In de misdaadbestrijding zijn ze stilaan bijgehaald en voorbijgestoken door DNA-sporen, maar vingerafdrukken blijken vandaag toch nog steeds een boeiend onderzoeksterrein te bieden. Een nieuwe studie wijst op hun tot nog toe onderschatte rol in wat we voelen, en hoe.
Dat onze hand tienduizenden sensorische neuronen bevat, is al veel langer bekend. Die zenuwcellen leiden impulsen, zoals warmte, druk, trillingen en druk, naar ons centraal zenuwstelsel, waardoor we ze effectief voelen. Elk van die neuronen stemt daarvoor als het ware af op een minuscule zone in de huid, wat verklaart waarom onze hand zo’n verfijnde gevoelsmeter is.
Waar we letterlijk en figuurlijk het fijne nog niet van wisten, was de mate van gevoeligheid voor die impulsen van elk individueel sensorisch neuron. Een studie onder de vleugels van de nonprofit-onderzoeksorganisatie Society for Neuroscience brengt daar nu verandering in.
Het researchteam mat de elektrische activiteit van de sensorische neuronen op de toppen van de vingers – de zone van de vingerafdrukken, met andere woorden – terwijl ze die stimuleerden door met papier met microscopisch kleine opbollende stippen over de huid te vegen. Het resultaat was een behoorlijk indrukwekkende kaart (zie illustratie) van een vingertop, waarin elke kleur staat voor het registreren van een verschillende impuls. Een kaart die aangeeft dat onze vingertoppen nog veel gevoeliger zijn dan tot nog toe werd aangenomen: ze blijken een impuls te kunnen detecteren tot op het niveau van elk huidlijntje dat zichtbaar is op een vingerafdruk.
De kleurenzones geven de zogenoemde receptieve velden aan in het menselijk tastsysteem van de sensorische neuronen op een vingertop: de ruimtes waarbinnen die zenuwcellen een impuls kunnen waarnemen. (Credit: Jarocka et al., JNeurosci 2021)