Waarom huid-op-huidcontact voordelig is voor jou en je kind

Fysiek contact tussen jou en je baby heeft een grotere invloed dan je misschien denkt. Onderzoek toont aan dat huid-op-huidcontact en liefdevolle aanrakingen tussen ouders en hun kind tal van positieve gevolgen hebben.

In de jaren 1950 demonstreerde de Amerikaanse psycholoog Harry Harlow het belang van de aanraking van een moeder. Hij toonde op de beroemde — en controversiële — wijze aan dat resusaapjes zich liever vastklampen aan een plaatsvervangende ‘moeder’ van zachte stof dan een metalen ‘moeder’ die melk gaf. Een liefdevolle aanraking leek dus belangrijker te zijn dan eten, concludeerde Harlow.

Vandaag de dag is het belang van fysiek contact een centraal onderdeel in de verzorging van baby’s. Zo raden Unicef en Vlaamse ziekenhuizen huid-op-huidcontact aan tussen een ouder en hun baby. Dit houdt in dat een pasgeborene op de blote borst van een ouder wordt gelegd, waarbij ze beide worden bedekt met een warme deken gedurende ten minste een uur na de geboorte of tot na de eerste voeding. 

Fysiek contact is eigenlijk al belangrijk lang voordat een baby geboren wordt. De tastzin is het eerste zintuig dat zich ontwikkelt. Slechts acht weken na de bevruchting reageert een foetus al op het gevoel van aanraking in de baarmoeder — en dit is cruciaal voor mensen van alle leeftijden.

Op echo’s van tweelingen is te zien dat ze na veertien weken op elkaars vingers sabbelen en elkaars gezicht verkennen. Beelden van echo’s hebben aangetoond dat foetussen na twintig weken reageren wanneer de moeder haar buik aanraakt.

Knuffel erop los

De voordelen van aanraking door ouders worden duidelijk bij de geboorte. Uit een overzicht van 52 studies naar meer dan 4.000 pasgeborenen, bleek dat aanrakingen geassocieerd werden met een betere gezondheid van de pasgeborenen. Dit bevatte onder andere een betere regulatie van temperatuur, ademhaling en hartslag. Uit het onderzoek bleek ook dat aanrakingen bevorderlijker waren wanneer ze van een ouder kwamen in plaats van medisch personeel.

Knuffel er maar op los, want er zijn nog andere voordelen van huid-op-huidcontact. Wanneer een ouder de baby vasthoudt na de geboorte, wordt de pasgeborene kalmer en stimuleert het diens interesse in voeding. Op langere termijn verbetert dagelijks huid-op-huidcontact met baby’s hun pijntolerantie, ondersteunt het een gezonde gewichtstoename en de voortzetting van de borstvoeding en versterkt het de ontwikkeling van de hersenen.

Die voordelen gelden ook voor te vroeg geboren baby’s. Zo bleek uit een onderzoek naar kangoeroezorg, de benaming voor huid-op-huidcontact bij te vroeg geboren kinderen of kinderen met een laag geboortegewicht, dat dit het risico op overlijden, infecties en een lage lichaamstemperatuur verminderde. Bovendien verbeterde het ook de gewichtstoename en borstvoedingspercentages.

Huid-op-huidcontact kan de symptomen van postnatale stress, depressie en angst bij moeders verminderen

Zowel bij gezonde als premature baby's veroorzaakt huid-op-huidcontact ook het vrijkomen van oxytocine. Dit is het zogenaamde ‘liefdeshormoon’, dat de band tussen ouder en kind bevordert. Huid-op-huidcontact verlaagt ook het niveau van cortisol, een hormoon dat pasgeborenen helpt bij het regelen van stressniveaus.

Het is zelfs zo dat de voordelen van huid-op-huidcontact niet enkel door de pasgeborene worden ervaren. Verschillende onderzoeken tonen aan dat dagelijks huid-op-huidcontact met hun baby’s de symptomen van postnatale stress, depressie en angst bij moeders kan verminderen. En hoewel de meerderheid van die onderzoeken zich op moeders richt, lijkt huid-op-huidcontact ook symptomen van depressie en angst bij vaders te verminderen.

Hoewel de meeste onderzoeken hebben gekeken naar de resultaten van fysiek contact op korte termijn, volgen wetenschappers baby’s ook voor een langere periode om te zien welke impact het heeft op lange termijn. Uit één onderzoek bleek bijvoorbeeld dat premature baby's die twee weken lang minstens één uur kangoeroezorg kregen, betere interacties met hun moeder hadden, beter sliepen en hun brein zich beter ontwikkelde op een leeftijd van tien jaar oud.

Een andere groep onderzoekers volgden baby’s en hun moeders gedurende een periode van negen jaar. Baby’s die huid-op-huidcontact met hun moeder hadden gehad, vertoonden toen ze nog maar één maand oud waren al een betere emotionele aanpassing en gehechtheid dan baby’s die geen huid-op-huidcontact hadden gehad. Negen jaar later waren die kinderen ook meer bereid en in staat om emotionele gesprekken aan te gaan met hun moeders.

Sommige effecten van aanrakingen zijn moeilijker te kwantificeren. In de jaren 1970 beschreef psychiater Donald Winnicott bijvoorbeeld hoe de aanraking van een moeder baby's en jonge kinderen helpt om het lichaam te ervaren als ‘de plaats waar men veilig leeft’. Die opvatting lijkt te worden ondersteund door etnografische gegevens en antropologische studies van gemeenschappen waar jonge kinderen in nauw contact staan met een verzorger. 

Troost en voeding

In heel wat gemeenschappen, zoals bij de Netsilik, !Kung en Balinezen, worden baby’s tijdens het grootste gedeelte van de dag huid-op-huid tegen hun moeders gedrukt. Dit betekent dat baby’s sneller krijgen wat ze nodig hebben: troost wanneer ze huilen of voeding worden wanneer ze zuigen. Dit alles gebeurt in combinatie met de ontwikkeling voor de gevoeligheid van aanraking. Die soorten huid-op-huid zorgen ook voor een diepere band tussen ouders en hun kinderen via fysiek contact.

Dit onderzoek toont de voordelen van aanraking bij baby’s aan, maar wat bij kinderen? Onderzoeken bij jonge kinderen en adolescenten tonen aan dat fysiek contact, in het bijzonder liefdevolle aanrakingen zoals een knuffel van een ouder of andere zorgverleners zoals leerkrachten, de psychologische ontwikkeling en welzijn kan ondersteunen. Aanraking kan kinderen bijvoorbeeld helpen om een gevoel van emotionele veiligheid, verbondenheid en steun te ontwikkelen, vooral in stressvolle situaties.

Antropologe Marjorie Goodwin beschreef hoe ‘haptische rituelen’ zoals knuffels tussen een ouder en hun kind doorheen de dag, het kind kunnen helpen om zich geliefd en verzorgd te voelen.

Het regelmatig ervaren van liefdevol fysiek contact kan kinderen ook helpen bij de ontwikkeling van vaardigheden in sociale interactie, waaronder ook empathie naar anderen toe. Liefdevolle aanrakingen verminderen ook agressief gedrag in de adolescentie.

Jammer genoeg blijven zelfs vandaag de dag nog heel wat ouders vasthouden aan ouderwetse ideeën die gepopulariseerd werden door psychologen als John Watson. Ze vermijden liefdevolle aanrakingen bij hun kinderen, uit angst dat knuffelen ervoor zorgt dat hun kinderen zwak worden. Het wetenschappelijk bewijs ondersteunt zulke ideeën niet, dus knuffel je kind!

Dit artikel verscheen eerder in The Conversation. Vertaling: Kato Speybrouck