slecht werkt dat het geen immuniteit brengt bij de bevolking. Dat kan en dan moet je rekenen op de natuurlijke verzwakking van dat virus. Dat zal er wel komen, maar kan vele jaren op zich laten wachten. Dat scenario is niet waarschijnlijk, maar ook niet ondenkbaar.’
Het volledige interview lees je in het decembernummer van Eos.